Bij onderzoek naar ecologie en waterkwaliteit kunnen onderwaterdrones worden toegepast. De drones, uitgerust met diverse sensoren en camera’s, blijken een waardevolle toevoeging aan de reguliere steekmonsters die de ecologische kwaliteit van het waterlichaam beoordelen. Uit de eerste resultaten blijkt dat de drones goed kunnen worden ingezet voor het verkrijgen van een 3D-beeld van de waterkwaliteit en ecologie in de plas, zoals bij de pilot in de Sloterplas in Amsterdam. Na verschillende pilots met diverse waterschappen zullen onderwaterdrones in de toekomst bij watergerelateerde onderzoeksprojecten voor meerdere doeleinden worden gebruikt. Pdf overgenomen met toestemming van KNW.
MULTIFILE
Diverse steden worstelen met het klimaatbestendig inrichten van het stedelijk gebied, aangezien dit naast ruimte en budget, vergaande afstemming vraagt met diverse partijen. Ook is er meer onderzoek nodig naar het langetermijnfunctioneren van klimaatadaptieve inrichting om de kosteneffectiviteit ervan te bepalen ten opzichte van conventionele watersystemen. De onderzoeksresultaten moeten gedeeld worden met het onderwijs en overheden en bedrijven. Het participerende praktijkonderzoek ‘full scale testen’ als onderdeel van masterclasses, in opdracht van het ministerie van I&M, is een plek waar deze partijen samen komen om klimaatadaptieve inrichting te evalueren en te optimaliseren. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) gaf de Hanzehogeschool in Groningen de opdracht voor het Impactproject klimaatbestendig inrichten in Hoogeveen. Daarin is samen met de gemeente Hoogeveen, Waterschap Drents Overijsselse Delta en diverse andere partijen in drie masterclasses inzicht gecreëerd in de problematiek en oplossingen voor wateroverlast en hittestress in de gemeente Hoogeveen en omgeving. Hoogeveen is als impactproject gekozen omdat de schaalgrootte van de problematiek daar vergelijkbaar is met veel andere gemeenten.
LINK
De samenleving verandert voortdurend en steeds sneller: megatrends zijn onder meer verstedelijking, klimaatverandering, wateropgave, duurzaamheid, veranderende werkvormen, demografie én ICT. De opvattingen over de gebouwde omgeving en de stad veranderen daardoor ook. Trefwoorden zijn de toenemende complexiteit van de opgave, betrokkenheid van burgers, nieuwe toetreders, de integratie van contractvormen, de verschuiving van bouwen naar beheren en in het kielzog daarvan, een grotere aandacht voor de ‘lifecycle’ en de ‘total cost of ownership’ (TCO) van gebouwen. Daarnaast zien we in dienstensectoren zoals de bancaire wereld en de transportsector dat de introductie van ICT in de supply chains enorme transities bewerkstelligd heeft. In de transportsector is ‘Electronic Data Interchange’ het kernwoord bijuitstek en in de auto-industrie, de werktuigbouw en de vliegtuigbouw komen termen voor als ‘Business Process Re-engineering’, ‘Operational Excellence’ en ‘Lean’: het zodanig opnieuw organiseren van productieprocessen dat die effectiever en efficiënter worden. Meerdere malen zijn in dit soort processen besparingen gerealiseerd van tientallen procenten. Het kan daarom niet anders dan dat ook de wereld van de gebouwde omgeving zichzelf opnieuw moet uitvinden. Het ‘oude geld’ is op en de crisis is keihard maar hierdoor komt er wel aandacht voor aspecten van de keten die voorheen niet noodzakelijk leken. Bij dit alles is communicatie en informatie onmisbaar; het gaat om het managen van complexiteit met nieuwe technologie, nieuwe systeemarchitecturen, nieuwe economische opvattingen. De zoektocht naar de introductie van ICT in de gebouwde omgeving loopt langs het systeem niveau, met nieuwe technologie, nieuwe systeemarchitectuur en een nieuwe economie. Deze rapportage vloeit voort uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam dat het gevolg is van bovengenoemde ontwikkelingen. In maart 2011 is het onderzoek gestart naar de ontwikkeling van bouw-ICT en de mogelijkheden hiervan voor het MKB. Het behelst de ketenintegratie in een veranderende bouwwereld en is uitgevoerd gedurende twee jaar onder de naam BIMming Business. De opkomst van het Bouw Informatie Model is onderwerp van onderzoek geweest op zowel technisch als procesmatig vlak waarbij het onderzoek is opgedeeld in drie fasen. In dit rapport leest u de resultaten van de laatste fase waarbij gekeken is naar de inzet van BIM in het beheer.
In het beheer & onderhoud van waterkeringen is een belangrijke rol weggelegd voor het regelmatig uitvoeren van inspecties. Hierbij worden schades en afwijkingen aan keringen gedetecteerd, vastgelegd en indien nodig hersteld. Afwijkingen kunnen worden veroorzaakt door graduele veroudering, of door incidentele belastingen (bijv. dierlijke graverij of spoorvorming). Het effect hiervan op het overstromingsrisico is vaak onduidelijk, en bovendien is er geen coherent beeld van hoe vaak bepaalde schades optreden en of hierin verbanden zijn. Hierdoor is het niet goed mogelijk om overstromingskansen in te schatten, waardoor de nieuwe wettelijke overstromingskansbenadering niet goed in praktijk kan worden gebracht. Het samenbrengen van inspectiegegevens van verschillende waterschappen in een nationale dataset kan een grote bijdrage leveren aan het begrip van verouderingsgedrag van waterkeringen. Zo kan het helpen bij het nader in kaart brengen van de invloed van schade aan en veroudering van waterkeringen op de overstromingsveiligheid. Doel van het project is om de haalbaarheid en potentie van een nationale (GIS) dataset met inspectieresultaten te verkennen. Daarvoor worden inspectieresultaten van waterschappen samengebracht en gevalideerd. Praktische uitdagingen daarbij, bijvoorbeeld in de vorm van ingewonnen data en verschillen tussen waterschappen, worden in kaart gebracht. Met de dataset wordt een aantal analyses gedaan die door waterschappen worden aangedragen, bijvoorbeeld: • Welke schades aan waterkeringen zijn van invloed op het overstromingsrisico en met welke frequentie treden deze op? • Wat zijn de aard en omstandigheden/locatie van een bepaald soort schade? Het project wordt afgesloten met een rapportage en een workshop met stakeholders, gericht op de conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de haalbaarheid en potentie van een nationale (GIS) dataset met inspectieresultaten. In deze workshop wordt tevens de richting voor vervolgstappen besproken. De producten van het project zijn daarmee: een database, en een rapportage met daarin de bevindingen van de analyses en de workshop.
Het project "Port State Control" was aangevraagd om onderzoek te kunnen doen naar de oorzaak wan het grote aantal aanhoudingen van Nederlandse schepen in buitenlandse havens. Doel van het onderzoek was om belangrijke oorzaken daarvan boven water te krijgen en oplossingen daarvoor te onderzoeken en bedenken. Schepen worden door PSC gecontroleerd, waarbij er wordt gekeken of ze voldoen aan de internationale wet- en regelgeving, met name de veiligheid aan boord. Reders en bemanning zijn verantwoordelijk voor een veilige uitvoer van de taken aan boord. Indien er tekortkomingen worden geconstateerd, mag een PSC-autoriteit een schip aanhouden. Uit de onderzoeken naar de oorzaken blijk onder andere: - Nalatigheid bemanning bij controles installaties door werkdruk en repetitief werk, kennis niet beschikbaar. - Nalatigheid rederij; besparen op onderhoudskosten. - Het aantal en de kwaliteit van de bemanning aan boord van Nederlandse schepen. - Nalatigheid eindconsument; logistiek proces dient zo goedkoop mogelijk te zijn vanwege lage prijs. Consequentie: minder investeringen in bemanningen en scheepsonderhoud. Het project doet daarom de volgende aanbevelingen: Om bemanningen aan boord zo goed mogelijk voor te bereiden op PSC-inspecties is kennisvalorisatie erg belangrijk. De laatste informatie dient beschikbaar te zijn. Rederij is daar werantwoordelijk voor. De betrokkenheid van de reder is belangrijk bij het motiveren van de bemanning. Daarbij is scheepsfamiliarisatie cruciaal. Net zoals het verantwoordelijkheidsgevoel m.b.t. de scheepsveiligheid. Een tastbaar eindproduct van het project is de Port State Contol app. De app is een digitale omgeving die laat zien hoe situaties wel of niet horen te zijn. Met deze app worden bemanningsleden bekend gemaakt met het schip waar ze op komen te varen. Innovaties als Virtual Reality en distance learning zou de essentiële verbeterslag gemaakt kunnen !Worden. Met inzet van digitale hulpmiddelen kan de familiarisatie van nieuwe bemanningsleden werbeterd worden zodat zij beter zijn voorbereid op de taak aan boord.