‘Om zich te kunnen ontwikkelen, is het voor kinderen van belang dat zij worden gezien en uitgedaagd en dat hun wordt gevraagd hoe zij zich voelen en wat zij zouden willen, dat zij worden gecorrigeerd, verzorgd en geholpen of juist met rust worden gelaten. Waar, wanneer of door wie dat gebeurt, zijn daarbij instrumentele vragen. Het is voor kinderen niet interessant wie zich vanuit welke professionele discipline, organisatie of bekostigingsstroom met hen bezighoudt. Het gaat erom dát het gebeurt als het nodig is, en daarbij is het prettig en overzichtelijk als het niet te veel volwassenen zijn die zich professioneel met een kind bezighouden. De bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen zijn dan ook het meest effectief als die niet versnipperd en verkokerd plaatsvinden, maar in samenhang en afstemming. Deze noties vormden de aanleiding voor de Hogeschool van Amsterdam om het lectoraat School en Omgeving in de Grote Stad in te stellen binnen het domein Onderwijs en Opvoeding.’1 Kennisontwikkeling en –verspreiding, en het doen van toepassingsgericht onderzoek, zijn belangrijke doelen van de Hogeschool van Amsterdam, Onderwijs en Opvoeding. In het kader hiervan heeft het lectoraat School en Omgeving in de grote stad kennis en expertise bijgedragen aan de minor Pedagogische Netwerken, samenwerken rondom het kind, en wel door de lector drie inhoudelijke hoorcolleges te laten verzorgen over ketens en netwerken, twee docenten van de kenniskring te laten fungeren als onderzoeksbegeleiders bij het praktijkgerichte onderzoek door de studenten, en deze bundel uit te geven met daarin de neerslag van de opgedane kennis en inzichten. Dit rapport, dat uit twee delen bestaat, behandelt pedagogische netwerken. In het eerste deel wordt een theoretische inkadering van het begrip ‘pedagogische netwerken’ gegeven, in het tweede deel staat de praktijk centraal
Management goeroes hebben weinig oog voor de analytische kanten van het managen.
Dit artikel bespreekt de relatie tussen organisatiecultuur en performance management. De auteurs stellen dat gedrag niet op zichzelf staat, maar wordt gevormd door onderliggende waarden en overtuigingen. Om performance management in de praktijk succesvol te laten zijn, moet het worden opgenomen in de organisatiecultuur. Onderzoek van De Waal (2003) laat zien dat de vier gedragsaspecten; verantwoordelijkheid, managementstijl, actiegerichtheid en communicatie van belang zijn voor goed performance management. Ten slotte wordt in het artikel nader onderzoek aangekondigd naar de cultuurelementen in het Cultuur-arenamodel van Straathof (2009) die van invloed zijn op het invoeren en toepassen van performance management.
Nederlandse Webshops en hun logistiek dienstverleners worstelen met het vraagstuk om te komen tot internationale online order-fulfilment en customer care. Door vele barrières tussen de internationale dienstverleners en de Nederlandse webshops zijn positieve cross-border resultaten moeilijk te behalen. Partijen zoals Bleckmann, CB Fasion en Salesupply geven dit aan. Ze hebben behoefte aan ondersteuning bij hun operationele cross-border sales-expansie problemen. De Cross-Border expertgroep van Thuiswinkel.org (brancheorganisatie voor webwinkels) heeft een cross-border sales-expansie beslissingsondersteunend model ontwikkeld voor webshops. Dit model ondersteunt de internationale uitbreidingsbeslissing voornamelijk alleen vanuit een marketingbenadering. Na de investering ondervindt de webshop de knelpunten waarvoor het genoemde model geen oplossing biedt. Het doel van dit onderzoek is inzicht krijgen in waarom en bij welk type webshops de moeizame gang naar internationaal succes het meeste speelt. Daarbij is een netwerk aan participanten met duidelijke overeenkomstige problematiek bij cross-border sales-expansie noodzakelijk. Het betrekken van Online Retailers en hun logistieke ketenpartners, geeft inzicht in: - Wat de knelpunten zijn en daarmee de vervolgonderzoeksvraag is; - De mate waarin deze onderzoeksvraag speelt; - De informatie- en beslissingsondersteunende behoefte bij de doelgroep voor dit vraagstuk; - De mate en wijze van die behoefte aan beslissingsondersteuning; - Een indicatie over aanvullende kennis over ketenmanagement, besluitvorming en data-analyse voor onderwijs en onderzoek. Dit KIEM-project wordt uitgevoerd door Hogeschool Utrecht in samenwerking met Salesupply, Minewood Quilting, en Thuiswinkel.org. De MKB-bedrijven garanderen directe betrokkenheid van de praktijk. Thuiswinkel.org biedt toegang tot Webshops. De Webshops die participeren in dit KIEM-project wordt gevraagd om minimaal 1 logistiek dienstverlener (ketenpartner) in te brengen. Dit onderzoek leidt daarmee tot een waardevol netwerk aan ketenpartners. Het gewenste vervolgonderzoek (SIA RAAK MKB) is gericht op innovatieve oplossingen voor het in dit KIEM-project gevonden cross-border sales-expansie-vraagstuk. Dit KIEM-project levert daarvoor ook het benodigde netwerk aan MKB deelnemers, dat gaandeweg in aantal toeneemt.