Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT
Er verschijnen doorgaans minder vrouwen dan mannen voor de rechter en het overgrote deel van de justitiële en forensisch psychiatrische instellingen wordt bevolkt door mannen. In de literatuur naar voorspellers van crimineel gedrag komt ‘man zijn’ steevast naar voren als één van de sterkste voorspellers. Hoewel vrouwen en meisjes een duidelijke minderheid vormen binnen justitiële en forensische psychiatrische instellingen (tussen de 6 en 10%), lijkt hun aandeel in de criminaliteit de laatste 20 jaar toe te nemen. Wereldwijd wordt gezien dat er meer vrouwen worden veroordeeld en gedetineerd of opgenomen in de forensische zorg (zie de Vogel & Nicholls, 2016; Walmsley, 2015). De laatste jaren is er dan ook beduidend meer aandacht gekomen voor de vrouw als dader.1 Het meeste onderzoek naar criminologische en forensisch psychologische vraagstukken is echter nog altijd verricht binnen mannelijke populaties. De vraag is dan ook of de huidige theoretische en empirische kennis over mannelijke daders wel voldoende van toepassing is op vrouwelijke daders en wat mogelijke verschillen betekenen voor de sanctietoepassing.
DOCUMENT
Take a break is een zes weken durende innovatieve ambulante interventie die eind 2016 door vrouwenopvang Moviera is ontwikkeld. Doel van het programma is om spanningen en ruzies in relaties en gezinnen in een vroeger stadium te herkennen. Bij de start wordt samen met het gezin een veiligheidsplan opgesteld om de directe veiligheid te realiseren. Met de partners wordt gekeken of een korte time-out noodzakelijk is om te komen tot een veilige situatie en wie van de partners tijdelijk de thuissituatie verlaat. De inzet op het vrijwillig tijdelijk vertrek van een van de partners is een innovatief aspect van deze interventie. Uitgangspunt is dat de kinderen (indien aanwezig) in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven en ervaren dat oplossingen mogelijk zijn. Het tweede deel van het traject bestaat uit de analyse van de risico- en beschermende factoren die in dit gezin aanwezig zijn. De analyse wordt afgerond met een Plan van aanpak gericht op duurzame veiligheid in het betreffende gezin en overdracht naar het lokale veld. Aan de hand van een planevaluatie is de werkwijze en theoretische onderbouwing van Take a Break onderzocht.
DOCUMENT
In 2016 is de methodiek Take a Break ontwikkeld door Moviera. Take a Break is een kortdurende ambulante en systeemgerichte methodiek om in te grijpen bij huiselijk geweld door een grondige analyse van de geweldsdynamiek gepaard met directe hulp. Moviera, een organisatie gespecialiseerd in de aanpak van huiselijk geweld en mensenhandel, heeft het lectoraat Jeugd van Hogeschool Utrecht gevraagd om een procesevaluatie uit te voeren naar het realiseren van de Take a Break-trajecten. Wordt de methodiek uitgevoerd zoals bedoeld, hoe ontwikkelt de methodiek zich en is de methodiek overdraagbaar naar andere (vrouwenopvang) organisaties? De uitkomsten van dit onderzoek zijn te vinden in deze publicatie. Moviera heeft in augustus 2024 besloten de methodiek Take a Break niet meer uit te voeren. Er waren diverse uitvoeringsknelpunten, die tevens werden bevestigd in de procesevaluatie. In de huidige tijd waarin een steeds groter beroep word gedaan op Moviera voor hulp, moest opnieuw worden bekeken hoe de middelen het beste ingezet kunnen worden en de meeste mensen kunnen worden geholpen. Moviera heeft daarom gekozen de krachtige elementen van Take a Break – en de uitkomsten van de procesevaluatie - om te vormen in de andere (ambulante) trajecten. Naast Moviera zijn er andere vrouwenopvang-organisaties getraind in de methodiek (Arosa, Kwintes, Kadera). Heeft u interesse in het handboek of werkboek van de methodiek, neem dan contact op met Moviera via https://www.moviera.nl/contact/
DOCUMENT
Het doel van dit onderzoek was de samenwerking tussen de zorg-, straf- en bestuursketen te optimaliseren voor gezinnen waar huiselijk geweld plaatsvindt. Dit met als uiteindelijk doel om geweld in deze gezinnen duurzaam te beëindigen. De eerste onderzoeksvraag was hoe de samenwerking binnen het Zorg- en Veiligheidshuis geoptimaliseerd kan worden, passend bij de visie van gefaseerde ketenzorg. De tweede onderzoeksvraag richtte zich op de impact van de verbeteracties: de gespreksleidraad en de deelname van cliënten aan multidisciplinaire overleggen. Wat leren we hieruit over de samenwerking rond huiselijk geweld en over het proces van het onderzoek?
MULTIFILE
Background: In patients with burns, an early accurate diagnosis of burn depth facilitates optimal treatment. Laser Doppler imaging combined with clinical assessment leads to an accurate estimate of burn depth. However, the actual effects of the introduction of laser Doppler imaging on therapeutic decisions, clinical outcomes, and costs are unknown. Methods: A randomized controlled trial was conducted in the Dutch burn centers, including 202 patients with burns of indeterminate depth. In the standard care group, estimation of burn depth was based on clinical assessment only; in the laser Doppler imaging group, clinical assessment and laser Doppler imaging were combined. Primary outcome was time to wound healing. Furthermore, therapeutic decisions and cost-effectiveness were analyzed. Results: Mean time to wound healing was 14.3 days (95 percent CI, 12.8 to 15.9 days) in the laser Doppler imaging group and 15.5 days (95 percent CI, 13.9 to 17.2 days) in the standard care group (p = 0.258). On the day of randomization, clinicians decided significantly more often on operative or nonoperative treatment in the laser Doppler imaging group (p < 0.001), instead of postponing their treatment choice. Analyses in a subgroup of admitted patients requiring surgery showed a significant earlier decision for surgery and a shorter wound healing time in the laser Doppler imaging group. Mean total costs per patient were comparable in both groups. Conclusions: Laser Doppler imaging improved therapeutic decisions. It resulted in a shorter wound healing time in the subgroup of admitted patients requiring surgery and has the potential for cost savings of €875 per scanned patient.
DOCUMENT
Dit proefschrift behandelt de vraag hoe maatschappelijke actoren (‘crisismakelaars’) een sluimerende crisis aan de orde stellen, en hoe, op grond van inzicht in dit soort processen, overheidscommunicatie kan bijdragen aan het eerder identificeren en beter interpreteren van een dergelijke crisis.
DOCUMENT