Een groot aantal jaren besloten reclasseringswerkers vooral op basis van hun kennis en ervaring wat er moest gebeuren met delinquenten en hoe dit moest gebeuren. De afgelopen jaren is een groot aantal instrumenten geïntroduceerd in het reclasseringswerk. Instrumenten voor risicotaxatie of indicatiestelling (zoals RISc, QuickScan, Static 99 en de MATE-Crimi), gestructureerde gedragsinterventies (zoals de COVA, Leefstijltraining en ART), en methoden voor begeleiding (zoals motivational interviewing en „het delict als maatstaf‟), hebben het reclasseringswerk in grote mate gestructureerd. Deze instrumenten en methoden konden ontwikkeld worden omdat er steeds meer kennis is over effectief reclasseringswerk. De instrumenten en methoden zijn een bundeling van die kennis. Dat betekent niet dat deze instrumenten alle complexiteit van het reclasseringswerk kunnen afdekken en dat daarmee de reclasseringswerker minder belangrijk wordt.
DOCUMENT
In het welzijnswerk speelt legitimatie van het eigen handelen een steeds belangrijkere rol. Welke rol speelt de welzijnswerker bij het uitvoeren van projecten en hoe ondersteunt hij de burger? Hoe bereikt hij zijn doelen en wat zijn die dan? Vragen die geleid hebben tot het Raak project, waarvan het Procivi reflectie-instrument één van de eindproducten vormt. Het Provici reflectie-instrument is een hulpmiddel voor de professional en de lerende organisatie om op systematische wijze te reflecteren op de eigen werkpraktijk en handelswijze. Een verkorte versie van dit instrument is de Procivi Quick scan. In dit document vindt U het Provici reflectie-instrument en de bijbehorende verantwoording. De verkorte versie van het instrument wordt gepresenteerd in het rapport ‘Professionalisering van de welzijnswerker : zelfreflectie als instrument. De verkorte versie : de Procivi Quick scan”(Lamers et al. 2009)
DOCUMENT
Dit reflectie-instrument is een hulpmiddel voor jeugdprofessionals om te reflecteren over het begeleiden van peer-to-peer interacties en hierover met elkaar het gesprek te voeren. Dit instrument is gebaseerd op literatuuronderzoek (Manders, Metz & Sonneveld, 2017)1 en op observaties en interviews met jeugdprofessionals bij 9 jongerenwerkaanbieders. In dit instrument zijn alleen handelingsvormen opgenomen die in de praktijk aantoonbaar bijdragen aan het versterken van peer-to-peer interacties. Hieronder beschrijven we kort de achtergrond van het instrument, welke peer-to-peer interacties jeugdprofessionals kunnen bevorderen, welke handelingsvormen jeugdprofessionals in kunnen zetten om peer-to-peer interacties te bevorderen, en hoe het reflectie-instrument gebruikt kan worden.
DOCUMENT