Hoofdstuk 2 in Klinisch redeneren voor verpleegkundigen L. van Straalen & M. Schuurmans (redactie) Het boek geeft inzicht in het klinisch redeneerproces van de verpleegkundige, en helpt de verpleegkundige bij het kritisch leren gebruiken van verschillende soorten kennis in specifieke patiëntsituaties. Dit boek legt uit waarom het belangrijk is dat zowel studenten als verpleegkundigen aandacht besteden aan klinisch redeneren. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen beschrijft hoe je klinisch redeneren kan leren en toepassen en hoe je daarbij gebruik maakt van kennis, ervaring en reflectie. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen laat ook zien hoe je van gegevens tot een probleemstelling en interventies komt en waarom standaard diagnoses niet altijd passen. Als laatste gaat klinisch redeneren voor verpleegkundigen in op de relatie tussen indirecte zorg en klinisch redeneren. Ook het belang van continue professionele ontwikkeling voor het klinisch redeneren komt aan de orde
LINK
Het proces van veroudering heeft effect op de functionele capaciteit van de mens. Daarnaast heeft elke afzonderlijke pathologie haar eigen impact, waarbij klassieke patronen gemaskeerd kunnen worden door verouderingssymptomen, door de aanwezigheid van een andere pathologie of zelfs door het effect van medicatie die gebruikt wordt voor een andere pathologie. Dit vergt in het diagnostische proces meer kennis en kunde van de fysiotherapeut, maar ook meer inzicht in dat proces zelf om kritisch te kunnen blijven reflecteren op het eigen handelen. Het proces waarmee de fysiotherapeut tot een fysiotherapeutische diagnose komt heet klinisch redeneren en is in de geriatrie van essentieel belang.
LINK
Klinisch redeneren helpt verpleegkundigen om hun handelen te onderbouwen en de kwaliteit van zorg te verbeteren. Verschillende studies tonen aan dat je het klinisch redeneervermogen bij verpleegkundigen kunt vergroten als je er een speciale methodiek voor introduceert. De SBAR-methode is zo’n methodiek. Op de dia-lyseafdeling van het Slingeland Ziekenhuis en het Gelre Ziekenhuis werd het effect van deze methode onderzocht.
MULTIFILE
Het vroegtijdig kunnen signaleren van achteruitgang bij de patiënt en daarop goed kunnen reageren, heeft grote invloed op diens prognose. Daarom is het essentieel dat verpleegkundigen hiertoe worden opgeleid. Hoewel simulatietrainingen worden aanbevolen om klinisch redeneren aan te leren, worden de meeste verpleegkundestudenten opgeleid via traditionele lesmethoden (klassikaal, luisterend en schriftelijk). Blanié et al. (2020) vergelijken in hun onderzoek een traditionele lesmethode met een serious game waarin een simulatie inclusief nabespreking centraal stond. Beide lesvormen hadden als uitgangspunt het klinisch redeneren te verbeteren rondom het signaleren en handelen bij achteruitgang van een patiënt. Maar werkt een serious game nu beter?
DOCUMENT
Het proces waarmee de fysiotherapeut/kinesitherapeut tot een eigen diagnostiek komt, heet klinisch redeneren of in het Engels ‘clinical reasoning’ of ‘diagnostic reasoning’. Klinisch redeneren wordt gedefinieerd als het proces waarin de therapeut, in interactie met de patiënt en anderen (zoals familie en andere zorgprofessionals), tot een goed onderbouwde fysiotherapeutische/kinesitherapeutische diagnostiek komt waarin evidence-based of evidence-informed practice is geïntegreerd
LINK
In de beroepsprofielen van veel van de paramedische beroepsgroepen worden de termen ‘methodisch handelen’ en ‘klinisch redeneren’ gehanteerd. Hoe zetten (andere) paramedische beroepen zich in om hiermee te komen tot kwalitatief goede zorg?
DOCUMENT
Dit onderzoek heeft de beleving van ziekenhuisverpleegkundigen over betekenis en toepassing van leiderschapscompetenties in verpleegkundig handelen in kaart gebracht. Daarnaast was het onderzoek gericht op bewustwording van de ontwikkeling van verpleegkundig leiderschap. METHODE: Het betreft een mixed-methods onderzoeksdesign met kwalitatieve data van 75 diepte-interviews en 24 focusgroepen over een periode van 2 jaar en kwantitatieve data van 430 verpleegkundigen. RESULTATEN: Verpleegkundig leiderschap blijkt vooral gerelateerd aan opkomen voor patiënten vanuit expertise waarvan concrete voorbeelden werden gevonden. Tegelijk blijkt dat verpleegkundigen zich niet volledig bekwaam achten op bachelor niveau; op competenties zoals evidence based practice (EBP), zelfmanagement bevorderen en gezamenlijke besluitvorming is sprake van kennistekorten. Factoren die de ontwikkeling van leiderschap bevorderen zijn werkcultuur-gebonden. DISCUSSIE EN CONCLUSIE: Inzetten op vergroten van bewustwording van zowel onbewuste bekwaamheid als onbekwaamheid naast een veilige teamsfeer zijn belangrijke stappen in de ontwikkeling van klinisch leiderschap. Hierin zijn reflectie en uitwisseling van goede voorbeeldsituaties ondersteunend. Het onderzoek levert een model voor verpleegkundig leiderschap op dat laat zien hoe persoonlijke leiderschapscompetenties door alle verpleegkundigen, ongeacht het functieniveau, worden ingezet in combinatie met expertise die aan het functie en opleidingsniveau is gekoppeld en waarbij gedeeld leiderschap als een gezamenlijke opdracht in teamverband wordt beoefend.
MULTIFILE
ACHTERGROND In het beroepsprofiel verpleegkundige 2020 van de V&VN is beschreven dat de verpleegkundige in staat is te werken als reflectieve EBP professional. De verpleegkundige moet kennis hebben van de principes van Evidence Based Practice (EBP) en dient deze principes toe te passen in het dagelijks handelen. DOELSTELLING Het bevorderen van klinisch redeneren en het gebruik van EBP op de psychiatrische verpleegafdeling.
DOCUMENT