Burgers en politici hebben behoefte aan verantwoording over ingezette middelen voor ontwikkelingshulp en de bereikte doelen. De resultatenrapportage van het Ministerie van Buitenlandse Zaken biedt in theorie een mooi overzicht dat ten dele inzicht verschaft. Het rapport schetst echter een te mooi beeld. Met behulp van de kwantitatieve analyse op performance indicatoren wordt een causale relatie verondersteld die in werkelijkheid niet zomaar kan worden aangenomen. Zo is bij de doelstelling 'succesvolle lobby op het gebied van goed bestuur ' niet duidelijk wat er onder succesvol wordt verstaan. Het wordt zo wel erg makkelijk om te zeggen: het is gelukt! In de resultaatketen is bovendien geen ruimte voor alle andere partijen die aan dezelfde doelstellingen werken. Er wordt dus een relatie verondersteld tussen de output van Nederland en het totale maatschappelijke effect. Doordat overheden op basis van kwantitatieve monitoring effecten claimen, ontstaat mogelijk een schijnwerkelijkheid die burgers en Kamerleden tevreden moet stellen en die de legitimatie zou moeten zijn voor toekomstige toekenning van middelen. Het rapport besteedt eveneens geen aandacht aan het samenspel van effecten of de mogelijk tegengestelde effecten als outcome van het handelen. In dit artikel wordt beargumenteerd dat op basis van de kwantitatieve resultaten alleen niet zomaar conclusies getrokken mogen worden over behaalde effecten onder meer omdat dat de kwantitatieve resultaten zoals die zijn voorgesteld weinig zeggen over de kwaliteit ervan. Bovendien komt naar voren dat de kwantitatieve verantwoording over de resultaten bij alle donorlanden uitnodigt tot interne attributie waar het om positieve maatschappelijke effecten gaat en uitnodigen tot strategisch gedrag. Tot slot is modelmatig weergegeven dat de verhouding tussen input van het donorland en de maatschappelijke effecten zoals in het rapport wordt voorgesteld veel te simplistisch is. ABSTRACT Citizens and politicians need information on the used resources for development aid and the reached goals. The result report by the Ministry of Foreign Affairs gives a nice overview that gives insight to a certain extent. However, the picture is painted too optimistic. Using the quantitative analysis based on performance indicators a causal relation is assumed that in reality may not exist. One of the issues is the limited objective quantifiability of the output. The goal "creating a successful lobby for good governance " doesn't specify what would be considered successful. This makes it very easy to say: we did it! The result chain doesn't show all other parties striving for the same goals. A relation is assumed between the Dutch output and the total changes in society. Because governments make claims based on quantitative monitoring alone, a false view on reality that should satisfy both citizens and politicians and that should be a legitimation for future investments, may arise. The report doesn't acknowledge the combination of effects or the possible counterproductive effects as outcome of the actions. This article argues that no conclusions may be drawn on realized effects based on quantitative information alone, among other reasons because the quantitative date as presented give no view of the achieved quality. Moreover the article shows that the quantitative way of accounting for the investment of resources with all donor countries invites strategic behavior and internal attribution as far as the positive results are concerned. A model was drawn to show that the relation between input from the donor country and societal effects as the proclaimed in the report are way too simplistic.
DOCUMENT
Fons van der Velden en Titus van der Spek betogen in hun artikel De mythe van microfinanciering dat aandacht zou moeten uitgaan naar sociale ondernemingen. Een preek voor eigen parochie met wat slogans tegen microfinanciering, zegt Klaas Molenaar. Kritiek zoals de twee naar voren brengen is volgens hem niet goed onderbouwd.
DOCUMENT
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector Optimaliseren Kennisintensieve Bedrijfsprocessen bij Zuyd Hogeschool op vrijdag 20 mei 2016. Beschouwingen over de ontwikkelingen in Financiele dienstverlening, missie van het Lecotraat ‘Het ontwikkelen en verspreiden van nieuwe inzichten en oplossingen voor praktische vraagstukken met betrekking tot kennisintensieve bedrijfsprocessen teneinde de kennisontwikkeling en professionaliteit in met name de financiële dienstverlening te bevorderen.’
LINK
Om de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk en haar lectoren middels een boekje te presenteren, is daarom gekozen voor een typisch 'Haags' thema, namelijk 'burgerschap'; de ontwikkelingen, mogelijkheden, vraagstukken en oplossingen in de relatie tussen mensen en hun omgeving, hun overheid, in een grote stad als Den Haag. Alle lectoren is gevraagd een hoofdstuk te schrijven over dit thema. Het resultaat is bijeengebracht in deze bundel. De bijdragen zijn zeer uiteenlopend van karakter: variërend van columns of essays tot begripsmatige en theoretische beschouwingen of empirisch onderzoek. zij zijn geschreven als illustratie voor een breed publiek van datgene waarmee onze lectoren zich bezighouden: een illustratie, hoe sterk de Haagse Hogeschool/TH Rijswijk in open verbinding staat met de ontwikkelingen in haar omgeving.
DOCUMENT
Verslag van de in de openbare les aangekondigde vijf 'kritische dialogen'. Die dialogen leveren (iets als) een agenda op voor de komende jaren, waarbij het voeren van 'de dialoog' zelf ook als agendapunt genoteerd kan worden! Bij wijze van agenda laat ik zien hoe kunst - voorbij therapie - als breekijzer kan werken in het zichtbaar maken van mensen die te vaak over het hoofd worden gezien. In een tijd dat de overheid tot zorgzaamheid verplicht op straffe van verlies van uitkering, lijkt een pleidooi voor burgervriendschap voor sommigen ongepast. Toch doen we het, als uitnodiging, omdat het kans geeft op vervulling van gewenste, betekenisvolle rollen - aan beide zijden! Bewonersgestuurde initiatieven maken naast sociale ook economische aansluiting mogelijk en daarmee een inclusievere economie. Net als 'de normaalste zaak' en net als bewegingen die de hele economie op een andere leest willen schoeien. Alles om het beste van iemands mogelijkheden waar te laten worden. Er zijn teveel schrijnende voorbeelden van uitsluiting en discriminatie op basis van etniciteit, huidskleur, geloof, aandoening, beperking, armoede, status (het niet hebben van papieren). In alle gevallen is radicale aansluiting (presentie) aan de orde op allerlei niveaus, maar zeker ook op dat van zorg en welzijn. Aansluiting houdt ook in oog hebben voor de maatschappelijke context die uitsluiting bestendigt. Aansluiting betekent ook naast mensen gaan staan, als professional, als burger, als overheid en niet meegaan met de taboeïsering van kwetsbaarheid, omdat dat de kwetsbaarheid van mensen in kwetsbare posities alleen maar verergert. Zonder voorbij te gaan aan de fricties en ongemakkelijkheden vaart Kwartiermaken tussen talent en kwetsbaarheid een eigen koers met een radicale verwelkoming van diversiteit
DOCUMENT
Evidence based practice, wie kan daar tegen zijn? Toch blijkt evidence based werken in de sociale sector nog niet zo eenvoudig uit te voeren. Mensen op de werkvloer stellen dat weinig methoden werkelijk aantoonbaar effectief zijn, en onderzoekers morren dat er te weinig gebruik wordt gemaakt van hun wetenschappelijke kennis. Ondertussen staat de kwaliteit van de sociale sector steeds opnieuw ter discussie. Dit boek beschrijft de inhoud en relevantie van evidence based practice, maar ook de bijziendheid van die benadering. Er zijn immers behalve wetenschap nog veel meer krachten die de dynamiek op de werkvloer van de sociale sector beïnvloeden. De basis waarop professionals kiezen een bepaalde sociale interventie wel of niet te gebruiken omvat veel meer dan alleen wetenschap. Aan de hand van theoretische beschouwingen en biografieën van sociale interventies verruimen de auteurs de discussie over beroepsinnovatie. Hoe goed is de sociale sector in staat om lessen te trekken uit zijn eigen geschiedenis? Brengt de canon sociaal werk alleen maar voortgang in beeld of ook vooruitgang? En is het mogelijk de kwaliteit van de sector daadwerkelijk te verbeteren door inzichten uit praktijk en wetenschap te gebruiken? Bestemd voor iedereen die bij de sociale sector betrokken is en een eigen mening wil vormen over de discussie over evidence based practice: hulpverleners, managers van welzijnsinstellingen, ambtenaren sociaal beleid bij gemeenten, studenten hoger sociaal agogisch onderwijs en uiteindelijk ook de cliënten die van al deze mensen hulpverlening krijgen.
DOCUMENT
Docentenhandleiding bij Standpunt, VMBO, deel 3 Leerwerkboek (2016). Docentenboek met antwoorden op de opdrachten en toelichtingen bij tal van vraagstellingen, didactische tips en toetsvragen.
MULTIFILE
Das Phänomen des Ombudsmanns in verschiedene Länder, im Journalismus, Hörfunk und Fernsehen.
DOCUMENT
Dubbel-essay van de Vereniging Hogescholen : een essay van Carola Hageman met de titel 'Wie schrijft die blijft : open access publiceren van praktijkgericht onderzoek' en een essay van Daan Andriessen met de titel 'Werk aan de winkel : uitdagingen voor de volgende 15 jaar praktijkgericht onderzoek in het hbo'
LINK
Filosoferen met kinderen wordt steeds meer gezien als een activiteit die bijdraagt aan democratische vorming. Democratie leren door filosoferen is een diepgaand onderzoek naar de praktijk van het filosoferen in het basisonderwijs. Op verschillende niveaus is het curriculum 'filosoferen met kinderen' onderzocht. Het onderzoek gaat in op de idealen, het idee achter het filosoferen, op de feitelijke vormgeving en uitvoering van het filosoferen en de door de leraren en kinderen zelf gerapporteerde leereffecten ten aanzien van hun denken, dialoog en het omgaan met verschillen. In vier scholen en zestien groepen zijn leraren en kinderen geobserveerd en via interviews en vragenlijsten bevraagd over hun doelen en motieven, praktijken, ervaringen en leereffecten. Het onderzoek laat zien hoe filosoferen met kinderen theoretisch en praktisch een bijdrage kan leveren aan democratische burgerschapsvorming. Het onderzoek is uitgevoerd als promotieonderzoek aan de Universiteit voor Humanistiek.
LINK