In deze publicatie wordt ingegaan op het verbinden van dunne plaat en buis met behulp van de diverse soldeerprocessen. Deze publicatie is er een uit een serie van vijf die naast de algemene publicatie (TI.03.13) tevens drie andere verbindingstechnieken behandelen, zoals lassen (TI.03.14), lijmen (TI.03.15) en mechanisch verbinden (TI.03.16).
Een van de instrumenten voor de bepaling van de kwaliteit en van de aanwezigheid van opgetreden schade vormt het niet-destructief onderzoek (NDO), waarvan vele uitvoeringsvormen zijn ontwikkeld en waaraan binnen de kaders van de wetgeving en de in gebruik zijnde Codes zowel aan de apparatuur als aan de bediening eisen worden gesteld. Zo moeten ook de uitvoerders van NDO in de praktijk gecertificeerd zijn.
Op 22 mei 2007 is ir. Ger Brinks bij Saxion in Enschede geïnstalleerd als lector Smart Functional Materials. Als lector richt Ger Brinks zich op de ontwikkeling en vermarkting van hoogwaardig textiel. Zijn lectoraat richt zich ook op onderzoek naar de voorwaarden voor innovaties in functionele materialen. Daarbij werkt het lectoraat intensief samen met vooraanstaande kennisinstellingen. Dit boekje bevat de tekst van de lectorale rede van Ger Brinks. Bedrijven in de textielsector bevinden zich vaak in een spagaat: enerzijds staan ze voor de uitdaging om zich (verder) te richten op hoogwaardige technologie en designs, anderzijds moeten ze kostenbewust opereren, wat vaak leidt tot uitbesteding en inkoop van textiel in ontwikkelingslanden. Textielbedrijven kunnen zich onderscheiden door kennis, innovatie en creativiteit toe te passen in de ontwikkeling van hun producten. Het leggen van de verbinding tussen creativiteit, techniek en businessmodellen is de kern van succesvol en onderscheidend ondernemen, waarbij functionaliteit hét sleutelbegrip is. Deze driehoek is de kern van het onderwijs waarbij textiel niet alleen spannend is, maar ook maakbaar moet zijn en vermarktbaar onder economisch rendabele condities met minimale milieu-impact. Het lectoraat speelt in op de erkenning van het belang van kennis en creativiteit van deze branche voor de Nederlandse economie en het grote belang van materiaaltechnologie.
MULTIFILE
Met het project ‘Printing on a Cloud’ willen projectpartners Rolan Robotics en J.C.Herman Ceramics samen met de Hogeschool van Amsterdam (HvA) onderzoeken hoe zij robotgestuurde bewerkingsprocessen kunnen uitvoeren op niet-standaard objecten. Onderzocht wordt op hoe 6-assige robottechnologie te gebruiken voor geautomatiseerde 3D-oppervlaktebehandelingsprocessen op ingescande objecten. Inzicht in het efficiënt uitvoeren van dergelijke processen (zoals printen, frezen, slijpen en polijsten) op unieke, complex gevormde objecten opent nieuwe mogelijkheden voor smart industry, met name bij circulair hergebruik van bestaande producten en afvalmaterialen (en er dus niet met vooraf goed gedefinieerde basismaterialen wordt gewerkt). Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Digital Production Research Group van de HvA, samen met Rolan Robotics (een van de grootste integrators van robotsystemen in Nederland) en J.C. Herman Ceramics (ontwerper en producent van unieke keramische stukken). Rolan Robotics zal de resultaten van het onderzoek gebruiken voor digitale productieoplossingen voor hun klanten (initieel in het bijzonder voor het 3D slijpen en polijsten van lasnaden). Voor J.C. Herman Ceramics leidt het project tot inzicht hoe robotgereedschappen te gebruiken voor het afwerken (beschilderen of graveren) van keramische objecten, om een grotere variatie en creatieve expressie te bereiken (door hetzelfde patroon op verschillende objecten te kunnen toepassen) of eenvoudig om een nieuwe dimensie van creativiteit te verkennen (i.e. een uniek beglazingspatroon op elke plaat te tekenen, gegenereerd door een wiskundig algoritme). Het project bestaat uit het ontwikkelen en testen van een aanpak voor het geautomatiseerd genereren van bewerkingspaden voor 3D-oppervlaktebehandelingsprocessen. Aan het einde van dit onderzoek zal het proof-of-principle van deze benadering worden gegeven door in het HvA Robotics Lab een patroon te tekenen op een specifiek object dat door de projectpartners worden aangeboden. Het project is een essentiële stap in de richting van industriële 3D-robotproductie, met name wanneer bestaande objecten en afvalmateriaal worden gebruikt als circulaire grondstoffen voor nieuwe toepassingen.
Zand en andere grove grondstoffen worden steeds schaarser, terwijl miljarden kubieke meters fijnkorrelig en samenhangend slib wereldwijd worden uitgebaggerd om havens en vaargeulen operationeel te houden. Gebaggerd slib wordt vaak als afval behandeld terwijl het een waardevolle minerale bron is. Minerale bronnen spelen een belangrijke rol in de circulaire economie omdat grote hoeveelheden worden gebruikt in infrastructuur en technologie. Slib is echter complexer in gebruik omdat het bestaat uit een heterogeen mengsel van onder meer water, zand, organisch materiaal, fijnstof en gas. Slib uit mariene gebieden bevat daarnaast ook zout, wat het fysische en (bio)chemische gedrag van het mengsel beïnvloedt. In KIEM-ce Sea Silt Ceramics onderzoekt lectoraat Sustainable River Management samen met Studio Lotte Dekker, Studio Gieke van Lon / Global Blend, Koninklijke Tichelaar B.V., Groningen Seaports N.V. en Deltares kansrijke methodes voor het ontzouten en verwerken van zeeslib voor toepassing in de keramische industrie. Door middel van experimenten wordt een verwerkingsmethodologie ontwikkeld en de relatie tussen rijpingsprocessen en mechanische eigenschappen van de geproduceerde klei in beeld gebracht. Dit gecombineerd met kennis uit gerelateerde projecten maakt grootschalig hergebruik van gebaggerd slib in de keramische industrie mogelijk. De eindresultaten zijn ‘best practices’ voor het produceren van klei voor de keramische industrie uit zeeslib, en zijn relevant voor een groter praktijknetwerk, het landelijke programma Circulaire Economie (2016), het Grondstoffenakkoord (2017) en dragen bij aan het herstel van de biodiversiteit in de Eems-Dollard.
Met het project ‘Smart Object Scanning met Robotics’ willen de projectpartners SICK en EKWC samen met de Hogeschool van Amsterdam (HvA) onderzoeken hoe het 3D-scannen van objecten met complexe vormen geautomatiseerd kan worden met behulp van een industriële robotarm uitgerust met een scanner erop. Het onderzoek levert een bijdrage aan het ontwikkelen van robotproductie op bestaande objecten met variabele geometrie (bijvoorbeeld afvalhout of unieke keramische werken). Daarbij is het niet alleen cruciaal om de exacte geometrie van het object te kennen, het is ook belangrijk om de ruimtelijke positie ten opzichte van de robot te kennen. Onvolledige en onnauwkeurige 3D-scangegevens leiden tot onjuiste bewerkingspaden en productiefouten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Urban Technology Digitale Productie Onderzoeksgroep van de HvA, samen met SICK (leidende fabrikant in scantechnologie) en EKWC (internationaal werkplaats- en technologiecentrum voor kunstenaars, ontwerpers en architecten die met keramiek werken). Deze partners zullen de resultaten van het onderzoek gebruiken om innovatieve scan- en digitale productieoplossingen aan te bieden aan hun klanten of bezoekende kunstenaars. Het project bestaat uit de ontwikkeling van een scanmethode en het programmeren, testen en demonstreren van het ontwikkelde scanproces. Naar verwachting zal de aanpak bestaan uit meerdere scanstappen, beginnend met een ruwe scan gevolgd door geautomatiseerd geprogrammeerde meer gedetailleerde scanpaden. De resulterende puntenwolk van het gescande object wordt opgeschoond, waarbij scanfouten worden verwijderd. De laatste stap in het onderzoek is het scannen van concrete objecten die door de industriële partners worden aangeboden. Het project is een essentiële stap in de richting van industriële 3D-robotproductie, met name wanneer bestaande objecten en afvalmateriaal worden gebruikt als circulaire grondstoffen voor nieuwe toepassingen.