Binnen het hoger onderwijs wint interne kennisdeling aan belang als manier om de kwaliteit van onderzoek, onderwijs en maatschappelijke impact te vergroten. Nu er steeds vaker in teams wordt samengewerkt, spelen onderzoekers daarin een sleutelrol. Tegelijkertijd is nog weinig bekend over welke factoren kennisdeling binnen deze teams stimuleren of juist belemmeren. Deze studie verkent dit vraagstuk vanuit het perspectief van onderzoekers, op basis van kwalitatief onderzoek. Veertien onderzoekers uit zes kleine teams binnen hetzelfde instituut zijn geïnterviewd waarbij ook de werkomgeving tevoren in kaart werd gebracht. De bevindingen zijn geanalyseerd aan de hand van het STAR-model, dat bestaat uit de elementen strategie, structuur, proces, beloningen en mensen. Dit model biedt houvast om verschillende factoren op een systematische manier in kaart te brengen. Voor elk element zijn bevorderende en belemmerende factoren geïdentificeerd. Het element ‘mensen’ blijkt een centrale rol te spelen in de bereidheid om kennis te delen, waarbij vertrouwen en veiligheid als essentiële voorwaarden naar voren komen. Daarnaast blijkt dat stimulerende factoren binnen het ene element vaak samenhangen met factoren in andere elementen. Zo gaat een veilige en vertrouwde omgeving vaak gepaard met een horizontale structuur, waarin ruimte is voor gelijkwaardige samenwerking. Deze inzichten bieden concrete handvatten om op teamniveau strategieën te ontwikkelen die kennisdeling binnen onderzoeksgroepen versterken.
DOCUMENT
Hoe krijg je meer zicht op de informele kennisdeling in de organisatie, zodat je er beter op in kunt spelen en het kennisgebruik efficiënter kunt maken? Een onderzoeksexperiment laat zien hoe je de informele contacten die medewerkers hebben om kennis te delen, letterlijk in kaart kunt brengen.
DOCUMENT
KernpuntenKennisdeling tussen adviseurs uit verschillende disciplines verbetert de kwaliteit van advies aan familiebedrijven.Samenwerking zorgt voor beter inzicht in het echte probleem, een diepere analyse en een geïntegreerde oplossing.Vertrouwen en geloofwaardigheid van het advies nemen toe wanneer adviseurs gezamenlijk optrekken.Goede samenwerking vereist wederzijds vertrouwen, heldere communicatie en bereidheid tot openheid.
LINK
‘Lesson study is niet iets wat je ‘even’ doet of waar je direct concrete resultaten van ziet, en het is soms lastig om anderen ervan te overtuigen ook mee te doen’. Aldus één van de schoolleiders die met Lesson study Professionele Leergemeenschappen (PLG’s) werkt binnen haar school. In scholen wordt veel geïnnoveerd, maar effectieve innovaties zoals werken in PLG’s, verspreiden zich niet als vanzelfsprekend onder de collega’s. Schoolleiders, initiatiefnemers of kartrekkers kunnen te maken krijgen met vooroordelen en weerstand.
DOCUMENT
DOCUMENT
De Europese Kaderrichtlijn Water roept beheerders op stakeholders een actieve rol in het watermanagement te geven, maar geeft geen concrete handvaten om tot participatie te komen. In het Interreg project Water-Co-Governance for Suistainable Ecosystems zijn in 11 pilotgebieden in Zweden, Denemarken, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk experimenten uitgevoerd om participatie in watermanagement te bevorderen. Het doel van dit project was om te leren over hoe participatie in verschillende landen vormgegeven kan worden en hoe verschillende Europese Lidstaten van elkaar kunnen leren op het gebied van participatie in watermanagement. De Hanzehogeschool Groningen heeft binnen dit project in meerdere pilotgebieden meegeholpen aan stakeholdersparticipatie door de toepassing van tools als Climatecafé en Climatescan. Recent heeftde projectgroep van Water-Co-Governance haar lessen in een wetenschappelijke publicatie gedeeld, in dit artikel willen wij graag enkele van de lessen verder toelichten.
LINK
Om de sportverenigingen in het noorden vitaler te krijgen en/of te houden, speelt verenigingsondersteuning een cruciale rol. Onduidelijk is in hoeverre de verenigingsondersteuners voldoende toegerust zijn om te anticiperen op de ontwikkelingen die gaande zijn en waar de behoeften van verenigingsondersteuners liggen als het gaat om scholing, kennisdeling en het ontwikkelen en toetsen van nieuwe interventies. Abstract en presentatie voor de Dag van het Sportonderzoek op 30 oktober 2014 in Nijmegen.
DOCUMENT
Docenten van Fontys Hogeschool Bedrijfsmanagement, Educatie en Techniek (BEnT) hebben geëxperimenteerd (Gorissen, 2014) met Flipping the Classroom in relatie tot de taxonomie van Bloom. Bij dit concept worden lage kennisniveaus uit deze taxonomie voor de les aangesproken en in de les worden hogere kennisniveaus aangesproken. Bij het herontwerp van hun lessen zijn docenten ondersteund door workshops, gegeven door Fontys Educatief Centrum (FEC). Het onderzoek geeft inzicht in de ervaringen van docenten als ze Flipping the Classroom toepassen en dient als input voor FEC zodat toekomstige workshops nog beter aansluiten bij behoeften van docenten. De hoofdvraag is: Wat zijn ervaringen van docenten en studenten van een HBO-instelling met het toepassen van de taxonomie van Bloom in relatie tot Flipping the Classroom? Hiervoor zijn drie deelonderzoeken uitgevoerd, te weten een kwalitatieve analyse van de lesvoorbereidingen en individuele interviews met docenten en een kwantitatief onderzoek onder studenten over de door hun gevolgde lessen via dit concept. Resultaten laten zien dat docenten het concept correct toepassen en ze hiervoor activerende werkvormen en ICT tools inzetten. Docenten zijn enthousiast over de toepassing ondanks dat herontwerp tijdrovend is. Studenten kenden het concept vooraf niet maar hérkenden het wel, zowel voorafgaand als in de les. Vanwege de lage respons onder studenten kan alleen een voorzichtige conclusie getrokken worden dat het concept bijdraagt aan betere verwerking van de leerstof en dat het vaker toegepast mag worden. De belangrijkste aanbevelingen zijn gericht op kennisdeling tussen docenten die dit concept (willen gaan) toepassen in het onderwijs en nader onderzoek naar de invloed op de leerprestaties van de studenten.
DOCUMENT
Het Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland is een netwerk van organisaties die zich bezighouden met het onderwerp krimp (bevolkingsdaling) in Noord-Nederland. Het netwerk is ván en vóór de drie noordelijke provincies, gericht op kennisdeling, en waar nodig op het vergroten en verdiepen van deze kennis. Eén loket waar alle informatie over krimp in Noord-Nederland samenkomt.Het Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland is een gezamenlijk initiatief van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool Groningen op verzoek van de drie noordelijke provincies. Het netwerk is gehuisvest bij de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG en bij het Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool.Folder.
DOCUMENT