‘Als bewust en onbewust het niet met elkaar eens zijn, naar welk systeem luistert de klant dan?’ Stel: je loopt tegen sluitingstijd in een winkel en je hebt nog maar enkele minuten om je boodschappen te doen. Het personeel is de winkel al aan het opruimen, terwijl jij nog snel langs de schappen snelt en wat boodschappen voor het avondeten in je mandje doet. Welke producten zul je kiezen? Je kunt kiezen uit een enorm assortiment, maar je hebt maar weinig tijd om er over na te denken. Waarschijnlijk kies je voor de producten die je al kent en waar je een goed gevoel over hebt, zonder hier al te veel over na te denken. Zou je wat meer tijd hebben, dan zou je waarschijnlijk wat langer stil staan bij jouw keuze en een meer rationele afweging maken.
LINK
De kranten staan er vol van. In veel sectoren is er sprake van een schrijnend personeelstekort: Schiphol heeft grote problemen om beveiligers en bagage-afhandelaren te vinden, de horeca kampt met grote personeelstekorten waardoor restaurants gedwongen worden de zaak op bepaalde dagen gesloten te houden, winkels moeten sluiten omdat ze geen personeel kunnen vinden, wachttijden bij de contactcentra lopen op omdat er te weinig mensen zijn om vragen te beantwoorden. De klantbeleving staat hierdoor in een aantal sectoren zwaar onder druk. Er wordt begrip gevraagd aan de klanten voor de langere wachttijden. Soms hebben klanten dat wel, maar vaak ook niet. Denk aan al die mensen die op Schiphol gefrustreerd staan te wachten voordat ze kunnen inchecken, en die hierdoor hun vlucht dreigen te missen. Is het in deze tijden van crisis nog zinvol om aan het optimaliseren van klantbeleving te werken als je niet genoeg mensen hebt om de primaire processen goed op orde te krijgen?
LINK
In april '07 vond in de VS het congres 'Computers in Libraries' plaats. Gerard Bierens en Liesbeth Mantel signaleren de opvallendste trends. 'De bibliotheekcatalogus gaat onherroepelijk onder het mes.'
DOCUMENT
Mark Savickas is een internationaal gerespecteerde expert op het gebied van loopbaanontwikkeling. In dit artikel wordt de vraag beantwoord wat zijn ideeën kunnen betekenen voor de praktijk in Nederland.
DOCUMENT
In deze rapportage worden de bevindingen gepresenteerd van een studie naar de huidige en toekomstige focus van de toeristisch-recreatieve beleidskaders en samenwerkingsmogelijkheden van Emsland-Drenthe.
DOCUMENT
Beschrijving van de ontwikkelingen in de sport vanuit het perspectief van zowel de markt als de overheid, met daarbij bespreking van enkele problemen en dilemma’s. Daarna wordt op zoek gegaan naar een concept van sportief ondernemerschap dat past bij de toename van sportbusiness, vanuit zowel de overheid als de markt. Er wordt afgesloten met de positionering en de plannen van het lectoraat met betrekking tot onderwijs en onderzoek.
DOCUMENT
Het Kenniscentrum Innovatie en Business ziet in ondernemerschap een sleutel om het innovatievermogen van de Utrechtse economie te vergroten. Steeds meer wordt onderkend dat ondernemerschap of een ondernemende houding van groot belang is voor onze studenten, de toekomstige professionals. Daarom stellen wij voor een lectoraat op het gebied van ondernemerschap op te richten. Het uitgangspunt is dat ondernemerschap in deze tijd vraagt om samenwerking. Coöperatievorming, keteninnovatie en internationale samenwerking zijn steeds belangrijker zijn om de concurrentie voor te blijven en/of groei te realiseren.
DOCUMENT
Tekst oratie in verkorte vorm uitgesproken bij de openbare aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar E-business, vanwege Hogeschool Utrecht, aan de Open Universiteit. In dit stuk worden de verbanden tussen businessmodellen , procesmodellen en Informatiearchitectuur behandeld.
MULTIFILE
Bedrijven bevinden zich tegenwoordig vaak in een keten. Een keten kan worden beschouwd als een verzameling organisaties die een virtueel netwerk delen waar informatie, diensten, goederen of geld doorheen stroomt. Hierbij staan ICT-systemen veelal centraal. Deze afhankelijkheid werkt in de hand dat cyber-gerelateerde risico’s een opmars maken binnen ketens. Niet elke ketenorganisatie beschikt echter over de middelen en kennis om zichzelf te beschermen: om tot sterke ketens te komen is informatiedeling tussen ketenorganisaties over actuele dreigingen en incidenten van belang. Een doel van dit verkennend onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), is om inzicht te bieden in de succesfactoren van informatiedeling-initiatieven op het gebied van cyberveiligheid. Met deze kennis kan het NCSC haar accounthouders en adviseurs helpen om de doelgroepen positief te motiveren om actie te nemen ter versterking van ketenweerbaarheid. Tevens wordt met dit onderzoek beoogd om aanknopingspunten voor vervolgonderzoek te identificeren. Het identificeren van succesfactoren vond plaats op basis van een literatuurstudie en gestructureerde interviews met in totaal zes leden uit drie verschillende bestaande informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity: het Managed Service Provider (MSP) Information Sharing and Analysis Centre (ISAC), Energie ISAC en de securitycommissie van de Nederlandse Energie- Data Uitwisseling (NEDU). Alle respondenten zijn informatiebeveiligingsexperts die hun organisatie vertegenwoordigen in de samenwerkingsverbanden. In totaal zijn 20 succesfactoren geïdentificeerd. Deze factoren zijn vervolgens gecategoriseerd tot vier thema’s die bijdragen aan een succesvolle informatiedeling. De thema’s zijn samen te vatten als teamfactoren, individuele factoren, managementfactoren en faciliterende factoren. De vier meest genoemde succesfactoren zijn: ● Expertise: Leden met onderscheidende en gespecialiseerde kennis bevorderen de informatiedeling en zijn ondersteunend aan het individuele leerdoel van de leden. ● Vertrouwen: Vertrouwen is een essentiële voorwaarde voor de bereidheid om samen te werken en informatie te delen. Tijd is hierin een cruciale factor: tijd is nodig voor vertrouwen om te ontstaan. ● Lidmaatschapseisen: Expliciete en impliciete lidmaatschapseisen zorgen voor een selectie op geschikte deelnemers en faciliteren daarmee het onderling vertrouwen. ● Structurele opzet: Een samenwerking dient georganiseerd te zijn volgens een structuur en met een stabiele bezetting van voldoende omvang. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het identificeren van strategieën voor het opstarten van samenwerkingsverbanden en het over de tijd behouden van enthousiasme onder de leden in de informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity. Ook onderzoek naar de eigenschappen of kwaliteiten van de voorzitter en hoe deze bijdragen aan het succesvol initiëren en onderhouden van een samenwerkingsverband zijn genoemd. Ook is nog onvoldoende duidelijk hoe gedeelde of juist onderscheidende expertise van de leden bijdraagt aan succes van de informatiedeling-initiatieven. Verder is er behoefte aan kennis over hoe de samenwerking tussen ketenpartners op het gebied van cyberveiligheid buiten bestaande samenwerkingsverbanden is ingericht. Denk hierbij aan een uitbreiding van de huidige studie, maar met een focus op kleinere bedrijven die deel uitmaken van ketens, maar waarbij IT niet de corebusiness is, aangezien die volgens respondenten als risicovol worden gezien voor de keten.
DOCUMENT