Wat kunnen open leeromgevingen voor jouw onderwijspraktijk betekenen? In het dynamische landschap van het onderwijs bieden omgevingen zoals living labs, hybride leeromgevingen en interdisciplinaire labs nieuwe mogelijkheden om samen te werken én te leren. Toch zorgen deze samenwerkingsvormen in onderwijswereld af en toe voor verwarring. Lectoraat Teaching en Technology wil met het magazine ‘Open leeromgevingen’, in deze wereld duiken en meer duidelijkheid geven.
DOCUMENT
Deze publicatie bundelt ervaringen en geleerde lessen uit een pilot met twee interdisciplinaire leer- en opleidingsomgevingen vanuit het programma Utrecht Leert vernieuwend Opleiden (ULVO) in schooljaar 2024-2025. Deze twee leeromgevingen, in en rond vier PO- en VO- scholen in de Utrechtse wijken Leidsche Rijn en Vleuten/De Meern, zijn een jaar lang gevolgd. De publicatie is opgebouwd rond zeven verhalen uit deze innovatieve, lerende praktijken, die de noodzaak, de uitdagingen en de opbrengsten van samen opleiden en leren, over de grenzen van het educatieve, sociale en pedagogische domein heen, illustreren. De centrale vraag in deze publicatie luidt: Hoe ontwikkelt de interdisciplinaire samenwerking tussen opleidings- en praktijkprofessionals en met studenten in het pedagogische, sociale en educatieve domein zich in, tussen en over de interdisciplinaire leer- en opleidingsomgevingen van ULVO?
DOCUMENT
De insteek van het CoE S2M is om vanuit vraaggestuurd onderzoek van bedrijven samen met professionals en studenten een voedingsbodem voor een passend onderwijsaanbod (bijvoorbeeld trainingen, (bij)scholingstrajecten, hybride leerkrachten en flexibele leerroutes) te creëren. Dit literatuuronderzoek naar alternatieve leeromgevingen en werkvormen heeft de volgende doelstellingen: • het identificeren van best practices op het gebied van inspirerende en activerende werkvormen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • het identificeren van best practices van inspirerende en activerende leeromgevingen passend bij de doelstelling van het CoE S2M en bij het NHL Stenden DBE onderwijsmodel; • de toepasbaarheid van deze werkvormen en leeromgevingen bij de doelstelling van het CoE S2M en het DBE onderwijsmodel.
DOCUMENT
Steeds vaker worden complexe vraagstukken uit de samenleving, ook wel ‘wicked problems’, met verschillende disciplines en stakeholders opgepakt. Deze samenwerking werkt als een vliegwiel om tot nieuwe kennis en oplossingen te komen als er geen eenvoudig antwoord is. Labs, hybride leeromgevingen, bieden studenten de kans om hier ervaring mee op te doen. Zo worden ze voorbereid op toekomstige samenwerkingen als professional. Welke vormen van samenwerken kom je tegen in labs? Welke competenties hebben studenten nodig in een samenwerking met verschillende disciplines? Leidt het deelnemen aan labs automatisch tot effectief samenwerken met andere disciplines? Hoe ontwikkelen studenten de competenties voor deze vormen van samenwerking? Wat vraagt dat van het ontwerp van een lab als leeromgeving? Antwoord op deze en andere vragen vind je in deze publicatie van het lectoraat Teaching, Learning & Technology zodat je in zeven minuten weer bent bijgepraat over samenwerken in een lab.
DOCUMENT
Programmatisch toetsen is een holistische benadering waarbij wordt gekeken naar de gehele ontwikkeling van de student en toetsing het leerproces stimuleert (Baartman, Van Schilt-Mol en Van der Vleuten, 2020). Studenten verzamelen hierbij bewijsmaterialen, feedback en reflecties in bijvoorbeeld een digitaal portfolio. Verschillende opleidingen binnen Inholland oriënteren zich, net als in de rest van het hoger onderwijs, op het concept programmatisch toetsen. Genoeg reden voor het lectoraat Teaching Learning & Technology (TLT) om een nulmeting te doen en te inventariseren wat de huidige ervaringen zijn.
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft een onderzoek naar werkzame elementen in de samenwerking binnen innovatieve leeromgevingen, professionele werkplaatsen (PW) genoemd. In PW werken onderwijs en beroepspraktijk samen aan complexe vraagstukken waarbij de ontwikkeling van betrokkenen en de innovatie van de beroepspraktijk centraal staan. Op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met 11 sleutelfiguren en een meervoudige casestudie waarin vanuit 4 cases 75 betrokkenen participeerden, is het model Lerend en Onderzoekend Samenwerken in PW ontwikkeld. Het model omvat zes elementen en laat zien dat het lerend en onderzoekend samenwerken centraal staat in een PW en zich ontwikkelt binnen een grensoverstijgende en ontwikkelingsgerichte cultuur. Betrokkenen in een PW leren gezamenlijk doordat ze samenwerken in de dienstverlening en hierbij waarde hechten aan het delen van verschillende perspectieven. Door facilitering van mensen en middelen en door de samenwerking vorm te geven vanuit een gezamenlijke visie, kunnen betrokkenen elkaar leren kennen en afstemmen op welke manier zij samen kunnen bijdragen aan de innovatie van de beroepspraktijk. Hiervoor zijn zowel het opbouwen van relaties als het expliciteren en verdelen van taken en verantwoordelijkheden essentieel. Het model, dat een systemisch perspectief kent, biedt uitgangspunten en handvatten om de samenwerking binnen een PW te evalueren en te versterken.
MULTIFILE
Deze agenda is een strategisch kader voor human capitalontwikkelingen in de creatieve industrie in de Metropoolregio Amsterdam voor de komende vier jaar (2012-2016). De agenda bestrijkt de gehele breedte van de creatieve industrie en richt zich op een interdisciplinaire aanpak en op het stimuleren van een onderzoekende en ondernemende cultuur in het onderwijs. Leidende thema’s zijn: • onderwijs over ondernemerschap;; • vraag en aanbod op elkaar afstemmen;; • alumni & permanente educatie;; • internationalisering. De Creatieve Industrie is de belangrijkste top sector voor de Metropoolregio Amsterdam (CBS monitor topsectoren 2012). Voor de beschrijving van de Creatieve Industrie in de Metropoolregio is een benadering vanuit drie clusters aangehouden: Kunsten & Cultureel Erfgoed, Media & Entertainment, Creatieve Zakelijke Diensten (reclame, mode vormgeving, architectuur). Het Kernteam Creatieve Industrie MRA wil een belangrijke bijdrage leveren aan de Europese en landelijke ambitie om Nederland in 2020 de meest creatieve economie van Europa te laten zijn. Dit vraagt om continue innovatie, slimme en creatieve oplossingen. Daarvoor is slim, creatief, jong (top)talent onmisbaar. Bij deze ambitie hoort een naadloze verbinding en samenwerking tussen bedrijfsleven en kennis- en onderwijsinstellingen. Het concurrerende klimaat, dynamiek en tempo in de sector vragen om snelle toepassing van nieuwe kennis en technologie en om een voortdurende instroom van nieuw (internationaal) creatief (top)talent en permanente bijscholing. Naast een economische waarde heeft de creatieve sector ook een maatschappelijk toegevoegde waarde. Met name de subsector Kunsten & Cultureel Erfgoed bevordert, met een vaak cross-sectorele aanpak, participatie en cohesie van diverse groepen in de samenleving. De toegevoegde waarde van de creatieve industrie wordt door andere sectoren nog onvoldoende op waarde geschat en benut. Voor professionals en aankomend talent is het cruciaal dat zij de juiste kennis en vaardigheden ontwikkelen om de meerwaarde en identiteit van de creatieve industrie over het voetlicht te brengen. De ondertekenaars van deze HCA hebben de intentie de ingezette samenwerking nog concreter vorm te geven. Het Centre of Expertise, Centrum voor Innovatief Vakmanschap en de Amsterdam Campus zijn hierbij dé vehikels om concrete afspraken en projecten tussen de drie partijen uit de gouden driehoek te realiseren. Prioriteit hierbij is de vraagarticulatie vanuit het bedrijfsleven verder aan te scherpen, afspraken hierover tussen partijen zijn reeds gemaakt. AIM wordt gevraagd twee per jaar een bijeenkomst te organiseren om concrete acties met elkaar te benoemen. Deze HCA, met bijbehorende ambitie en invulling, zal dan ook jaarlijks door het Kernteam geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Hierbij blijft afstemming met de MRA –agenda’s: HCA ICT en HCA Toerisme en Congressen gewenst.
DOCUMENT
In het artikel staat beschreven hoe binnen de opleiding Applied Science van Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen in Eindhoven een Overall Toets ontwikkeld is die aansluit bij het competentiegerichte leren. In deze toets staat een casus over een actuele beroepssituatie centraal waarbij de vakgebieden chemie, biologie en technologie in de propedeuse geïntegreerd competentiegericht getoetst worden. De samenstellers laten zien hoe deze toets er uit ziet en geven aan wat de ervaringen er mee zijn.
DOCUMENT
Lerende netwerken kunnen een belangrijke katalysator zijn voor leren van, tijdens en over vernieuwing. Zowel bij de lectoraten als bij de onderwijs-instituten van Hogeschool Utrecht (HU) bestaat een veelheid aan begrippen, aanverwante termen en vele varianten daarop. In een gezamenlijk project doen we in een lerend netwerk onderzoek naar de overeenkomsten en verschillen tussen deze vormen van lerende netwerken, hoe ze bijdragen aan duurzame innovatie en welke theorieën er achter zitten. Vorm is inhoud: het is een lab over labs en daarom hebben we het Overlab gedoopt.
DOCUMENT