Presented at Conference: IPMA World Conference 2014, At Rotterdam, The Netherlands, Volume: 28 A taxonomy is used for classifying things in general. For the purpose of this paper it is a systematic classification of competences into hierarchical groups where each sublevel constitutes a breakdown of the higher level. Although a vast amount of research has been done in project management competences, there is no standard set of project management competences used (Nijhuis, 2012). Important reasons for constructing a taxonomy for project management competences are found in comparing previous research and in identifying key fields for project management education in higher education. First a definition of competence is given, secondly the rationale of this research is given by discussing recent research. Several different published taxonomies of competences are reviewed. Finally a proposed taxonomy for project management competences is presented.
In this paper the concept of "ecological personality scales" is introduced. These are contextualized inventories with a high ecological validity. They are developed in a bottom-up or qualitative way and combine a relatively high trait specificity with a relatively high situational specificity. An ecological conscientiousness or time management scale for Ph.D. candidates was developed. It significantly predicted Ph.D. performance criteria and showed incremental validity beyond Big Five (Study 1) and narrow trait and frame-of-reference scales (Study 2). These findings suggest that an ecological approach may contribute to further improving the criterion validity of personality measures
Bij de gemeenten beslissen klantmanagers over de toegang tot uitkeringen, over mogelijke sancties en de deelname aan een re-integratietrajecten. Zij zijn de frontline professionals die binnen hun discretionaire ruimte beslissingen nemen over de uitvoer van de participatiewet. De autonomie van deze professionals wordt begrensd door de logica’s van de markt en de bureaucratie. Hun handelen kan worden geduid vanuit het spanningsveld tussen deze logica’s.Door decentralisaties zijn verantwoordelijkheden voor de re-integratie van bijstandsgerechtigden verplaatst van de rijksoverheid naar gemeenten. Met het opgaan van delen van de Wet Werk en Bijstand en de Wajong in deze Participatiewet verandert de rol van de klantmanager en daarmee ook de opgave van hen om bijstandsgerechtigden aan een betaalde baan te helpen. In de semigestructureerde interviews zijn 14 klantmanagers van een grote gemeente gevraagd te verhalen over hun opvattingen over arbeid, hun positie, bijstandsgerechtigden en hun ervaringen met de participatiewet.De klantmanagers redeneren veelal vanuit een professionele logica en formuleren daarbij nadrukkelijk doelen, die op het welzijn van bijstandsgerechtigden zijn gericht, en die breder liggen dan de toeleiding naar betaald werk. De handelingsruimte wordt begrensd door de participatiewet maar zij geven aan de grenzen ervan zoveel mogelijk op te zoeken wanneer zij dit zinvol achten. Bij het handelen baseren zij zich veelal op individuele ervaringen uit het verleden en ze geven aan horizontale sturing te missen.
MULTIFILE