Purpose – The purposes of this paper are to 1) give an overview of the prevalence of HR practices that are used to retain vital older workers in health organizations, 2) to examine the evaluations of those HR practices, and 3) to determine the wishes for HR practices in three different target groups:older workers, line managers and HR professionals.Design/methodoly/approach - An inventory case study was conducted based on 51 interviews with older workers, line managers and HR professionals working in 15 hospitals and nursing and care organizations.Findings - Our results showed that maintenance HR practices focused on retaining older workers in their current jobs, in comparison with development HR practices, are by far more prevalent. In addition, maintenance and development HR practices, in general, are assessed being successful.Although wishes appeared to be strongly related to development HR practices, maintenance HR practices are mentioned as well.Originality/value - This paper aims to give an overview of the prevalence of HR practices used to retain older workers in health care organizations vital at work, which practices are evaluated as successful from not only line managers’ and HRM perspective, but from the older workers themselves as well.
Voor optimale wedstrijdprestaties in het voetbal is een juiste verhouding tussen belasting en herstel noodzakelijk.2 Het monitoren van trainingen en het systematisch analyseren van wedstrijden kan helpen bij het optimaliseren van prestaties en het voorkomen van onder en overbelasting. Het eerste deel van dit tweeluik, dat verscheen in Sportgericht 5/2014, was gewijd aan trainingsmonitoring. In dit tweede deel worden mogelijkheden voor wedstrijdanalyse besproken, die door de trainer/coach en zijn staf gebruikt kunnen worden.
Het ondergaan van een eenzijdige beenamputatie is een drastische chirurgische ingreep. Mensen, die na een amputatie in staat zijn om te lopen met een prothese, zijn functioneel onafhankelijker, en hebben een hogere kwaliteit van leven dan mensen die in een rolstoel belanden. Het is daarom niet verrassend dat het herwinnen van de oopvaardigheid één van de voornaamste doelen is tijdens de revalidatie. Doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de factoren die het herwinnen en onderhouden van de loopvaardigheid van mensen na een beenamputatie beïnvloeden. Gebaseerd op de resultaten van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de fysieke capaciteit hierbij een belangrijke rol speelt. Een relatief kleine verbetering in de capaciteit kan al resulteren in significante en klinisch relevante verbeteringen. Hoewel geavanceerde prothesen de mechanische belasting van het lopen met een beenprothese verminderen, kan een ineffectieve balanscontrole deze positieve resultaten weer tenietdoen. ABSTRACT Undergoing a lower limb amputation is a life-changing surgery. The ability to walk greatly influences the subject's functional independence and quality of life. Not surprisingly, regaining walking ability is one of the primary goals during prosthetic rehabilitation. The primary aim of the research performed was to enhance our understanding of some of the factors that influence the ability to regain and maintain walking after a unilateral lower limb amputation. Based on the results we can deduce that a person's physical capacity plays an important role in their walking ability. Relatively small improvements in capacity could lead to significant and clinically relevant improvements in people's walking ability. Furthermore, results show that sophisticated prosthetic feet can reduce the mechanical load experienced when walking with a prosthesis. Interestingly, inefficient balance control strategies can undo any positive effect of these prostheses.
Er ontstaan in Nederland veel blessures als gevolg van overbelasting in alle lagen van de sport. Hoe kunnen deze blessures worden voorkomen? Insteek van dit project is het gebruik van (sensor)technologie en big data analyse voor het vroegtijdig detecteren van signalen van overbelasting en daarmee het voorkomen van blessures. Een grote hoeveelheid technologie wordt momenteel al gebruikt voor het meten aan sporters (quantified self). Professionele sportclubs investeren in dure systemen. Diepte-interviews tonen echter aan dat er twee grote problemen zijn: ten eerste de grote hoeveelheid data en ten tweede de kennis voor een juiste interpretatie van de data benodigd voor een omzetting naar een trainingsadvies. Computermodellen opgebouwd uit systematische data-analyse van de enorme hoeveelheden trainingsdata en aangevuld met domeinkennis kunnen deze problemen oplossen. Er is behoefte aan een systeem waarin informatie uit verschillende bronnen in één systeem wordt opgeslagen en toegankelijk gemaakt om vervolgens geïntegreerd geanalyseerd te kunnen worden. Individuele profielen moeten gebouwd worden uit de data voor een snelle, automatische interpretatie. Hiermee kan grensbewaking voor overbelasting plaatsvinden en kunnen trainingsaanpassingen gedaan worden waar nodig. Vanuit deze behoefte richt het project zich op de praktijkvraag “Hoe kunnen we een praktisch toepasbaar gereedschap ontwikkelen dat valide de externe en interne trainingsbelasting kan meten, de (para)medische staf en/of fysiek trainer helpt bij het detecteren van (potentiële) overbelasting en daarmee helpt bij het plegen van de juiste interventies voor het voorkomen van blessures?”. Het principe van een dergelijke ‘belastingmonitor’ is al aangetoond. Voor een volwaardig prototype zal echter zowel het computermodel als de gebruikersapplicatie technisch gezien moeten worden doorontwikkeld, geoptimaliseerd, uitgebreid en vooral getest. Daar richten de onderzoeksvragen van dit project zich op. De focus ligt in eerste instantie op het (betaalde) voetbal, maar kan ook naar andere teamsporten en de breedtesport vertaald worden.
Hogeschool Rotterdam leidt jongeren op tot competente professionals op basis van de nieuwste inzichten en kennis om uitdagingen in de veranderende maatschappij van vandaag en morgen aan te gaan, Eigenstandig en hoogwaardig praktijkgericht onderzoek en de daarbij behorende dialoog met het onderwijs is hiervoor essentieel. De opgaven die vanuit de maatschappij, het bedrijfsleven en de overheid op ons afkomen, zijn vertaald in vier speerpunten: toekomstbestendige economie, duurzame energietransitie, digitalisering en AI, en vitale gemeenschap. Als belangrijke partij in de stad Rotterdam, met haar unieke karakter en multiculturele samenleving en smeltkroes van industrie, logistiek en technologie, hebben we ons geprofileerd als samenwerkingspartner voor lokale, regionale en nationale bedrijven en overheden. De volgende stap is om deze ontwikkeling door te zetten in internationale context. Hiervoor is er binnen Hogeschool Rotterdam een ontwikkeling nodig op twee sporen: enerzijds willen we ons richten op netwerkvorming om te ontwikkelen tot serieuze partner en penvoerder van grote Europese projecten, en anderzijds willen we ons richten op de interne professionalisering die ervoor nodig is om de belasting voor de organisatie die komt kijken bij dergelijke grote consortiumprojecten administratief, financieel en juridisch aan te kunnen en adequaat te kunnen verrichten. Binnen dit project gaan lectoren op de speerpuntthema's nieuwe netwerkverbanden leggen om zich uiteindelijk te kunnen profileren als serieuze partner en penvoerder. Aan de kant van projectmanagement en financiële administratie gaan we ons richten op scholing en kennisdeling door middel van het volgen van de meest actuele workshops en trainingen door professionele en vakorganisaties. De kennis zal worden geborgd binnen de organisatie door middel van interne kennissessies. Aan het einde van dit project zal Hogeschool Rotterdam op beide facetten klaar zijn voor de volgende stap om de opgaven op het gebied van de speerpuntthema's vol vertrouwen, gebaseerd op de meest actuele kennis, aan te gaan.
Ultra-flexibele inzet van een getijcentrale, gericht op enerzijds de inkoop, opslag en verkoop van elektriciteit en anderzijds het voorkomen van overbelasting van het elektriciteitsnet. Dat is de kern van het project ‘Spelen met Stroom(ing)’. Het consortium - bestaande uit HZ University of Applied Sciences, BT Projects, Rijkswaterstaat, Enduris en Delta Energy BV aangevuld met turbinebouwers, energieproducenten, -distributeurs en drie kennisinstellingen, ontwikkelt nieuwe kennis en inzichten over de economische, technische en ecologische haalbaarheid van Spelen met Stroom(ing) (SmS)-getijcentrales in het Grevelingenmeer. Doel van het project is om de haalbaarheid van een SmS-getijcentrale te demonstreren, met als oogmerk maximalisatie van economische en ecologische winst alsook in de praktijk inzicht te verwerven in hoe verwachte neveneffecten op het gebied van ecologie (hydrologie, geo-morfologie en flora en fauna) kunnen worden geoptimaliseerd. Het project draagt bij aan de realisatie van een getijcentrale in de Flakkeese Spuisluis c.q. het Tidal Technology Center Grevelingendam (TC-GD) dat wordt gezien als een belangrijke pilot voor de getijcentrale Brouwersdam (> 2020) die naar verwachting duurzame energie produceert voor alle circa vijftigduizend huishoudens op Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. In fase 1 van het project wordt eerst op laboratoriumschaal en vervolgens in het TTC-GD onderzoek gedaan naar: (1) inzet van getijenergie voor peak shaving ter voorkoming van congestie in het elektriciteitsnet, (2) maximalisatie van winst door inkoop, opslag en verkoop van elektriciteit op de onbalansmarkt en (3) alle technische uitdagingen m.b.t. het uiterst snel (< 30 sec) kunnen schakelen van een getijcentrale. In fase 2 van het project wordt onderzoek gedaan naar de ecologische effecten (waterkwaliteit, kusterosie, flora en fauna) van een SmS-getijcentrale op en rondom het Grevelingenmeer alsook naar de turbines zelf met betrekking tot bio-fouling, tribologie en transiënten. Met het project willen de consortiumpartners een nieuw icoon van de Nederlandse deltatechnologie realiseren met regionale, landelijke én internationale uitstraling en exportkansen.