Het op een adequate wijze begeleiden van startende docenten is van belang omdat het uitval van docenten in deze kwetsbare periode kan reduceren. Hoewel er toenemende (beleids) aandacht is voor de begeleiding van startende docenten, zijn toereikende inductiearrangementen in het mbo nog geen staande praktijk. Door middel van een vergelijkende casestudy wordt inzicht verkregen in de vraag of het werken in een professionele leergemeenschap bijdraagt aan de kwaliteit van het (her)ontwerp van inductiearrangementen en welke factoren de kwaliteit van de inductiearrangementen beïnvloeden. Uit de resultaten blijkt dat de PLG-werkwijze volgens de betrokkenen bijdraagt aan de kwaliteit van het (her)ontwerp van het inductiearrangement, o.a. in termen van het organiseren van multiperspectiviteit in het ontwerptraject, het stimuleren van onderzoekend werken en het in gezamenlijkheid ontwerpen van inductiearrangementen. Factoren die de kwaliteit van het inductiearrangement beïnvloeden betreffen o.a. de borging in (inductie)beleid, professionaliteit van begeleiders, facilitering van tijd, rolhelderheid en commitment van betrokkenen.
DOCUMENT
Met het oog op het oplopende lerarentekort is het van groot belang te voorkomen dat startende leraren het onderwijs vroegtijdig verlaten als gevolg van een gebrek aan goede begeleiding of omdat ze onvoldoende tijd hebben om zich verder te ontwikkelen. Steeds meer partnerschappen Samen Opleiden & Professionaliseren richten zich niet alleen op de opleiding van leraren maar, in het verlengde hiervan, ook op de inductie van beginnende leraren. Deze publicatie van het Platform Samen Opleiden & Professionaliseren biedt partnerschappen achtergrondinformatie over goede begeleiding van startende leraren, gebaseerd op relevant en/of recent onderzoek.
MULTIFILE
In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) worden vooral voor de beroepsgerichte vakken zij-instromers ingezet als docent omdat zij actuele kennis en vaardigheden uit het werkveld hebben. Veel van deze zij-instromers verlaten het onderwijs alweer binnen drie tot vijf jaar wat bijdraagt aan het actuele lerarentekort. Inductietrajecten ondersteunen startende docenten bij de spanningen die zij ervaren in hun nieuwe beroep en kunnen zorgen voor meer welzijn en minder uitval. Deze interviewstudie heeft als vraagstelling: hoe ervaren zij-instromers staande inductietrajecten wat betreft hun beroepsidentiteitsontwikkeling, leerprocessen, passende begeleiding en co-creatie? Vier mogelijk werkzame elementen in inductietrajecten geïdentificeerd in eerder onderzoek, zijn benut als startpunt voor interviews met acht zij-instromers in het mbo. Deze elementen zijn: 1) de ontwikkeling van de beroepsidentiteit van de zij-instromer, 2) leerprocessen van volwassenen, 3) co-creatie van inductietrajecten en 4) begeleiding op maat. De interviewdata zijn thematisch geanalyseerd volgens de directed content analysis aanpak. In deze ronde tafel vragen we de deelnemers kritisch mee te kijken naar de interpretatie van de data.
MULTIFILE
Second career teachers (SCT) are key role models in vocational education (VE) because they prepare students for the vocational practice they were part of, and they bring up-to-date vocational knowledge and skills into VE schools. Therefore, the early leaving of SCTs in VE is a problem, adding to the worldwide teacher shortages. Induction programs have been developed to support starting teachers to grow into their new profession and to diminish high attrition rates. However, it is argued that current induction programs fail to support SCTs adequately. For instance, induction programs rarely adapt to SCTs’ various needs, such as recognizing and integrating previously developed competencies and specific backgrounds. Further-more, SCTs’ induction programs in the specific context of VE are largely under-studied. This study explores the experiences of SCTs in VE during their induction programs regarding four themes identified in research on SCTs in other education sectors: 1) professional identity development, 2) learning processes, 3) tailor-made coaching, and 4) co-creation of induction programs. Eleven SCTs from eight Dutch VE schools were interviewed. The data show a rich variation of SCTs’ experiences. For example, they experienced the opportunity to develop their professional identity as teachers while preserving and including their former identity as practitioners of the vocation they teach for. Yet, only a few SCTs experienced co-creation of the induction program, which seems to have a positive impact. The insights of this study offer an understanding of what SCTs in VE go through and what might support them during their induction.
LINK
Jaarverslag van het lectoraat Beroepsonderwijs.
DOCUMENT
Het lectoraat Werken in Onderwijs is in 2020 gestart tegen een achtergrond van kwantitatieve en kwalitatieve tekorten aan leraren en schoolleiders. Anno 2024 vormen deze tekorten nog altijd een veelkoppig monster. De ervaren werkdruk is hoog en leidt tot uitval, er zijn toenemende zorgen over de kwaliteit van het onderwijs zelf, het werk en ook schoolvakken zijn in voortdurende beweging. Bovendien lopen de tekorten de komende tien jaar nog verder op en zal de in- en uitstroom aan lerarenopleidingen te beperkt zijn om dit op te vangen. Het tekort aan onderwijsprofessionals kan worden gezien als een sluimerende crisis. Het is een gegeven dat onderwijsprofessionals continu met verandering te maken hebben en dat ontwikkelingen in hun werk (zoals het lerarentekort of de vraag hoe vorm te geven aan de onderwijsopdracht) zorgen voor permanente 'schuring' tussen belangen. Op basis van een analyse van onze inzichten en recente ontwikkelingen rondom het werken in onderwijs concluderen we dat het noodzakelijk blijft onderzoek te doen naar dit thema. We houden onze koers vast, maar met scherpere ambities. We formuleren onze nieuwe missie als volgt: met ons onderzoek dragen we bij aan het versterken van het beroep van onderwijsprofessionals in de volle breedte in schoolorganisaties die te kenmerken zijn als leerwerkplekken, waarbinnen wordt samengewerkt gericht op een aantrekkelijk beroep en goed onderwijs. Onze visie is dat praktijkgericht en, waar mogelijk, participatief onderzoek sámen met onderwijsprofessionals en vanuit een systemische kijk (gericht op de lagen van onderwijsprofessionals en schoolorganisatie; met oog voor het waartoe) bijdraagt aan deze missie. Voor onze tweede termijn formuleren we daarom de volgende hoofdvraag: Hoe kunnen (aanstaande) onderwijsprofessionals zich professioneel (blijven) ontwikkelen in schoolorganisaties die fungeren als leerwerkplek voor het realiseren van een aantrekkelijk beroep en kwalitatief goed onderwijs?
DOCUMENT
Starten als lerarenopleider is complex. Het beroep van lerarenopleider is veelzijdig en iedere beginnende lerarenopleider heeft een andere achtergrond. Desondanks bevinden lerarenopleiders zich in een uitdagende en leerrijke context. Wat kan gezegd worden over het leren van beginnende lerarenopleiders en de rol van inductie? Hoe kan aan de hand van inzichten en onderzoek gewerkt worden aan succesvolle begeleiding van beginnende lerarenopleiders?
DOCUMENT
Het onderwijs, een prachtig werkveld, maar waar horen we dat nog? Over werkplezier in het onderwijs gaat het zelden, over werkdruk als structureel en groot probleem des te vaker. Werkplezier bevorderen kan een sleutel zijn om de problemen in het onderwijs aan te pakken, volgens lector dr. Mieke Koeslag-Kreunen van Hogeschool Utrecht (HU). Op 24 november gaf zij haar openbare les.
DOCUMENT
Kwaliteitskader voor de Vereniging Hogescholen en NVAO t.b.v. van het beoordelen en (peer) reviewen van partnerschappen rond samen Opleiden en Inductie, geschreven door een ontwikkelteam in opdracht van het Platform Samen Opleiden en Professionaliseren, de PO-Raad, VO-Raad, MBO-Raad, de Vereniging Hogescholen, VSNU en het Ministerie van OCW.
DOCUMENT