De gangbare, DSM-gestuurde interpretatie van depressieve stoornis doet de ervaring van mensen die aan deze stoornis lijden geen recht. Er ontbreken drie wezenlijke aspecten aan de DSM-definitie: een verstoorde wereldbetrekking, een verstoorde lijfelijkheid en een verstoorde temporaliteit. De fenomenologische uitleg van depressie die in mijn proefschrift centraal staat, laat deze psychische stoornis niet naar voren treden als extreme somberheid, maar als existentieel isolement. De ‘stemmingsstoornis’ (mood disorder) is zo beschouwd een afstemmingsstoornis: een verstoring van een proces of gebeuren van synchronisatie op een heel elementair, lijfelijk-affectief niveau. Dat het fenomeen depressie momenteel zo wijdverbreid is – de zogeheten depressie-epidemie – kan in verband worden gebracht met de wijze waarop het individu door de laatmoderne ‘neoliberale’ cultuur tot subject wordt gevormd. De hedendaagse subjectpositie is ‘isolistisch’ van aard. Dit staat op gespannen voet met de menselijke grondbehoefte aan elementaire afstemming. Anders gezegd: de laatmoderne subjectificatie van het individu is depressogeen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/bert-van-den-bergh-95476526/
DOCUMENT
Mobiele identificatietechnieken maken het in de nabije toekomst mogelijk DNA- en vingersporen tijdens een lopend forensisch sporenonderzoek snel te analyseren, te vergelijken met referentiemonsters, en de resultaten hiervan te gebruiken in het verdere onderzoek. In dit experimentele onderzoek werd de invloed onderzocht van deze snelle analyseresultaten op de scenariovorming, en van de databankidentificaties in deze resultaten op de interpretatie van sporen door forensisch rechercheurs in Nederland. Forensisch rechercheurs (N = 65) voerden een gesimuleerd plaats delict onderzoek uit. Hierbij werden zowel de analyseresultaten als het moment waarop deze werden verstrekt gemanipuleerd. De resultaten laten zien dat snelle analyseresultaten de scenariovorming van rechercheurs beïnvloeden, en dat deze invloed afhankelijk is van het moment van de informatieverstrekking. Oordelen van rechercheurs over het belang van de sporen blijken niet door databankidentificaties te worden beïnvloed.
DOCUMENT
geen samenvatting
DOCUMENT
n Nederland wordt de grofmotorische ontwikkeling van zuigelingen van de geboorte tot het loslopen meestal gemeten met de Alberta Infant Motor Scale (AIMS). Dit instrument komt uit Canada. Nederlandse kinderfysiothera-peuten vragen zich al langer af of de Canadese normwaarden van de AIMS wel passend zijn voor Nederlandse zuige-lingen. Deze studie toont aan dat specifieke Nederlandse normwaarden noodzakelijk zijn.
DOCUMENT
Voor de interpretatie van de veelgebruikte Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) werd tot voor kort gebruik gemaakt van verouderde, Britse normen. Nieuwe, Nederlandse normen maken een betere, nauwkeuriger interpretatie van de scores mogelijk. Wat is er veranderd en waarom?
DOCUMENT
Interpretatie van Heideggers kritiek op het metafysisch godsbegrip
DOCUMENT
Biind Expert Dinand Ekkel is lector Gezonde en Vitale Stad en vertelt in deze blog over zijn interpretatie van natuurinclusief bouwen.
LINK
In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) worden vooral voor de beroepsgerichte vakken zij-instromers ingezet als docent omdat zij actuele kennis en vaardigheden uit het werkveld hebben. Veel van deze zij-instromers verlaten het onderwijs alweer binnen drie tot vijf jaar wat bijdraagt aan het actuele lerarentekort. Inductietrajecten ondersteunen startende docenten bij de spanningen die zij ervaren in hun nieuwe beroep en kunnen zorgen voor meer welzijn en minder uitval. Deze interviewstudie heeft als vraagstelling: hoe ervaren zij-instromers staande inductietrajecten wat betreft hun beroepsidentiteitsontwikkeling, leerprocessen, passende begeleiding en co-creatie? Vier mogelijk werkzame elementen in inductietrajecten geïdentificeerd in eerder onderzoek, zijn benut als startpunt voor interviews met acht zij-instromers in het mbo. Deze elementen zijn: 1) de ontwikkeling van de beroepsidentiteit van de zij-instromer, 2) leerprocessen van volwassenen, 3) co-creatie van inductietrajecten en 4) begeleiding op maat. De interviewdata zijn thematisch geanalyseerd volgens de directed content analysis aanpak. In deze ronde tafel vragen we de deelnemers kritisch mee te kijken naar de interpretatie van de data.
MULTIFILE
Er wordt veel gediscussieerd over ‘discipline in de beeldende kunst’. Maar wat verstaan we er precies onder? Geen term die zoveel verwarring sticht. Zelfs binnen een multidisciplinair instituut als de FHK lijkt er geen eenduidige interpretatie te bestaan.
LINK
Problemen bestaan niet. Problemen zijn geen 'dingen' in de werkelijkheid die je kan ontdekken. Problemen zijn opvattingen van mensen over situaties die ze als onwenselijk ervaren en dat is zeer subjectief. Zoals prof. dr. Joseph Kessels het ooit zei: "Een probleem is een interpretatie van een gevoel van onbehagen". Daarmee wordt het definiëren van het probleem de belangrijkste stap in het oplossen ervan. Probleemdefinities bepalen wat er wordt opgelost. Dus diagnose stellen is belangrijk: wat is het verschil tussen de huidige en de gewenste situatie en wat zijn daarvan de oorzaken. Maar pas op, iedere diagnose is subjectief. Helaas tellen probleemdefinities in de politiek niet. Daarin moet worden gescoord met oplossingen; met daadkracht; met acties; met leuke dingen voor de mensen. Dat leidt Pavlov-reacties als het gaat om de grote probleemgebieden in dit land. Ik wil u dit op drie terreinen illustreren en u adviseren deze impulsen dit keer eens niet te volgen. De drie gebieden hebben allen te maken met het stimuleren van de kenniseconomie: onderwijs, onderzoek in het HBO, en innovatie
DOCUMENT