In een rapport van Transparency International uit 2012 blijkt dat in Nederland voornamelijk geïnvesteerd wordt in de preventie van integriteitschendingen (TI, 2012). Nieuwe werknemers krijgen dilemmatrainingen, spelen integriteitspellenen voeren gesprekken met hun manager over integer handelen in de organisatie. Opvallend is echter dat anti-corruptie inspanningen node worden gemist. Zowel over de opsporing als over de berechting van mensen die grootschalige integriteitschendingen hebben gepleegd bestaat in Nederland discussie. De lage straffen die werden uitgedeeld aan betrokkenen bij de bouwfraude leiddentot ongenoegen in desamenleving. Ook zorgt de afwezigheidvan een anti-corruptie autoriteit in Nederland voor discussie. In januari 2013 oordeelde de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) dat Nederland omkoping en corruptie door Nederlandse bedrijven in buitenland te weinig aanpakt. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie reageerde hier spoedig op met de boodschap dat het kabinet signalen van corruptie sneller zal oppakken.
Marketeers, fondsenwervers, politici, gezondheidsvoorlichters en vertegen-woordigers denken allemaal dat zij een uniek beroep hebben. Beïnvloedings-expert Robert Cialdini laat echter zien dat zij grotendeels de zelfde trukendoosgebruiken. In zijn nieuwste boek Pre-suasion raadt hij alle beroepsgroepen aanom mensen eerst rijp te maken voor de eigen boodschap, voordat het overtuigenbegint. Pre-suasion is nu al in dertig talen beschikbaar.
MULTIFILE
De aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit is een actueel en belangrijk vraagstuk voor de politie, dat door corona nog belangrijker werd. Cybercriminaliteit was ook vóór de coronapandemie al sterk in opkomst, maar het aantal geregistreerde gevallen nam het afgelopen jaar sterk toe. Dit onderzoek richt zich op de versterking van de aanpak op lokaal niveau, in het politiedistrict IJsselland. Het doel is enkele recente leerervaringen te verzilveren: Wat zijn de opgedane ervaringen in een grootschalig onderzoek naar vriend-in-noodfraude, waarbij tussen het basisteam IJsselland-Zuid en het cybercrimeteam van de eenheid Oost-Nederland werd samengewerkt? Waar loopt het IJssellandse digitaal flexteam tegenaan? Aan de hand van deze vragen wordt geprobeerd een eerste beeld te schetsen van de stand van zaken, van de mogelijkheden en van de uitdagingen waar het gaat om de aanpak van gedigitaliseerde criminaliteit anno 2021 – vooral op het lokale niveau. De toename van gedigitaliseerde vormen van criminaliteit is zodanig dat de politie hier op elk niveau in de organisatie op zal moeten inspelen. Volgens geïnterviewde politiemensen hebben ook al langer bekende criminelen de omschakeling naar het wereldwijde web gemaakt bij het plegen van misdaden. Kennis van de lokale situatie en van de digitale dimensie van criminaliteit zijn beide cruciaal geworden voor goed gebiedsgebonden politiewerk. Ondersteuning van basisteams en districtsrecherche met opleidingen, faciliteiten en de invoering van nieuwe functies (bv. taakaccenthouders in de basisteams of digitale wijkagenten) kunnen daarbij als belangrijke, zij het nog beperkt ingevulde randvoorwaarden worden beschouwd. Daarnaast lijkt samenwerking voor de districten van groot belang. Gedigitaliseerde criminaliteit is vaak sterk vertakt, waarbij daders zich zelden tot een klein geografisch gebied beperken. Om te zorgen dat cybercriminaliteit toch kan worden aangepakt, ook op het districtelijke niveau, is samenwerking met onder meer het cybercrimeteam Oost-Nederland cruciaal gebleken. Zo heeft een projectmatige samenwerking tussen het district IJsselland en dit team in korte tijd aanzienlijk resultaat opgeleverd: na een ‘veegweek’ kon in 26 zaken een strafrechtelijke reactie volgen, waarbij twee digitale oplichters fikse celstraffen kregen
MULTIFILE