Uit onderzoek blijkt dat borstvoeding belangrijke langetermijneffecten heeft op de gezondheid van zowel kinderen als moeders. Veel moeders ervaren echter problemen met borstvoeding en stoppen eerder dan ze zouden willen. Eén van de belangrijkste redenen dat vrouwen vroegtijdig stoppen met borstvoeding is de vaak lastige combinatie van borstvoeding en werk. Daarom is het belangrijk om te weten hoe organisaties borstvoedende moeders beter kunnen ondersteunen. Sjoukje van Dellen, postdoconderzoeker bij de Hanzehogeschool Groningen, schreef er een proefschrift over waarop zij in juni 2022 aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde.
DOCUMENT
Breastfeeding has important long-term health consequences, not only for infants, but also for mothers. Researchers have calculated that scaling up breastfeeding could annually prevent 823,000 child deaths and 20,000 breast cancer deaths worldwide. Because of the important effects of breastfeeding, the World Health Organization advises mothers to breastfeed for minimally 2 years. However, breastfeeding rates are low, especially in the western parts of the world. One of the most important reasons to discontinue breastfeeding is the often-difficult combination of breastfeeding and work. Research shows that many mothers don’t have access to a suitable space to express milk at work. For FM professionals it is crucial to realize that the availability of breastfeeding facilities is important for organizations too. Breastfeeding improves the health and well-being of infants and mothers, which leads to reduced sick leave and health care costs. Moreover, breastfeeding support at work can lead to higher job satisfaction, a better work-life balance, and can reduce staff turnover. Therefore, offering good breastfeeding facilities creates a win-win situation, benefitting mothers, babies, and organizations. Facility managers are in a unique position to secure a healthier work environment that makes combining work and breastfeeding easy and feasible. FM can make a change!
DOCUMENT
Volgt na de smart city nu de blockchain-stad? Nieuwe technologieën als distributed ledgers (decentraal beheerde databases) luiden mogelijk een nieuwe fase in voor de manier waarop digitale media en big data worden ingezet om publieke ruimtes en stedelijke infrastructuren te beheren, gebruiken en vorm te geven. The City as a License is een perspectief, dat die ontwikkeling belicht vanuit het vertrekpunt van de stad als een moderne, open gemeenschap met democratische en inclusieve publieke ruimtes.
LINK
Fysieke onderwijsruimtes worden niet alleen anders ingericht in het kader van de gewenste flexibiliteit in de onderwijsvormgeving, ook de beschikbare technologie wordt in die ruimtes belangrijker. Daarmee ontstaan nieuwe learning spaces in instituten voor hoger onderwijs die ook nieuwe mogelijkheden bieden voor het vormgeven van een grote variatie aan onderwijsleerpraktijken. Het verkennend onderzoek had als doel het in kaart brengen van de ontwikkelingen in Nederlandse hoger onderwijs met betrekking tot technologierijke learning spaces, en inzicht krijgen in het gebruik van deze technologierijke learning spaces in een aantal instituten die er gebruik van maken. Een van de inzichten uit het onderzoek is de indeling in vier verschillende typen op basis van het gebruik van de ruimte.
DOCUMENT
Fysieke onderwijsruimtes worden niet alleen anders ingericht in het kader van de gewenste flexibiliteit in de onderwijsvormgeving, ook de beschikbare technologie wordt in die ruimtes belangrijker. Daarmee ontstaan nieuwe learning spaces in instituten voor hoger onderwijs die ook nieuwe mogelijkheden bieden voor het vormgeven van een grote variatie aan onderwijsleerpraktijken. Het verkennend onderzoek had als doel het in kaart brengen van de ontwikkelingen in Nederlandse hoger onderwijs met betrekking tot technologierijke learning spaces, en inzicht krijgen in het gebruik van deze technologierijke learning spaces in een aantal instituten die er gebruik van maken. Een van de inzichten uit het onderzoek is de indeling in vier verschillende typen op basis van het gebruik van de ruimte. In dit document zijn de uitkomsten van het onderzoek beknopt en visueel weergegeven.
DOCUMENT
Het sociale werkveld in Nederland is in beweging, vooral vanwege grootschalige decentralisaties van de rijksoverheid naar gemeenten. De Wet maatschappelijke ondersteuning is onderdeel van die decentralisaties en om professionals goed toe te rusten voor de veranderingen zijn Wmo werkplaatsen opgericht. Sinds eind 2012 is ook in Rotterdam een Wmo werkplaats actief, geleid door lectoren van de Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Inholland. Deze bundel biedt een overzicht van de resultaten van het praktijkgerichte onderzoek van de Wmo werkplaats Rotterdam in de afgelopen jaren. Zeven beloftevolle praktijken zijn onderzocht en samen met de betrokkenen is gesproken over het verder ontwikkelen ervan. Rond de beloftevolle praktijken en de bredere thematiek van decentralisaties in het sociale werkveld heeft de Wmo werkplaats ook activiteiten georganiseerd over kennisdeling en reflectie. Dat past bij de lerende aanpak die is gekozen. Tegen die achtergrond zijn aan elk hoofdstuk een of meer casussen toegevoegd en zijn daar leervragen bij geformuleerd. Alleen lerende sociale professionals zijn in staat om de complexe kwesties die er spelen in het werkveld adequaat aan te pakken.
DOCUMENT
Deze bijdrage reflecteert op onze rol als actieonderzoekers die gezinsbegeleiders bestuderen, waarbij we ons laten inspireren door Hilary Bradbury's boek over het 'rommelige werk' in actieonderzoek. We onderzoeken de vaak over het hoofd geziene dynamiek en analyseren onze onderzoekspraktijk met terugwerkende kracht aan de hand van Bradbury's drieledige raamwerk van relationele, conceptuele en experimentele ruimtes. We benadrukken de waarde van rommeligheid en onzekerheid en pleiten voor een voortdurende aandacht voor deze ruimtes in toekomstig onderzoek. Cruciale lessen zijn onder andere de noodzaak van evenwichtige aandacht voor de drie ruimtes, de niet-automatische harmonie tussen ruimtes en de erkenning van onderlinge afhankelijkheid. Reflectie en flexibiliteit worden benadrukt als belangrijke pluspunten. Uiteindelijk biedt onze retrospectieve analyse waardevolle inzichten voor kwalitatieve onderzoekers die door de complexiteit van actieonderzoek navigeren.
LINK
In dit rapport wordt ingegaan op het onderwerp groepswonen voor ouderen (50 plussers) in Noord-Nederland. Onder groepswonen voor ouderen wordt alle vormen van wonen verstaan, waarbij meerdere huishoudens een of meer gemeenschappelijke ruimtes gebruiken en beheren, waarbij het lidmaatschap vrijwillig is en de groep zelf beslist over de toelating van nieuwe leden. De focus van het onderzoek ligt op de locatie van de woongroepen, de ervaringen van bewoners in een woongroep en de criteria die worden gehandhaafd voor het selecteren van nieuwe bewoners. De gegevens van de woongroepen zijn weergegeven in een matrix. Hierbij is gelet op het aantal woningen in de woongroep, het aantal bewoners, de samenstelling, de ligging en de voorzieningen.Daarnaast is er ook een overzichtelijke adressenlijst van alle woongroepen in Noord-Nederland en deze zijn weer in een landkaart weergegeven.Doelstelling en Probleemstelling:Naar aanleiding van onvoldoende overzicht in de bekendheid van woongroepen, is het doel van dit onderzoek, een inzicht te geven in de locatie en de ervaringen van woongroepen in Noord-Nederland. Hier vloeit de probleemstelling uit voort. Deze is als volgt geformuleerd: Welke woongroepen voor ouderen zijn er in Noord-Nederland en hoe ervaren de bewoners het wonen in een woongroep? Door zoveel mogelijk bestaande gegevens uit eerdere onderzoeken en andere bronnen te gebruiken, wordt deze doelstelling bereikt.Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT