Het onderwerp doorwerking van kennis is een speerpunt binnen de Nationale Politie: de vraag is dan hoe (wetenschappelijk) onderzoek en politiepraktijk met elkaar verbonden worden. Steeds meer wordt onderkend dat het belangrijk is dat wetenschappelijke onderzoeken ook daadwerkelijk doordringen in de (politie)praktijk.De afgelopen jaren zijn in opdracht van de portefeuillehouder Gebiedsgebonden Politie (GGP) enkele tientallen onderzoeken uitgevoerd binnen de GGP. Daarnaast zijn in opdracht van het Programma Politie en Wetenschap onderzoeken uitgevoerd naar diverse aspecten van de GGP. Te denken valt aan onderzoek naar digitale wijkagenten, opgetekende lessen tijdens de coronacrisis én de kennis over ondermijning bij wijkagenten.Dergelijke onderzoeken leveren stuk voor stuk waardevolle inzichten op.Het is evenwel de vraag of de onderzoeken aansluiten bij de (kennis)behoefte in de basisteams (BT’s) en of de onderzoeksresultaten binnen de GGP doorwerken. Dat wil zeggen dat onderzoek bekend is, relevant wordt gevonden, benut wordt en tot eventuele veranderingen leidt.Dit onderzoek legt de focus op doorwerking van onderzoeksresultaten bij de GGP in de basisteams (BT’s).
MULTIFILE
Bijdrage van Marco Snoek aan de jubileumbundel ‘Professionals over leren en laten leren‘ van het Centrum Nascholing Amsterdam. Hierin gaat hij in op het feit dat het lerarenbeleid gedomineerd wordt door de behoefte aan onzekerheidsreductie. In het debat over lerarenkwaliteit komen leraren zelf echter maar nauwelijks aan het woord. Het wordt hoog tijd dat leraren zelf de regie krijgen over het debat over hun beroepskwaliteit. Het vraagt echter wel specifieke kwaliteiten van leraren om dat debat te kunnen voeren, kwaliteiten waar nu binnen lerarenopleidingen en bekwaamheidseisen weinig aandacht voor is. Zowel in Nederland als in andere Europese landen is veel aandacht voor de kwaliteit van de leraar. Overheden bemoeien zich meer dan voorheen met de kaders voor en de bewaking van de beroepskwaliteit van leraren. Die aandacht voor lerarenkwaliteit wordt gemotiveerd vanuit de overtuiging dat de leraar de allerbelangrijkste factor is die het leren van de leerling beïnvloedt. Hoewel leraren dus niet te klagen hebben over gebrek aan aandacht is het toch de vraag of die aandacht en goede intenties altijd tot de juiste acties leiden. De aandacht voor leren lijkt namelijk vooral ingegeven door de behoefte om onzekerheid bij overheid en samenleving te reduceren, terwijl de leraren weinig inbreng in het debat hebben. Dat kan en moet anders