This article discusses some characteristics of the educational framework of the programme and tries to compare the results of the programme as reported by graduates with the 'professional competencies for Sustainable Development’, as formulated by DHO (the organisation for Sustainable Higher Education in the Netherlands). Because of the strong international character of the programme (students from more than 50 different countries in all continents of the world graduated since 1996), a specific issue of concern is the applicability of the Dutch Sustainable Competences in an international setting, and the implications for the teaching and learning approach. The experiental learning theory and the learning styles as defined by Kolb (1984) and the cultural dimensions as described by Hofstede (2009) are used to check this. Results from short online interviews with graduates all over the world illustrate the results of this comparison.
MULTIFILE
Na de diverse thematieken van de afgelopen jaren Trends en ontwikkelingen in maatschappelijk vastgoed (2011), Onderzoeken en visie (2012), Onderzoeken en perspectieven op maatschappelijk en financieel rendement (2013) en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (2014) kunnen we de scope van de 8e Barometer Maatschappelijk vastgoed verbreden. Dit hebben we gedaan door (inter)nationaal te kijken naar onderzoek over en ontwikkelingen van maatschappelijk vastgoed en in het bijzonder gemeentelijk vastgoed en zorgvastgoed. Deze internationale ontwikkeling van de Barometer Maatschappelijk Vastgoed wordt door actoren in en rondom maatschappelijk vastgoed gezien als interessant, actueel en belangrijk. Met deze stap van de Barometer beoog ik om vanuit andere contexten en culturen - door bijdragen over andere landen en met buitenlandse auteurs - te kijken naar ons eigen maatschappelijk vastgoed in Nederland en inzicht te geven in de problematiek en oplossingsrichtingen van gemeentelijk vastgoed en zorgvastgoed. Daarbij is een herverkaveling van vastgoedbelangen een gedachtegang voor de toekomst. De internationalisering wordt ook onderschreven door de RICS die wereldwijd actief is vanuit New York, Sao Paulo, London, Brussel, Dubai, New Delhi, Singapore, Hong Kong, Tokyo, Beijing en Sydney. Afgelopen jaar zijn er nog een aantal andere (internationale) ontwikkelingen geweest. Zo verscheen eind 2014 mijn proefschrift Materieel Immaterieel: besturing van woningcorporaties in samenhang met maatschappelijk vastgoed vanuit de RSM Erasmus Universiteit Rotterdam (RSM/EUR), één van Europa’s top business scholen voor het onderwijs en in de top 3 voor toponderzoek. Vanuit het lectoraat zijn we ook een structurele samenwerking met Odisee Hogeschool en Universiteit Brussel aangegaan. Het internationale karakter van het lectoraat in 2015 wordt naast het verschijnen van dit boek ook onderstreept door een drietal presentaties, twee abstracts en een geaccepteerde paper over maatschappelijk vastgoed voor het internationale congres van de European Real Estate Society (ERES) 2015 in Istanbul. De Barometer Maatschappelijk Vastgoed bestaat dit jaar uit vijf delen (I) gemeentelijk maatschappelijk vastgoed, (II) koplopers gemeentelijke vastgoedbedrijven, (III) het Rijksvastgoedbedrijf als referentiekader, (IV) ontwikkelingen in maatschappelijk vastgoed en (V) internationaal onderzoek maatschappelijk vastgoed.
Hoe krijg je een internationaal perspectief op je toekomstige beroep, als je niet tijdens je studie naar het buitenland gaat? Door lessen te volgen samen met studenten van partneruniversiteiten. Deze zogenoemde international classroom heeft drie aandachtspunten: de passende lesmethode, de differentiatie in voorkennis en de interculturele sensitiviteit.
LINK
Het project inventariseert hoe internationaliseringsactiviteiten in MBO en HAVO bijdragen aan de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden en welke eindtermen MBO en HAVO hiervoor hebben gedefinieerd. Kennis hiervan stelt HBOs in staat om hum beginniveau voor de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden af te stemmen op de eindniveaus van hun instroom. Binnen het project worden case studies van een MBO-instelling en een HAVO-school uitgevoerd, die voorbereiden op een brede enquete binnen MBOs en HAVO-scholen. De resultaten worden met de sectoren besproken via interviews en vervolgens gespresenteerd op een conferentie voor HAVO, MBO en HBO.
In het project “ADVICE: Advanced Driver Vehicle Interface in a Complex Environment” zijn belangrijke onderzoeksresultaten geboekt op het gebied van het schatten van de toestand en werklast van een voertuigbestuurder om hiermee systemen die informatie geven aan de bestuurder adaptief te maken om zo de veiligheid te verhogen. Een voorbeeld is om minder belangrijke informatie van een navigatiesysteem te onderdrukken, zolang de bestuurder een hoge werklast ervaart voor het autorijden en/of belangrijke informatie juist duidelijker weer te geven. Dit leidt tot een real-time werklast schatter die geografische informatie meeneemt, geavaleerd in zowel een rijsimulator als op de weg. In de ontwikkeling naar automatisch rijden is de veranderende rol van de bestuurder een belangrijk (veiligheids) onderwerp, welke sterk gerelateerd is aan de werklast van de bestuurder. Indien rijtaken meer geautomatiseerd worden, wijzigt de rol van actieve bestuurder meer naar supervisie van de rijtaken, maar tevens met de eis om snel en gericht in te grijpen indien de situatie dit vereist. Zowel deze supervisie als interventietaak zijn geen eenvoudige taken met onderling een sterk verschillende werklast (respectievelijk lage en (zeer) hoge werklast). Of een goede combinatie inclusief snelle overgangen tussen deze twee hoofdtaken veilig mogelijk is voor een bestuurder en hoe dit dan het beste ondersteund kan worden, is een belangrijk onderwerp van huidig onderzoek. De ontwikkeling naar autonoom rijden verandert niet alleen de rol van de bestuurder, maar zal ook de eisen aan het rijgedrag van het voertuig beïnvloeden, de voertuigdynamica. Voor de actieve bestuurder kunnen snelle voertuigreacties op bestuurdersinput belangrijk zijn, zeker voor een ‘sportief’ rijdende bestuurder. Indien dit voertuig ook automatische rijtaken moet uitvoeren, kan juist een meer gelijkmatig rijgedrag gewenst zijn, zodat de bestuurder ook andere taken kan uitvoeren. Dit stelt eisen aan vertaling van (automatische) input naar voertuigreactie en aan de voertuigdynamica. Mogelijk wil zelfs een sportieve bestuurder een meer comfortabel voertuiggedrag tijdens automatisch rijden. Eveneens voor deze twee voertuigtoestanden, menselijke of automatische besturing, moet gezocht worden naar een goede combinatie inclusief (veilige) overgangen tussen deze twee toestanden. Hierbij speelt de werklast en toestand van de bestuurder een doorslaggevende rol. In de geschetste ontwikkelingen in automatisch rijden kunnen de onderzoeksresultaten van ADVICE een goede ondersteuning bieden. Veel van deze ontwikkelingen worstelen met het schatten van de werklast van de bestuurder als cruciaal (veiligheids) aspect van automatisch rijden. De ADVICE resultaten zijn echter gepresenteerd voor beperkt publiek en gepubliceerd op conferenties, waarvan de artikelen veelal slechts tegen betaling toegankelijk zijn. Daarnaast zijn dergelijke artikelen gelimiteerd in aantal pagina’s waardoor de over te dragen informatie beperkt is. Om een betere doorwerking van ADVICE aan ‘iedereen’ te realiseren en tevens de mogelijkheden hiervan in de toekomst van automatisch rijden te plaatsen, willen wij top-up gebruiken om hierover een artikel te schrijven en dit in een peer-reviewed Open Access tijdschrift online toegankelijk te maken. Hierdoor wordt de informatie voor iedereen, gratis toegankelijk (open access), is de inhoud uitgebreider aan te geven (tijdschriftartikel) en is de inhoud en kwaliteit goed en relevant voor het vakgebied (peer-reviewed).
Aeres University of Applied Sciences has placed internationalisation as a key driver in its overall strategy. By prioritising the internationalisation of education and educational consultancy the university has created solid opportunities for students, lecturers, and partners at regional, national, and international levels. Currently, more strategic development on internationalisation in applied research at Aeres is needed. There is an opportunity to utilise highly proficient researchers, state-of-the-art facilities, and an impressive national research portfolio, and for this, there is a need to develop international research agenda, a key priority for AeresResearch4EU. To address this need, Aeres University of Applied Sciences aims to strengthen its internationalisation efforts with its research activities, opening the door to many opportunities, and most importantly, creating an international research agenda spanning the university's three locations. The main objectives of AeresResearch4EU are to analyse the existing research strategy and professorships and develop them towards a global research agenda for the European Union. By focusing on international research projects, Aeres can further enhance its reputation as a leading institution for applied research in agriculture, food, environment, and green technologies. AeresResearch4EU aims to create new partnerships and collaborations with researchers and institutions across Europe, allowing Aeres to contribute to developing innovative and sustainable solutions to global challenges. With its strong commitment to internationalisation and its focus on applied research, Aeres University of Applied Sciences is poised to become an essential player in the European research landscape.