Deze inventarisatie biedt de Hanzehogeschool Groningen op korte termijn een eerste overzicht van de bijdrage die zij levert aan de economische en maatschappelijke ontwikkelingen in de regio en internationaal.
DOCUMENT
In menige basisschoolklas zitten leerlingen met verschillende culturele achtergronden, leerlingen die thuis verschillende gewoonten en tradities kennen en/of andere talen spreken. Leerkrachten kunnen hun onderwijs verrijken als ze gebruik maken van de diversiteit aan (familie)culturen, (taal)achtergronden, ervaringen en kennis van leerlingen. Hiervoor is kennis over de culturele achtergrond van leerlingen van belang. Het is echter niet duidelijk wat precies wordt verstaan onder culturele kennis. Meer inzicht in het begrip culturele kennis kan leerkrachten helpen om hun cultureel responsief lesgeven te verrijken.Daarom is een scoping review uitgevoerd om het begrip culturele kennis te identificeren, structureren en concretiseren. Er is gezocht in vijf databanken. In totaal werden 1399 artikelen beoordeeld aan de hand van inclusiecriteria. In totaal zijn er 33 artikelen opgenomen in de review.In deze artikelen zijn vijftien domeinen van culturele kennis gevonden. Gevonden domeinen zijn bijvoorbeeld hobby’s, de plek waar leerlingen wonen en de sociaal economische status van de buurt. Ons verkregen inzicht in domeinen van culturele kennis kan leerkrachten helpen om zich in de culturele achtergrond van leerlingen te verdiepen. In een volgende fase willen we verder denken over de manier waarop die kennis in de klas kan worden gebruikt.
DOCUMENT
De term ‘valorisatie’ gaat volgens Daan Andriessen en Anton Franken uit van het verkeerde concept. Juist in het hoger beroepsonderwijs zijn andere manieren nodig om het nut van praktijkgericht onderzoek te meten. ‘Wat ons betreft gaat het in het hbo vooral om het creëren van waarde voor de maatschappij en voor het eigen onderwijs.
LINK
KONNECT 2.0 verbindt MKB, kennisinstellingen, hubs, eerstelijnsorganisaties en overheden in Noord-Nederland door een structureel innovatieframework op te zetten, Konnectoren in te zetten en thematische innovatiehubs te versterken. Hierdoor krijgt het MKB sneller toegang tot kennis en partners, wordt samenwerking eenvoudiger en ontwikkelen bedrijven duurzaam verdienvermogen en transitievermogen.
Het project "Port State Control" was aangevraagd om onderzoek te kunnen doen naar de oorzaak wan het grote aantal aanhoudingen van Nederlandse schepen in buitenlandse havens. Doel van het onderzoek was om belangrijke oorzaken daarvan boven water te krijgen en oplossingen daarvoor te onderzoeken en bedenken. Schepen worden door PSC gecontroleerd, waarbij er wordt gekeken of ze voldoen aan de internationale wet- en regelgeving, met name de veiligheid aan boord. Reders en bemanning zijn verantwoordelijk voor een veilige uitvoer van de taken aan boord. Indien er tekortkomingen worden geconstateerd, mag een PSC-autoriteit een schip aanhouden. Uit de onderzoeken naar de oorzaken blijk onder andere: - Nalatigheid bemanning bij controles installaties door werkdruk en repetitief werk, kennis niet beschikbaar. - Nalatigheid rederij; besparen op onderhoudskosten. - Het aantal en de kwaliteit van de bemanning aan boord van Nederlandse schepen. - Nalatigheid eindconsument; logistiek proces dient zo goedkoop mogelijk te zijn vanwege lage prijs. Consequentie: minder investeringen in bemanningen en scheepsonderhoud. Het project doet daarom de volgende aanbevelingen: Om bemanningen aan boord zo goed mogelijk voor te bereiden op PSC-inspecties is kennisvalorisatie erg belangrijk. De laatste informatie dient beschikbaar te zijn. Rederij is daar werantwoordelijk voor. De betrokkenheid van de reder is belangrijk bij het motiveren van de bemanning. Daarbij is scheepsfamiliarisatie cruciaal. Net zoals het verantwoordelijkheidsgevoel m.b.t. de scheepsveiligheid. Een tastbaar eindproduct van het project is de Port State Contol app. De app is een digitale omgeving die laat zien hoe situaties wel of niet horen te zijn. Met deze app worden bemanningsleden bekend gemaakt met het schip waar ze op komen te varen. Innovaties als Virtual Reality en distance learning zou de essentiële verbeterslag gemaakt kunnen !Worden. Met inzet van digitale hulpmiddelen kan de familiarisatie van nieuwe bemanningsleden werbeterd worden zodat zij beter zijn voorbereid op de taak aan boord.
Dit plan van aanpak beschrijft de noodzakelijke activiteiten voor de invulling van de regionale liaisonfunctie en voor het opstellen van de Regionale Roadmap voor de regio Noord-Holland/MRA. De pilotregeling Regionale liaisons en Learning Communities voor GroenvermogenNL geeft invulling aan de eerste fase van werkstroom 2 ‘Realisatie en opschaling Learning Communities en mobiliseren regio’ en werkstroom 3 ‘Nationaal Kennisplatform kennisuitwisseling en opleidingsmogelijkheden’. De invulling van deze werkstromen wordt in samenhang en in regionale samenwerking opgezet. De Hogeschool van Amsterdam is als een van de grootste kennisinstellingen van Nederland een ankerpartij die bijdraagt aan de economische en sociale ontwikkeling van de regio. De HvA draagt bij aan de transities, innovaties en groei via kennisontwikkeling en kennisvalorisatie en richt zich op de Human Capital-opgaven en kwetsbare doelgroepen via een leven lang ontwikkelen. Grote ambities en uitdagingen ten aanzien van HCA GroenvermogenNL tekenen zich in de regio Noord-Holland/MRA af van Den Helder, het Noordzee Kanaal Gebied, de Port of Amsterdam tot de Zaanstreek, Schiphol en de metropoolregio Amsterdam. Het liaisonteam van regio Noord-Holland/MRA heeft inmiddels eerste gesprekken gevoerd met het merendeel van de beschreven partijen. De vermelde partijen wensen betrokken te zijn bij het proces om te komen tot een roadmap voor HCA. De onderwerpen uit de Roadmap hebben een kwantitatief (pijler 1) en een kwalitatief karakter (pijler 2). In de kern bestaat het proces dat leidt tot een gedragen regionale roadmap uit drie hoofdactiviteiten: 1) onderzoek en beschrijving, 2) mobiliseren van de regio en 3) organiseren van commitment. Het liaisonteam bestaat uit Ronald Kleijn, Simone Maas en Bastiaan Odijk o.a. aangevuld met ondersteuning op het gebied van communicatie en projectassistentie. Het team is samengesteld op basis van de benodigde competenties voor het uitvoeren van de hierboven genoemde drie hoofdactiviteiten.