Begin september 2018 was er een demonstratie van werkers in de jeugdsector. Die ging vooral over dat er onvoldoende geld was om alle jongeren van adequate of goede ondersteuning en hulp te voorzien. De professionals kwamen op voor de jongeren én voor omstandigheden waarin zij die jongeren goed kunnen helpen en dus hun werk goed kunnen doen.
DOCUMENT
Jeugdwerkers werken vaker binnen interdisciplinaire buurtteams. Dat betekent een verschuiving van specialistische zorg naar een interdisciplinaire aanpak. Deze literatuurstudie onderzocht wat er bekend is over het bevorderen van interdisciplinaire samenwerking tussen jeugdwerkers.
MULTIFILE
De kwaliteit van de pedagogische omgeving rond een kind hangt af van de samenwerking tussen de professionals in jeugdwerk, vrijwilligers en de ouders.Deze studie onderzocht hoe jeugdzorgwerkers, jeugdwerkers en onderwijsprofessionals samenwerking ervaren met andere professionals, ouders en vrijwilligers. Hierbij is gekeken of er verschillen zijn in hoe zij de samenwerking ervaren op het vlak van wederzijdse afhankelijkheid en reflectie.
MULTIFILE
Na de Tweede Wereldoorlog werd een aanzet gegeven tot professionalisering van het jongerenwerk. Veronderstellingen over het functieverlies van het naoorlogse gezin en bezorgdheid over de groeiende vrijmaking van jongeren uit traditionele verbanden (met de opkomst van de gemediatiseerde jeugdcultuur) droegen bij aan de groei van het sociaal-culturele jongerenwerk. De uitbouw van beroepsopleidingen, tijdschriften voor het jeugdwerk en de ontwikkeling van begeleidingsmethodieken boden aanvankelijk perspectief op de maatschappelijke erkenning van het beroep jongerenwerker.In de periode na 1960 verliep de professionalisering echter minder voorspoedig. Jeugdwerkers kregen concurentie van de moderne 'vermaaksindustrie' die veel beter inspeelde op nieuwe jeugdculturele wensen en behoeftes. In het boek wordt beschreven welke positie de academische pedagogiek in dit proces innam. Met welke visies op jeugd en opvoeding werden jongerenwerkers in de periode 1945-1970 geconfronteerd? Hoe werd de toenemende culturele zelfstandigheid van jongeren in pedagogische debatten belicht? waaruit bestond de praktijkrelevantie van de pedagogische wetenschap voor het jeugdwerk?
DOCUMENT
‘Toekomstgericht werken’ is het nieuwe credo in de ondersteuning van kwetsbare jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar. De aanpak biedt mooie aanknopingspunten, maar voor veel jongeren zit de uitdaging vooral in weten wat ze nú nodig hebben of moeten doen om dit te realiseren.
LINK
Fuill text via link. Onlangs presenteerde het Platform Onderwijs 2032 haar advies over het kerncurriculum voor funderend onderwijs. Daarmee zetten zij de schooldeur wagenwijd open voor andere aanbieders van educatie, waaronder sociaal werkers.
LINK
Hoofdstuk 5 in Leren Transformeren. 1. Door wie wordt er geleerd? Er wordt geleerd door wijkteams, jeugdwerkers en sociaal makelaars. Hun rol is door middel van krachtgericht samenwerken vormgeven aan het gekantelde werken. 2. In welke setting wordt er geleerd? Het leren vindt plaats binnen de eigen organisatie en de werkpraktijk. De context van het leren is de transitie en transformatie van de Wmo, het gekantelde werken. Het werken in de praktijk/wijk staat centraal, de scholing is hieraan ondersteunend. De scholing bestaat uit een casco programma van vier tot zes bijeenkomsten van vier uur, waarbij de opdrachtgever en de deelnemers accenten en wensen kunnen aangeven, zodat de scholing zoveel mogelijk op maat is, dat wil zeggen aansluitend bij de deelnemers en de context van hun dagelijkse werk. 3. Wat is het doel van het leren? Het doel van het leren is dat professionals in staat zijn om gekanteld te werken, dat wil zeggen burgers/cliënten te ondersteunen bij het nemen en houden van regie over hun eigen leven, gebruik makend van hun eigen formele en informele netwerken, waardoor burgers/cliënten volwaardig deel kunnen nemen aan de maatschappij.
DOCUMENT
Non-verbale, ervaringsgerichte behandelinterventies zoals vaktherapie zijn een belangrijk onderdeel van het behandelaanbod voor mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB) binnen de gespecialiseerde ggz-instellingen. In de praktijk valt op dat mensen met LVB en bijkomende problematiek binnen hun eigen leefomgeving nauwelijks een beroep kunnen doen op vaktherapie. En dat terwijl we in de zorg een verplaatsing zien van wonen in een instelling naar het blijven wonen in de wijk. Vaktherapeuten vragen zich af hoe ze mee kunnen bewegen in deze ontwikkelingen en hun aanbod meer in de leefomgeving van mensen met LVB kunnen laten plaatsvinden. Als antwoord op deze vraag is in het onderzoek ‘(Be)leef in de wijk’ een kader voor samenwerking ontwikkeld en geëvalueerd.
DOCUMENT