In de periode oktober 2019 - juli 2020 heeft de Hogeschool Utrecht in opdracht van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) een onderzoek uitgevoerd naar vrijwilligerswerk bij de reclassering. Doel van dit onderzoek is vast te stellen op welke wijze vrijwilligers van meerwaarde kunnen zijn voor de doelen van een reclasseringstraject. De aanleiding was dat de reclassering op meer structurele wijze invulling wilde gaan geven aan de inzet van vrijwilligers in de organisatie. Deze ambitie is in lijn met het Regeerakkoord 2017-2021, waarin staat dat bij de ten uitvoerlegging van straffen en maatregelen, resocialisatie en reclassering steviger worden gepositioneerd. In januari 2020 heeft de reclassering een visie ontwikkeld over hoe vrijwilligersinzet in het reclasseringswerk in de toekomst vormgegeven kan worden (Reclassering Nederland & Bureau Buitenland, 2020). In deze visie staat centraal welke samenwerkingsvorm met vrijwilligersorganisaties het meest geschikt zou zijn voor de reclassering. Naast dit inrichtingsvraagstuk wil de reclassering inhoudelijke vragen oppakken. Relevante vragen voor dit onderzoek zijn welke activiteiten vrijwilligers uitvoeren voor reclasseringscliënten en welke doelen zij daarmee beogen; op welke wijze vrijwilligers, professionals (reclasseringswerkers) en cliënten samenwerken en hoe zij deze samenwerking waarderen; welke meerwaarde vrijwilligers, professionals en cliënten ervaren ten aanzien van vrijwilligerswerk bij de reclassering en of er knelpunten zijn.
MULTIFILE
Purpose: Self-managed institutional homeless programmes started as an alternative to regular shelters. Using institutional theory as a lens, we aim to explore the experiences of stakeholders with the institutional aspects of a self-managed programs.Method: The data we analysed (56 interviews, both open and semi-structured) were generated in a longitudinal participatory case-study into JES, a self-managed homeless shelter. In our analysis we went back and forth between our empirical data and theory, using a combination of systematic coding and interpretation. Participants were involved in all stages of the research.Results: Our analysis revealed similarities between JES and regular shelters, stemming from institutional similarities. Participants shared space and facilities with sixteen people, which caused an ongoing discussion on (enforcement of) rules. Participants loathed lack of private space. However, participants experienced freedom of choice over both their own life and management of JES and structures were experienced more fluid than in regular care. Somestructures also appeared stimulated self-management.Conclusion: Our analysis showed how an institutional context influences self-management and suggested opportunities for introducing freedom and fluidity in institutional care.