Overgewicht is een veel voorkomend gezondheidsprobleem, ook in de vruchtbare levensfase. Het gevolg van overgewicht is, behalve de bekende risico's, dat de kans op zwangerschap is afgenomen. Nog belangrijker echter is het verhoogde risico op zwangerschapscomplicaties, en complicaties rondom de bevalling.
DOCUMENT
Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
BackgroundFatness and fitness both influence cardiometabolic risk.ObjectiveThe purpose of this study was to investigate whether childhood fatness and increasing fatness from childhood to adolescence are associated with cardiometabolic risk during adolescence and how fitness affects this association.Subjects and methodsOf 565 adolescents (283 boys and 282 girls) from the TRacking Adolescents Individual Life Survey (TRAILS) data on anthropometric parameters (age 11 and 16), metabolic parameters, and fitness (age 16) were available. Body mass index and skinfolds were used as measures for fatness. Increasing fatness was calculated by subtracting Z-scores for fatness at age 11 from Z-score fatness at age 16. Cardiometabolic risk was calculated as the average of the standardized means of mean arterial pressure, fasting serum triglycerides, high-density lipoprotein-cholesterol, glucose, and waist circumference. Insulin resistance was calculated by homeostasis model assessment-insulin resistance (HOMA-IR). Fitness was estimated as maximal oxygen consumption (VO2max) during a shuttle run test.ResultsBoys showed a higher clustered cardiometabolic risk when compared to girls (p < 0.01). Childhood fatness (age 11) and increasing fatness were independently associated with cardiometabolic risk during adolescence. In boys, high fitness was related to a reduced effect of increasing fatness on clustered cardiometabolic risk. Childhood fatness, increasing fatness, and fitness were independently associated with HOMA-IR. Moreover, in boys this association was dependent of fatness.ConclusionsChildhood fatness and increasing fatness are associated with increased cardiometabolic risk and HOMA-IR during adolescence, but a good fitness attenuates this association especially in fat boys.
LINK
Iedereen weet instinctief dat natuur gezond is. Toch heeft de natuur nog geen vanzelfsprekende plek in de gezondheidszorg. In de praktijk ontdekken steeds meer zorginstellingen de baten van groen voor hun cliënten. Hoe pakken zij dit aan en wat zijn hun ervaringen? In deze publicatie beschrijven we zes inspirerende voorbeelden waarin de gezondheidszorg gebruik maakt van natuur. Aan het woord komen medewerkers van zorginstellingen en natuurorganisaties, en natuurlijk de cliënten zelf. Boeiende verhalen voor iedereen die zelf aan de slag wil met het onderwerp natuur & gezondheid.
DOCUMENT
De bacheloropleidingen Verpleegkunde in Nederland staan voor de uitdaging het nieuwe beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020 te vertalen naar het onderwijs. Een deel van het nieuwe curriculum gaat over de inzet van eHealth. In dit document worden 14 verpleegkundige beroepstaken omschreven waarbij eHealth wordt ingezet. Beschreven wordt welke kennis, vaardigheden en houding van een verpleegkundige worden gevraagd om elke eHealth-taak zelfstandig uit te voeren. Elke taak wordt gekoppeld aan kernbegrippen van Bachelor Nursing 2020 en aan relevante CanMEDS-rollen.
DOCUMENT
Het Genomisch kookboek is een boekje waarin moleculair biologische processen worden geïllustreerd met behulp van metaforen rondom koken.
MULTIFILE
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar GGZ - verpleegkunde vanwege de Hogeschool Inholland bij de Faculteit der Geneeskunde van de Vrije Universiteit / VU Medisch Centrum op 8 april 2015.
DOCUMENT
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
DOCUMENT
Het aantal kwetsbare ouderen in Nederland neemt toe en huisartsen voelen vaak de behoefte om negatieve gezondheidsuitkomsten bij deze patiënten voor te zijn. Er zijn diverse screeningsinstrumenten ontwikkeld, waaronder veel vragenlijsten. Kwetsbaarheidsvragenlijsten waar onderzoek naar is gedaan, blijken negatieve gebeurtenissen echter niet beter te voorspellen dan de huisarts zelf. Het heeft dan ook geen zin om kwetsbaarheid te scoren met een standaard vragenlijst.
MULTIFILE
Zorg op afstand kan ouderen helpen om langer zelfstandig thuis te wonen. Maar zolang verpleegkundigen niet weten hoe zij zorg op afstand moeten verlenen, heeft deze zorgverlening - met gebruik van eHealth-technologie - weinig waarde. Over eHealth wordt veel geschreven, maar eHealth is niet per se populair onder verpleegkundigen. Hoe komt dat? Wat weerhoudt hen van deze innovaties? En hoe krijg je verpleegkundigen wél overstag? Cruciaal voor verpleegkundigen is dat de meerwaarde van eHealth voor hun cliënt evident is. ‘Draagt het bij aan de zorg van mijn cliënt, dan wil ik het wel inzetten’. In dit artikel bespreken we wat je met dit gegeven kunt als je nadenkt over het integreren van eHealth in het curriculum van verpleegkundestudenten. Er wordt geïllustreerd hoe eHealth-onderwijs eruit kan zien en welke uitdagingen hier nog liggen.
DOCUMENT