In 1979 verscheen het boek "Good Work" van E.F. Schumacher, dat in Nederland werd uitgegeven onder de titel "Hoe kleiner hoe beter" . Het is het 3e en laatste boek van Schumacher en wat minder bekend dan het boek "Small is beautiful". Na 30 jaar is het nog steeds uiterst actueel en relevant in het licht van de economische en milieucrisis.
DOCUMENT
In de financiële crisis hebben we vaak het vaak gehoord dat de grote banken eigenlijk systeembanken zijn die te groot zijn om failliet te mogen gaan. Het gevolg daarvan is dat de overheid dus maar moet bijspringen en de belastingbetaler uiteindelijk op moet draaien voor de kosten van verkeerd risicobeleid. Een vreemde zaak. Grote banken zouden gedwongen moeten worden zich op te splitsen zoals nu bij de ING ook daadwerkelijk gebeurt. Verder heeft een interessant wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat kleine banken beter presteren (hogere rendementen) dan grogte banken. Kennelijk is vertrouwen tussen bank, bedrijf en burger essentieel.
DOCUMENT
In Nederland beslaan in 2014 de kleine bedrijven (5 of minder werkzame personen) 45% van het totaal aantal bedrijven. Tegelijkertijd werken in 2013 ruim 784.000 personen als zelfstandige zonder personeel (CBS, 2014). Daarbij verwacht het ING (2013) dat het aantal ZZPers (Zelfstandigen Zonder Personeel) in 2020 zal zijn gegroeid tot ongeveer een miljoen personen. Het aantal ZZPers en het aantal kleine bedrijven zal dus nog sterk toenemen, vooral als gevolg van veranderingen op de arbeidsmarkt en het sterke stimuleren van het ondernemerschap. Een baan voor het leven bestaat amper nog, omdat zowel werkgever als werknemer meer flexibiliteit willen. Inmiddels werkt een derde (34%) van de werkenden op de een of andere manier op flexibele basis (R.J.A. Muffels, A.C.M.J. Wilthagen & R. Dekker, 2011). Bedrijven nemen nog amper mensen in vaste dienst aan, terwijl de mensen eerder kiezen voor het ondernemerschap vanwege de grote vrijheid en de grote uitdaging. Dit is een grote structurele verandering die grote gevolgen heeft voor de vastgoedmarkt. Om vraag en aanbod meer op elkaar af te stemmen, is het dus van belang meer inzicht te krijgen in de segmentatie van de kleinschalige bedrijfshuisvestigingsmarkt.
DOCUMENT
Niet alle pasgeborenen hebben een goede start, bijvoorbeeld omdat hun ouders in een moeilijke situatie zitten. Een prenataal huisbezoek (PHB) is bedoeld om te inventariseren wat zij nodig hebben en hen waar nodig te helpen. In dit onderzoek zagen we dat de partijen in Delft het kleinschalige weten te benutten. Professionals kennen elkaar, hebben onderling vertrouwen opgebouwd en kunnen gemakkelijk contact zoeken om af te stemmen. Tussen praktijk en beleid bestaan eveneens korte lijntjes. De aansturing vanuit de gemeente biedt professionals ruimte om te zoeken wat het beste werkt voor aanstaande ouders en activiteiten op elkaar af te stemmen. Ouders kunnen van de kleinschaligheid profiteren, bijvoorbeeld omdat de JGZ-verpleegkundigen zowel prenatale huisbezoeken doen, als de mogelijkheid hebben om vervolghulp te bieden waardoor continuïteit in de zorg en ondersteuning kan worden gerealiseerd. Ouders hebben dan te maken met een vertrouwd gezicht. Juist in deze omgeving van kleinschaligheid is het mogelijk om prenatale zorg en ondersteuning voor ouders steeds verder te ontwikkelen en de samenhang erin te verbeteren. Partijen waren hier al enkele jaren mee bezig, dit onderzoek heeft hieraan verder een bijdrage willen leveren en we hopen dat partijen hier na het onderzoek ook weer mee verder gaan.
MULTIFILE
Toen ik in 2007 als docent Methoden en Technieken van Onderzoek bij de Hanzehogeschool werd aangesteld, speelde onderzoek een bescheiden rol in het onderwijs. In de afgelopen jaren is er echter veel veranderd en heeft het onderzoek binnen het hoger beroepsonderwijs een enorme boost gekregen. Dit is een gevolg van het advies van de commissie Veerman aan de Tweede Kamer, waarin zij aangeeft dat de kwaliteit van het hoger onderwijs versterkt moet worden door meer in praktijkgericht onderzoek te investeren. Binnen de Hanzehogeschool is......
DOCUMENT
-De opbrengst van het Omgevingslab Fries Platteland bestaat uit drie delen: 1. De “SYNTHESE” van omgevingslabs. De Synthese is een beknopt overzicht van de resultaten en een overzicht van de meest opvallende punten die uit de Omgevingslabs Fries Platteland naar voren komen. 2. Het “PROCESVERSLAG” van de opbrengsten van het Omgevingslab Fries Platteland. Dit verslag is bedoeld als terugkoppeling naar de deelnemers aan de omgevingslabs. Voor de leesbaarheid is deze opgenomen in bijlage 1. 3. Het “MENGPANEEL FRIES PLATTELAND” met bijbehorende gebruiksaanwijzing. Dit hoofdstuk kent als doelgroep/lezerspubliek de opstellers van omgevingsvisies die in samenspraak met hun bestuurders tot een passend invulling van de omgevingsvisie moeten. Het Mengpaneel Fries Platteland is het instrument dat de overheidspartijen in Fryslân kunnen (gaan) gebruiken om hun omgevingsvisies te maken. Het mengpaneel geeft relevante informatie en kan aangevuld worden met andere informatiebronnen zoals om in het onderdeel ‘gebruiksaanwijzing wordt uitgelegd.
DOCUMENT
Bodemkunde was mijn favoriete vak tijdens mijn studie landschapsarchitectuur te Wageningen. En toch, terugkijkend, heb ik sindsdien bodem veronachtzaamd, als een neutrale, zwijgzame ondergrond die met water, mest en goede plantenkeuze doet wat die moet doen. Het is wat simpel gesteld en het doet de passie van mijn bodemkundedocenten onrecht. Maar een feit is, dat in de laatste 5 jaar ik me op een nieuwe manier tot bodem ben gaan verhouden. Deels omdat ik actief volkstuinder werd op 400 vierkante meter, maar veel meer nog omdat de kans kreeg mijn interesses verder uit te werken als lector Duurzame Voedsellandschappen in Stedelijke Regio's. En daarbij blijkt de bodem van het grootste belang.
DOCUMENT
Het hoofddoel van deze studie is het verkrijgen van inzicht in welke factoren van het honoursonderwijs een meerwaarde opleveren voor het leren van studenten in honoursprogramma’s. Deze studie draagt hiermee bij aan kennis over de relatie tussen excellentiebevorderend onderwijs enerzijds en leergedrag en motivatie van studenten anderzijds. De praktische relevantie van deze studie ligt in het ontwikkelen van kennis voor het opzetten en verbeteren van talentgericht doceren, ter bevordering van het professionaliseren van docenten. In deze studie wordt bestudeerd wat volgens docenten de meerwaarde voor studenten is van honoursonderwijs. In deze exploratieve kwalitatieve interviewstudie werden twaalf docenten in drie verschillende honoursprogramma’s voor talentvolle bachelorstudenten bevraagd over hun opvattingen. De meerwaarde van hethonoursonderwijs voor studenten wordt volgens de docenten gekenmerkt door: (1) studentgerichtheid; (2) gebruik van andersoortige onderwijsvormen; (3) nadruk op ‘inquiry-based’ strategieën; (4) gerichtheid op kritisch en creatief denken; (5) hoge verwachtingen en ambitieuze doelen; en (6) kleinschaligheid en interdisciplinair karakter. Deze resultaten worden besproken en geïllustreerd met interviewfragmenten. Tevens worden de resultaten gerelateerd aan professionalisering voor docenten in honoursprogramma’s in het hoger onderwijs.
DOCUMENT