Steeds vaker worden de effecten van kunst op welzijn en gezondheid benoemd. In onderzoeken komt naar voren dat het deelnemen aan kunstactiviteiten, actief, receptief of reflectief bijdraagt aan het welbevinden van mensen en het versterken van de samenleving (LKCA, 2021 en 2023; Movisie, 2021; Fancourt & Finn, 2019; Daykin, 2020). De laatste twintig jaar zijn er veel projecten en onderzoeken gestart waarin de relatie wordt onderzocht tussen gezondheid en de impact die de kunsten daarop kunnen hebben. In deze crossovers is er niet alleen kennis opgedaan, maar zijn ook verschillende perspectieven bij elkaar gebracht, zoals die van kunstprofessionals en zorgprofessionals, onderzoekers en beleidsmedewerkers die werken vanuit de beleidsterreinen kunst en cultuur, zorg en welzijn. Het verbinden van zorg en kunst krijgt heden ten dage meer en meer aandacht en de meerwaarde wordt gezien. In die verbinding worden potentiële oplossingen voor demografische en sociale problemen gevonden die leiden tot ervaringen op het gebied van gezondheid en ziekte (Daykin, 2020). Kortom, dat de kunsten een bijdrage kunnen leveren, wordt door veel onderzoeken bevestigd, maar hoe die bijdrage precies tot stand komt, is moeilijker vast te stellen. Er lijkt geen blauwdruk of kant-en-klaar recept te bestaan. Zo zien organisaties in zorg en welzijn zoals Careyn, Buurtzorg en DOCK in Utrecht West de meerwaarde van kunst, maar hebben geen praktische handvatten, kennis en vaardigheden. Wijkcultuurhuis Het Wilde Westen wil op dat gebied graag een bijdrage leveren om, meer specifiek, bij te dragen aan het welzijn en de positieve gezondheid van wijkbewoners. In de praktijk blijkt het nog lastig om elkaar te vinden, omdat iedere partij vanuit zijn eigen opdracht met bijpassende, vastgelegde geldstromen werkt. Het maken van crossovers is niet vanzelfsprekend en een lastige opgave. Daarom is in samenwerking met Het Wilde Westen, Buurtzorg, Careyn en DOCK dit onderzoek naar kunst en positieve gezondheid gestart, waarin verkennend onderzoek is gedaan naar het gezamenlijk inzetten van kunst ter bevordering van welzijn en positieve gezondheid. We onderzochten de samenwerking tussen de verschillende partners om te kijken wat voor hen nodig is om met bewoners vorm te geven aan kunstbeleving en de betekenis van de term ‘positieve gezondheid’. Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door regieorgaan SIA (Kiem GoCI). 1.1 Onderzoeksvraag In het voortraject is gezamenlijk gekomen tot de volgende onderzoeksvraag: Hoe kan kunst community-based vanuit een wijkperspectief door kunst-, welzijns- en zorgprofessionals ingezet worden om een bijdrage te leveren aan de positieve gezondheid in Utrecht West? In deze onderzoeksvraag is, vanuit de wens uit de praktijk, de term ‘positieve gezondheid’ als uitgangspunt genomen. Reden hiervoor is dat dit begrip ruimte geeft voor een holistische blik op gezondheid en een ruimte geeft aan bewoners om zelf betekenis te geven aan het begrip gezondheid (Huber et al., 2011). Steeds duidelijker wordt dat de toegang tot gezondheidszorg maar een kleine invloed heeft op het ervaren van gezondheid en welzijn. De meeste uitdagingen op het gebied van gezondheid blijken meer en meer te maken te hebben met demografische en sociale trends. Ook zijn er veel ziekten waarvoor de bestaande gezondheidszorg niet als enige een oplossing kan bieden, denk bijvoorbeeld aan dementie en chronische ziekten (Daykin, 2020). Het werken vanuit het concept positieve gezondheid kan, doordat zij zich richt op de mens als geheel, bijdragen aan een meer holistische kijk op gezondheid (Huber, 2011). Daarbij is het belangrijk om op te merken dat positieve gezondheid geen onomstreden concept is. Zo wordt gewaarschuwd dat de beleidsmatige vertaling ervan kan leiden tot het terugtrekken van de overheid en bovendien normerend en te individualistisch kan worden ingezet (Cardol et al., 2017). In het onderzoek is positieve gezondheid gekozen als startpunt omdat een aantal consortiumpartners actief met dit concept werken. In het onderzoek wordt bewust gekeken naar hoe het begrip wordt ingezet en wat de discussiepunten ervan zijn. Bijvoorbeeld omdat er in Utrecht West gewerkt wordt vanuit het concept positieve gezondheid vanuit een wijkbenadering waarin het collectieve bewonersperspectief van belang is en niet enkel het individuele belang.
MULTIFILE
Sinds de invoering in 1998 van de Tweede Fase in het Middelbaar Onderwijs is er een nieuw elan geslopen in discussies die gaan over wat interdisciplinariteit in de kunsten precies betekent en hoe deze van betekenis kan zijn voor het kunstonderwijs. Tot het moment van invoering werd het kunstonderwijs op de middelbare school op een monodisciplinaire wijze vorm gegeven, maar met de invoering kwam het fenomeen interdisciplinariteit veel directer in de schijnwerpers van het onderwijs te staan. De vakken CKV 1 – 3 (Culturele en Kunstzinnige Vorming) hadden veel nadrukkelijker een gemeenschappelijke benadering van de kunsten als vertrekpunt en die benadering richtte zich heel direct op gemeenschappelijke kenmerken van de kunstdisciplines.
Het Project TBTOP is een samenwerkingsproject tussen onderwijsinstellingen voor VMBO, MBO en HBO om het techniek onderwijs samen met bedrijven in de regio aantrekkelijker te maken voor studenten, docenten en bedrijfsleven. Dit wil men realiseren door meer praktijknabij onderwijs te ontwikkelen. Ook wil men de vak-disciplinaire visie op het beroep verbreden en studenten kennis laten maken met doorstroommogelijkheden in studie en beroep. Een groep projectleiders uit de verschillende onderwijsinstellingen draagt zorg voor de voortgang van de vernieuwingsprocessen en verankering in het onderwijs. De betrokkenen hebben samenwerking in een nieuwe context ervaren namelijk samenwerking met de beroepspraktijk, samenwerking met andere vakdisciplines en samenwerking met andere onderwijsinstellingen (en dus onderwijsniveaus). Het samenwerken aan praktijkopdrachten in multidisciplinaire TOPteams is een nieuw proces geweest voor docenten en bedrijfsmedewerkers. Dit proces heeft, los van de concrete producten en processen, een cultuurverandering in het onderwijs in gang gezet. Groepen docenten zijn getriggerd om over de grenzen van hun vakgebied te kijken en naar het onderwijs te kijken, vanuit de bril van de praktijk. Hiermee hebben de betrokkenen zich geprofessionaliseerd. In de film die gemaakt is naar aanleiding van dit project, vertellen betrokkenen hun ervaringen binnen de nieuwe samenwerkingsvormen. De film is interactief en op verschillende momenten in te stappen.
MULTIFILE
Nederland wil in 2050 circulair zijn. Dat vraagt een ongekende transitie in de wijze waarop onze samenleving onderneemt, samenwerkt, denkt en doet. Stedelijke regio’s zijn de geijkte plek om een transitie naar een circulaire economie in gang te zetten door hun dichte concentratie van kennis, kapitaal, data en resources op een relatief klein oppervlak. De baten die deze transitie oplevert zullen vooral in deze regio’s merkbaar zijn: minder verspilling, luchtvervuiling en CO2-uitstoot, meer economische waarde en sociale impact. CIRCOLLAB richt zich op het versterken van interdisciplinair praktijkgericht onderzoek voor de circulaire transitie in de metropoolregio Amsterdam (MRA). De SPRONG-groep bestaat uit lectoraten van de Centres of Expertise Urban Technology en Urban Governance & Social Innovation en de Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie van de Hogeschool van Amsterdam, Kenniscentrum Maatschappelijke Innovatie Flevoland van Hogeschool Windesheim en de Academie van Bouwkunst van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. De SPRONG-groep combineert expertise vanuit het technologische, creatieve, economische en sociale domein en verricht praktijkgericht onderzoek naar ‘circulair denken en doen’, ‘circulair ondernemen’, ‘circulair menselijk kapitaal’ en ‘circulair samenwerken’ in relatie tot technische innovaties in twee waardeketens: de gebouwde omgeving en consumptiegoederen. De SPRONG-groep ontwikkelt, samen met actoren in de quadruple helix, een regionale infrastructuur voor inventariseren en prioriteren van onderzoeksbehoeften en het programmeren, opbouwen en uitwisselen van kennis. Hierbij worden kennis en ervaringen uit circulaire initiatieven, experimenten, onderzoek en onderwijs aan elkaar en aan fysieke experimenteerruimtes verbonden, om gezamenlijk van te leren, kennis te delen en op te schalen. Zo ontstaat een krachtige interdisciplinaire SPRONGgroep met de ambitie om het consortium uit te laten groeien tot dé regionale spil op het gebied van de circulaire transitie in grootstedelijke regio’s en een erkende (inter)nationale speler voor kennisuitwisseling en -opbouw op dit onderwerp.
In het interdisciplinaire project Het Amstelpark – de bomen vertellen hun verhaal onderzoeken houtonderzoeker en boombioloog Ute Sass-Klaassen, milieujuristen Jessica den Outer en Jan van de Venis, en kunstenaar Elmo Vermijs, hoe bomen rechtspersonen kunnen worden en op welke manieren deze nieuwe juridische status kan bijdragen aan betere bescherming en beheer van bossen. In de ogen van dit consortium is dit een essentiële voorwaarde voor een succesvolle transitie naar een circulaire economie en duurzamere samenleving. Dit onderzoeksproject werkt met de 6000 bomen van 300+ soorten die in 1972, ter gelegenheid van de Floriade, werden aangeplant in het Amstelpark in Amsterdam – één van de meest soortenrijke stadsparken in Europa. Sass-Klaassen zal het project starten met een vergelijkend hout- en jaarringonderzoek dat zich richt op boomgroei in het Amstelpark in relatie tot klimaatverandering. Dit onderzoek zal plaatsvinden in het LivingLab, een tijdelijk laboratorium in het Orangerie-paviljoen. De dendrochronologische data, die uit deze studie naar voren zullen komen, zijn voor milieujuristen Den Outer en Van de Venis onmisbaar in hun juridische zoektocht naar een nieuwe rechtsstatus voor de bomen. Kunstenaar Vermijs zal op basis van het jaarringonderzoek een ruimtelijke installatie bouwen die het midden houdt tussen een paviljoen en een rechtbank. Deze installatie zal de denk- en werkprocessen van de bioloog en de juristen bijelkaar brengen en toegankelijk maken door middel van een publieksprogramma met een lezingenserie, en interactieve demonstraties en illustraties van jaarringonderzoek. Vermijs zal de installatie bouwen in samenwerking met Stadshout Amsterdam volgens de principes van een circulaire economie met 0% afval. Het project zal een onderdeel zijn van de Shadow Floriade. Dit programma wordt georganiseerd door Zone2Source en zal plaatsvinden in het Amstelpark (april - oktober 2022). Na afloop van het project zal er een publicatie komen met een verslag, conclusies en vragen voor de toekomst.
OKWT: Arts Loves Sciences and Flirts with Gamma Het lectorenplatform Onderwijs op het snijvlak van Kunst, Wetenschap en Technologie (OKWT) richt zich specifiek op vakoverstijgend onderwijs, waar kunst en bèta elkaar ontmoeten. De ambitie van het platform is om leerlingen, studenten en ook onderwijsprofessionals te stimuleren om vanuit verschillende kennisdomeinen tot nieuwe manieren van leren en probleemoplossen te komen. De opbloeiende, interdisciplinaire praktijken van kunstenaars worden hierbij als een inspiratiebron voor de vernieuwing van het funderend en hoger onderwijs beschouwd. Het OKWT-platform is in de herfst 2022 uitgebreid met gammalectoren en gaat in de komende twee jaar aan de slag met het project OKWT: Arts Loves Sciences and Flirts with Gamma. Hierin wordt gezamenlijk gewerkt aan netwerkvorming, kennisuitwisseling, een geactualiseerde OKWT onderzoeksagenda en vakoverstijgende onderwijsontwikkeling. Hiermee verhoudt het platform zich tot recente ontwikkelingen in het onderwijs rondom inclusie, digitale geletterdheid en burgerschap die vragen om een verrijking en uitbreiding van het OKWT-onderzoeksgebied met Sociale Wetenschappen en Gedragsstudies (Gamma). Deze verbreding is essentieel voor o.a. technologische-, democratische - en burgerschapscompetenties van leerlingen en studenten, die nodig zijn om op een betekenisvolle manier te kunnen participeren in de maatschappij. Naast vakkenintegratie op het snijvlak van Kunst, Wetenschap, Technologie en Sociale Wetenschappen en Gedragsstudies (OKWT♥G), werkt het platform ook toe naar een actualisering van de leerinhouden van de kunst-, bèta- en gammavakken en het duurzaam implementeren hiervan binnen de onderwijspraktijk. Dit levert een geüpdatete OKWT♥G- Onderzoeksagenda op met inzichten en aanbevelingen voor interdisciplinair, praktijkgericht onderzoek naar onderwijsinnovatie. Het project draagt bij aan Nationale Wetenschapsagenda (NWA) (Kunst: onderzoek en innovatie in de 21e eeuw/Kunsten als inspiratiebron voor educatie en een leven lang leren/Kunsten als motor voor innovatie en reflectie in een hightechsamenleving; en aan de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen van het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid.