In 2020 hebben drie docentonderzoekers (Irene de Kleyn, Mariska Dinkelman en Marleen IJzerman) vanuit het lectoraat Meertaligheid en Onderwijs een inventarisatieonderzoek opgezet en uitgevoerd onder een representatieve afvaardiging van lerarenopleiders en studenten van de internationale varianten van de lerarenopleidingen Duits, Engels, Frans en Spaans van Instituut Archimedes (IA) die zijn gebundeld onder “Teacher Education” (TeacherEd). Het onderzoek had als doel inzicht te krijgen in de rol/plek van meertaligheid als leermiddel, leerdoel en context in de verschillende curricula van de TeacherEd.
DOCUMENT
Aanleiding voor deze position paper was het grote aantal vragen over de relatie tussen wereldburgerschap en internationalisering die we kregen van mbo- en hbo-docenten. Om te verduidelijken hoe wereldburgerschap en internationalisering leven onder mbo- en hbodocenten, hebben we een survey afgenomen in samenwerking met Nuffic en UNESCO Nederland. De resultaten bevestigen onze vermoedens: wereldburgerschap wordt vooral begrepen in termen van diversiteit of interculturele vaardigheden en internationalisering in termen van mobiliteit en, eveneens, interculturele vaardigheden. Respondenten zien een sterke relatie tussen wereldburgerschap en internationalisering, maar hebben uiteenlopende opvattingen over deze relatie. Terwijl sommigen wereldburgerschap als een onderdeel van internationalisering zien, denken anderen het tegendeel. Veel respondenten verbinden zowel internationalisering als wereldburgerschap met diversiteit, inclusie en interculturele vaardigheden. Voor wereldburgerschap is deze vernauwing problematisch omdat het daardoor apolitiek en ajuridisch wordt. Hiermee bedoelen we dat de politieke en rechtelijke dimensie van wereldburgerschap verdwijnt, terwijl die zo cruciaal is om als wereldburger te kunnen participeren. Voor internationalisering is het problematisch dat de aandacht zich nog steeds primair richt op mobiliteit voor een kleine minderheid van studenten in plaats van allereerst op internationalisering van het curriculum voor alle studenten. De kern van wereldburgerschap hebben we gedefinieerd als kritische participatie in een globaliserende wereld. Het laten oefenen van zulk wereldburgerschap betekent studenten toerusten met verschillende soorten kennis (real world knowledge) en het vermogen om kritisch na te denken, morele afwegingen te maken en te participeren in publieke discussies over globale en lokale maatschappelijke vraagstukken. Wereldburgerschap in het beroepsonderwijs betekent participatie oefenen, niet alleen als wereldburger, maar ook als beroepsbeoefenaar. Internationalisering Is gericht op pluriforme perspectieven uit andere landen, culturen en contexten. Een geïnternationaliseerd -en ‘geïnterculturaliseerd’ curriculum is relevant voor alle studenten omdat ze met deze dimensies te maken krijgen in hun beroepspraktijk en in de samenleving waarvan ze deel uitmaken. We hebben vervolgens omschreven en met voorbeelden geïllustreerd hoe, volgens ons, wereldburgerschap en internationalisering op een betekenisvolle manier zijn verweven. Zo doen we recht aan beide concepten en brengen tegelijkertijd de kwaliteit van het onderwijs een stap verder. In onze visie is de kern van deze verwevenheid dat we studenten uit verschillende disciplines/beroepen, culturen en landen groepsgewijs aan wicked (deel)problemen laten werken. Op deze wijze werken aan wereldburgerschap en internationalisering vraagt erom zorgvuldig de leeractiviteiten voor te bereiden: van de opdracht tot aan de doorvoering. Het vraagt er ook om dat docenten en studenten buiten de grens van de eigen discipline samenwerken (samenwerkend leren), ervaren wat het betekent om een kritische en democratische discussie te voeren en besluiten te nemen over mogelijke (deel)oplossingen, rekening houdend met diversiteit en inclusie en het lokale met het mondiale verbindend. Om de perspectiefwisseling nog te versterken raden we aan om COIL te gebruiken. Met deze position paper hopen we inzichten te hebben verschaft aan docenten die aan de slag willen met wereldburgerschap en internationalisering.
MULTIFILE
In het Instituut Archimedes, de tweedegraads lerarenopleiding van de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht, neemt de instroom van allochtone studenten toe en daarmee ook de diversiteit van eerder verworven competenties van studenten. Signalen van decanen, docenten, studieloopbaanbegeleiders en onderzoek (Crul &Wolff 2002, Beijer 2005) duiden er op dat relatief veel allochtone studenten problemen ondervinden in hun studieloopbaan. De huidige instrumenten voor intake en studieloopbaanbegeleiding blijken lang niet altijd toereikend te zijn om adequaat de beginsituatie van allochtone studenten vast te stellen en hun studieloopbaan te begeleiden. Er is behoefte aan bijstelling van de bestaande instrumenten en materialen ten behoeve van de veranderende studentenpopulatie. Het Expertisecentrum Diversiteitsbeleid (ECHO) en Sectorbestuur Onderwijs Arbeidsmarkt (SBO) beogen de door- en uitstroom van allochtone studenten in het hoger onderwijs, i.c. de lerarenopleidingen, te verbeteren. Beide organisaties initiëren in samenwerking met hogescholen projecten die een bijdrage leveren aan de verbetering van het onderwijs voor multiculturele studentengroepen. In dit kader hebben ECHO en SBO het Instituut Archimedes het project Intake-assessment en studieloopbaanbegeleiding van allochtone studenten toegekend. Gedurende het studiejaar 2004-2005 hebben studieloopbaanbegeleiders van de opleidingen Frans en Spaans van Instituut Archimedes in samenwerking met een medewerker van de Kenniskring Lesgeven in de Multiculturele School hun ervaringen met de intake en de studieloopbaan van een aantal allochtone studenten in kaart gebracht. De resultaten en aanbevelingen naar aanleiding van de werkzaamheden van de projectgroep staan bij elkaar in dit verslag.
DOCUMENT