BackgroundFatness and fitness both influence cardiometabolic risk.ObjectiveThe purpose of this study was to investigate whether childhood fatness and increasing fatness from childhood to adolescence are associated with cardiometabolic risk during adolescence and how fitness affects this association.Subjects and methodsOf 565 adolescents (283 boys and 282 girls) from the TRacking Adolescents Individual Life Survey (TRAILS) data on anthropometric parameters (age 11 and 16), metabolic parameters, and fitness (age 16) were available. Body mass index and skinfolds were used as measures for fatness. Increasing fatness was calculated by subtracting Z-scores for fatness at age 11 from Z-score fatness at age 16. Cardiometabolic risk was calculated as the average of the standardized means of mean arterial pressure, fasting serum triglycerides, high-density lipoprotein-cholesterol, glucose, and waist circumference. Insulin resistance was calculated by homeostasis model assessment-insulin resistance (HOMA-IR). Fitness was estimated as maximal oxygen consumption (VO2max) during a shuttle run test.ResultsBoys showed a higher clustered cardiometabolic risk when compared to girls (p < 0.01). Childhood fatness (age 11) and increasing fatness were independently associated with cardiometabolic risk during adolescence. In boys, high fitness was related to a reduced effect of increasing fatness on clustered cardiometabolic risk. Childhood fatness, increasing fatness, and fitness were independently associated with HOMA-IR. Moreover, in boys this association was dependent of fatness.ConclusionsChildhood fatness and increasing fatness are associated with increased cardiometabolic risk and HOMA-IR during adolescence, but a good fitness attenuates this association especially in fat boys.
LINK
Background: Glucocorticoids are potent anti-inflammatory agents used for the treatment of diseases such as rheumatoid arthritis, asthma, inflammatory bowel disease and psoriasis. Unfortunately, usage is limited because of metabolic side-effects, e.g. insulin resistance, glucose intolerance and diabetes. To gain more insight into the mechanisms behind glucocorticoid induced insulin resistance, it is important to understand which genes play a role in the development of insulin resistance and which genes are affected by glucocorticoids. Medline abstracts contain many studies about insulin resistance and the molecular effects of glucocorticoids and thus are a good resource to study these effects. Results: We developed CoPubGene a method to automatically identify gene-disease associations in Medline abstracts. We used this method to create a literature network of genes related to insulin resistance and to evaluate the importance of the genes in this network for glucocorticoid induced metabolic side effects and anti-inflammatory processes. With this approach we found several genes that already are considered markers of GC induced IR, such as phosphoenolpyruvate carboxykinase (PCK) and glucose-6-phosphatase, catalytic subunit (G6PC). In addition, we found genes involved in steroid synthesis that have not yet been recognized as mediators of GC induced IR. Conclusions: With this approach we are able to construct a robust informative literature network of insulin resistance related genes that gave new insights to better understand the mechanisms behind GC induced IR. The method has been set up in a generic way so it can be applied to a wide variety of disease networks. © 2013 Fleuren et al.; licensee BioMed Central Ltd.
MULTIFILE
Overgewicht is een veel voorkomend gezondheidsprobleem, ook in de vruchtbare levensfase. Het gevolg van overgewicht is, behalve de bekende risico's, dat de kans op zwangerschap is afgenomen. Nog belangrijker echter is het verhoogde risico op zwangerschapscomplicaties, en complicaties rondom de bevalling.
In dit onderzoeksproject, Health and Wellness in a Connected Society, zal onderzocht worden hoe nieuwe (slimme) technologieën gebruikt kunnen worden om fysieke activiteit van mensen te meten, te monitoren en te stimuleren. De focus van het onderzoeksproject ligt hierbij op bevolkingsgroepen voor wie activiteit van cruciaal belang is en die hierbij extra ondersteund kunnen worden. Het onderzoeksproject vindt plaats binnen het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg en zal worden geïntegreerd met het onderwijs van de opleiding HBO-ICT van hogeschool Windesheim. Hier zullen studenten werken aan het ontwerpen en realiseren van verschillende producten tijdens projectgestuurd onderwijs binnen verschillende semesters. De uitkomst van deze studentprojecten worden voor het onderzoeksproject ingezet om de toepasbaarheid van deze nieuwe technologieën te onderzoeken. Hiermee draagt het onderzoeksproject bij aan een duurzame, beschikbare, betaalbare en kwalitatief hoogstaande zorg. Daarnaast zal nieuwe opgedane kennis door de postdoc gebruikt worden om het bestaande onderwijs van de opleiding verder aan te vullen en te verbeteren.
Dierentuinen streven naar een zo hoog mogelijk welzijnsniveau voor alle diersoorten die zij houden en spelen een cruciale rol in het behoud van bedreigde diersoorten. De zwarte neushoorn (Diceros bicornis) staat al jaren op de lijst van ernstig bedreigde diersoorten. Van de ongeveer 100.000 zwarte neushoorns die in de zestiger jaren nog in het wild leefden, zijn er nu nog slechts 5000 individuen over als gevolg van afname van het leefgebied en stroperij. De zwarte neushoorns in dierentuinen worden, vanwege ernstige gezondheidsproblemen, eveneens bedreigd. De ongeveer 250 zwarte neushoorns in dierentuinen hebben te kampen met dezelfde gezondheidsproblemen, dat we steeds vaker bij de mens zien. Ongezonde voeding (veel suikers en vet) en te weinig beweging zorgen bij de mens voor een cascade aan problemen, die onder te brengen zijn onder de noemer metabool syndroom. Het lijkt erop dat bij de zwarte neushoorn hetzelfde type problemen aanwezig zijn, belangrijke indicatoren hiervoor zijn ijzerstapeling, insuline-resistentie en diverse problemen die samenhangen met een verstoord immuunsysteem. Het is kenmerkend dat deze gezondheidsproblemen niet worden aangetroffen bij de in het wild levende exemplaren. Zwarte neushoorns in dierentuinen overlijden vaak al voordat ze geslachtsrijp zijn. Vaak zijn organen, waaronder de voortplantingsorganen, door ijzerstapeling aangetast. Dit kan de ondergang van deze diersoort betekenen. Tot nu toe zijn de gezondheidsproblemen van de zwarte neushoorn voornamelijk onderzocht door te focussen op slechts één in het oog springend aspect, namelijk ijzerstapeling. In het voorgestelde RHINOCEROMICS onderzoek wordt het gezondheidsprobleem breder onderzocht door met behulp van geavanceerde OMICs technieken een zeer breed scala aan potentiële biologische en biochemische factoren te meten; bloed en feces wordt onderzocht met als doel technieken en biomarkers te ontwikkelen waarmee we de gezondheid van de zwarte neushoorn in gevangenschap kunnen bewaken.
RHINOCEROMICS: Onderzoek naar de gezondheid van de zwarte neushoorn in de dierentuin. Dierentuinen streven naar een zo hoog mogelijk welzijnsniveau voor alle diersoorten die zij houden en spelen een cruciale rol in het behoud van bedreigde diersoorten. De zwarte neushoorn (Diceros bicornis) staat al jaren op de lijst van ernstig bedreigde diersoorten. Van de ongeveer 100.000 zwarte neushoorns die in de zestiger jaren nog in het wild leefden, zijn er nu nog slechts 5000 individuen over als gevolg van afname van het leefgebied en stroperij. De zwarte neushoorns in dierentuinen worden, vanwege ernstige gezondheidsproblemen, eveneens bedreigd. De ongeveer 250 zwarte neushoorns in dierentuinen hebben te kampen met dezelfde gezondheidsproblemen, dat we steeds vaker bij de mens zien. Ongezonde voeding (veel suikers en vet) en te weinig beweging zorgen bij de mens voor een cascade aan problemen, die onder te brengen zijn onder de noemer metabool syndroom. Het lijkt erop dat bij de zwarte neushoorn hetzelfde type problemen aanwezig zijn, belangrijke indicatoren hiervoor zijn ijzerstapeling, insuline-resistentie en diverse problemen die samenhangen met een verstoord immuunsysteem. Het is kenmerkend dat deze gezondheidsproblemen niet worden aangetroffen bij de in het wild levende exemplaren. Zwarte neushoorns in dierentuinen overlijden vaak al voordat ze geslachtsrijp zijn. Vaak zijn organen, waaronder de voortplantingsorganen, door ijzerstapeling aangetast. Dit kan de ondergang van deze diersoort betekenen. Tot nu toe zijn de gezondheidsproblemen van de zwarte neushoorn voornamelijk onderzocht door te focussen op slechts één in het oog springend aspect, namelijk ijzerstapeling. In het voorgestelde RHINOCEROMICS onderzoek wordt het gezondheidsprobleem breder onderzocht door met behulp van geavanceerde OMICs technieken een zeer breed scala aan potentiële biologische en biochemische factoren te meten; bloed en feces wordt onderzocht met als doel technieken en biomarkers te ontwikkelen waarmee we de gezondheid van de zwarte neushoorn in gevangenschap kunnen bewaken.