Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
"In Rotterdam staat het streven naar gelijke onderwijskansen voor alle kinderen hoog op de agenda. De kansenongelijkheid in het onderwijs groeit en daar wil de gemeente iets tegen doen, samen met onderwijsinstellingen en ouders. De aanpak richt zich onder meer op kwaliteit en toegankelijkheid van onderwijs. De gemeente wil in het onderwijs kansengelijkheid bevorderen en segregatie verminderen. Daarom verdient het nader onderzoek hoe aanmelden en inschrijven op basisscholen verloopt, aldus de gemeente. In 2022 kreeg het Kenniscentrum Gemengde Scholen de opdracht van de gemeente voor een onderzoek naar bovengenoemde vragen over de toegang tot basisscholen in Rotterdam. Dit onderzoek is kwalitatief van aard en gericht op zowel het beleid als de praktijk van het proces van aanmelden, toelaten, inschrijven en plaatsen van leerlingen. Het doel is om te achterhalen of alle ouders in de praktijk dezelfde kansen hebben om hun kind op de school van hun voorkeur geplaatst te krijgen. Zo’n gelijk speelveld draagt bij aan de kansengelijkheid voor alle kinderen en kan, in combinatie met specifieke voorrangsregels, ook de segregatie verminderen."
In Nederland is de afgelopen decennia zowel het aanbod als het gebruik van diverse vormen van aanvullend onderwijs toegenomen. Kinderen en jongeren leren en ontwikkelen zich daardoor in toenemende mate ook naast het reguliere onderwijs. Dat roept tal van vragen op over het wat, hoeen waarom van aanvullend onderwijs. Dit onderzoek geeft antwoord op de vragen: wat is aanvullend onderwijs precies, hoe ziet het er in de praktijk uit, welke taken kan en mag het op zich nemen en welke doeleinden worden ermee nagestreefd? Ook gaat dit onderzoek in op de gevolgen van het gebruik van aanvullend onderwijs voor de kansengelijkheid in het onderwijs. Waar enerzijds zorgen worden geuit over de mogelijke negatieve gevolgen van het gebruik van aanvullend onderwijs voor kansengelijkheid,worden anderzijds vormen van aanvullend onderwijs juist toegejuicht als middel om kansengelijkheid te bevorderen.
MULTIFILE
Leraren van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) hebben binnen de grootstedelijke context te maken met grote uitdagingen ten aanzien van diversiteit en kansengelijkheid. Die uitdagingen vragen om duurzame veranderingen van praktijken en routines in een school en daarmee een gezamenlijke inzet van alle betrokkenen op team- en organisatieniveau. Het gezamenlijk vinden van antwoorden op die uitdagingen vraagt immers om het ontwikkelen en bundelen van kennis en expertise, met andere woorden om het met en van elkaar leren over grootstedelijke onderwijsvraagstukken. Dit vraagt om wezenlijke veranderingen in de wijze waarop leraren van en met elkaar leren. Om die veranderingen te initiëren is een integrale en systemische aanpak nodig waarin interventies worden doorgevoerd om leren op team- en organisatieniveau te stimuleren. De aanpak van dit praktijkprobleem vraagt om een herijking van het beroepsbeeld en –structuur door de leraar als teamspeler te profileren, om wezenlijke transities in de wijze waarop professionalisering van de leraar binnen MSA georganiseerd en uitgedragen wordt en om fundamentele veranderingen in de inrichting van de schoolorganisatie. Dat leidt tot de volgende hoofdvraag: Hoe kan ik interveniëren in een conventioneel schoolsysteem om het leren op team- en organisatieniveau te versterken teneinde bij te dragen aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling? Hierbij is de verwachting dat door veranderprocessen en weloverwogen interventies in gang te zetten die zowel de leraar als andere betrokkenen in een schoolsysteem ertoe aanzetten om in georganiseerde vorm met en van elkaar gericht te leren er een duidelijke leercontext gerealiseerd wordt waardoor de leeropbrengsten duurzame school- en onderwijsontwikkeling versterken. Doel van dit PD-traject is derhalve om een verschuiving te realiseren van individueel leren naar team- en organisatieleren binnen MSA waardoor leraren en andere betrokkenen binnen de school gezamenlijk effectiever vorm geven aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling.
De burger speelt een cruciale rol in de urgente, ingrijpende cultuur- en gedragsomslag in gezondheid & zorg. Citizen Science - de actieve betrokkenheid van burgerwetenschappers in de kennisketen – is een onmisbare sleutelmethodologie en versneller in deze transitie. Samen met burgers en praktijkprofessionals hebben onderzoekers van Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool van Amsterdam Bridge2Health ontwikkeld om Citizen Science op de kaart te zetten. Voor een gezondere leefstijl en leefomgeving, en voor betere perspectieven op maatschappelijk participeren van mensen met complexe problematiek of ontwikkelingsachterstanden, zijn effectievere en beter geaccepteerde interventies nodig. De consortiumpartners van Bridge2Health zijn overtuigd dat burgerwetenschappers als gelijkwaardige burgerwetenschappers betrokken horen te zijn bij onderzoek en innovatie. Als een veranderingsgerichte- en ontwerpende aanpak is Citizen Science een sleutelmethodologie voor de transitie in gezondheid & zorg en draagt Bridge2Health bij aan de KIA Sleuteltechnologieën. Alhoewel de actieve betrokkenheid van burgers als mede-initiatiefnemer en -eigenaar van innovaties in gezondheid & zorg grotendeels onontgonnen terrein is, hebben de Bridge2Health-onderzoekers al pionierend de nodige expertise opgebouwd. In het Bridge2Health-programma beogen zij hun expertises te bundelen en de beoogde praktijkinnovaties van Citizen Science wetenschappelijk te onderbouwen en al doende verder uit te bouwen voor diverse doelgroepen en contexten. Bridge2Health wordt getrokken door acht lectoraten met deskundigheid op het gebied van hete betrekken van burgers bij sport en bewegen, gezondheid en leefomgeving, kansengelijkheid en maatschappelijke participatie, fysiotherapie en logopedie, en leefbaarheid op het platteland en in de stad. In een netwerk van Living Labs beoogt het Bridge2Health-consortium dat burgers intensief en duurzaam betrokken zijn bij het samen met professionals werken aan blijvende verbeteringen in hun gezondheid, omgeving en meedoen in de samenleving. De Bridge2Health-onderzoeksgroep heeft de ambitie uit te groeien tot een erkend expertisecentrum op het gebied van Citizen Science voor gezondheid & zorg, dat de kloof tussen burgers en professionals overbrugt.
De burger speelt een cruciale rol in de urgente, ingrijpende cultuur- en gedragsomslag in gezondheid & zorg. In het aanpakken van vraagstukken is Citizen Science - de actieve betrokkenheid van burgerwetenschappers in de kennisketen - een onmisbare enabler en versneller in deze transitie. In Bridge2Health beogen onderzoekers van de Hanzehogeschool Groningen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool van Amsterdam samen met burgers en praktijkprofessionals Citizen Science verder te brengen. Voor een gezondere leefstijl en leefomgeving, en voor betere perspectieven op maatschappelijk participeren van mensen met complexe problematiek of ontwikkelingsachterstanden, zijn effectievere en beter geaccepteerde interventies nodig. De consortiumpartners van Bridge2Health zijn overtuigd dat daarvoor geëxperimenteerd en geïnnoveerd moet worden met de betrokken eindgebruikers als gelijkwaardige burgerwetenschappers. Door Citizen Science te ontwikkelen als een veranderingsgerichte- en ontwerpende aanpak voor de transitie in Gezondheid & Zorg draagt Bridge2Health bij aan de KIA Sleuteltechnologieën/Sleutelmethodologieën.Alhoewel de actieve betrokkenheid van burgers als mede-initiatiefnemer en -eigenaar van innovaties in gezondheid & zorg nog grotendeels onontgonnen terrein is, hebben de Bridge2Health-onderzoekers hier al pionierend de nodige expertise in opgebouwd. In het Bridge2Health-programma beogen zij deze expertise te bundelen en de beoogde praktijkinnovaties van Citizen Science wetenschappelijk te onderbouwen en al doende verder uit te bouwen voor diverse doelgroepen en contexten. Bridge2Health wordt getrokken door acht lectoraten met deskundigheid op het gebied van sport en bewegen, gezondheid en leefomgeving, kansengelijkheid en maatschappelijke participatie, fysiotherapie en logopedie, en leefbaarheid op het platteland en in de stad.In een netwerk van Living Labs beoogt het Bridge2Health-consortium dat burgers intensief en duurzaam betrokken zijn bij het samen met professionals werken aan blijvende verbeteringen in hun gezondheid, omgeving en meedoen in de samenleving. In acht jaar beoogt de Bridge2Health-onderzoeksgroep uit te groeien tot een erkend expertisecentrum op het gebied van Citizen Science voor gezondheid & zorg, dat de kloof tussen burgers en professionals overbrugt.