Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
Dit onderzoek wil betrokkenen uit de domeinen kunst, zorg en welzijn handvatten bieden en een denkraam aandragen dat aansluit bij het hybride karakter van de sociaal artistieke praktijk. Dit is een praktijk die zich dwars over de grens van de kunsten, de zorg en de leefwereld van betrokkenen beweegt. Wat zijn ankerpunten voor het welslagen en de continuïteit van co-creatieve initiatieven? Dit wordt onderzocht met oog voor de uniciteit van de persoonlijke kunstervaring en van ieder nieuw samenwerkingsproces. Vanuit vier perspectieven mens, kunst, samen en ondernemerschap wordt gekeken naar het co-creatieproces binnen het project Kunst Verbindt bij zorgorganisatie ZINN in Groningen. Wat waren in dat concrete proces de kenmerkende factoren, randvoorwaarden, rollen en waarden voor de kunstenaars, hun oudere medemakers en de betrokkenen uit de zorg?
Van 5 tot en met 12 november 2012 vond in de koepelzaal van Academie Minerva een projectweek plaats in het kader van Anke Coumans installatie als lector Image in Context. Het Lectoraat Image in Context bestudeert de nieuwe rollen die kunstenaars en ontwerpers ontwikkelen wanneer zij hun werk relateren aan de samenleving. De studenten van Autonome Beeldende Kunst en Vormgeving die deelnamen aan deze projectweek werkten onder leiding van beeldend kunstenaar Bart Lodewijks aan een expositie met de titel De Kunsten en Het Politieke. Het materiaal dat deze projectweek heeft opgeleverd, is de basis voor het eerste cahier van het lectoraat Image in Context van het kenniscentrum Kunst & Samenleving. Het cahier bevat de volgende onderdelen: De grond onder onze voeten Een reflectie van Bart Lodewijks op de projectweek Werk en reflecties Anna Rijkens, Antoinet Pastoor, Marjet Zwaans, Marco Stoelwinder, Ferdi Speelman, Brenda Sariowan, Tobi van Ringen, Doris Laczkò, Roel Hooghiem, Tijmen van Dijk, Iris Leenknegt, Rosemarie Swingle, Irene Sanchez Izquierdo, Francesca Lai, Ruben Jager, Ilse Vos, Lean Meinders, Elke Uijtewaar, Gisanne Hendriks, Nynke v/d Bij, Marco Hol, Frank Hopman Reflecties op de projectweek door enkele deelnemende studenten van Academie Minerva: Anna Rijkens, Doris Laczkó, Iris Leenknegt, Tobi van Ringen, Ilse Vos Bart Lodewijks en de kunst van het verbinden De visie van Anke Coumans op de werkwijze van Bart Lodewijks
Hoe kan de verblijfskwaliteit en veiligheidsperceptie van de publieke ruimte versterkt worden door de toepassing van “interactieve objecten”? (objecten die met beeld, licht, geluid en sensoren real time reageren op de gebruikers en de ruimte daarop afstemmen). De ontwikkeling van deze zogenaamde responsieve ruimte staat nog in de kinderschoenen maar is beloftevol vanwege de meerwaarde voor de leefbaarheid en het onderscheidend vermogen van de plek en de bedrijven. In Co-ReUs worden drie verschillende mkb groepen samengebracht: stedenbouwbureaus, creatieve conceptontwikkelaars en lokale ondernemers. We gebruiken de ArenA-Boulevard als proeftuin: een als ongezellig ervaren ruimte (lage verblijfskwaliteit en slechte veiligheidsperceptie). De mkb-ers lossen hiermee hun eigen praktijkproblemen op: Stedenbouwbureaus houden zich bezig met het ontwerp van de publieke ruimte. Zij merken dat hun instrumentarium (herontwerp, herbestrating etc.) te kapitaalintensief en te weinig flexibel is om de verblijfskwaliteit en veiligheidsperceptie op dit soort plekken op te lossen. De bureaus hebben behoefte aan een lichter, gerichter en responsiever instrumentarium. Ze hebben echter beperkte (technologische) kennis hoe interactieve objecten precies een bijdrage kunnen leveren. Creatieve conceptontwikkelaars hebben een ander probleem: zij hebben wél de beschikking over interactieve objecten (geluid, beeld, licht, sensoren) maar die zijn vooral kunstzinnig en evenementiëel. De objecten zijn stuk voor stuk niet ontwikkeld vanuit een stedenbouwkundige opgave waardoor ze hiervoor geen panklare oplossing vormen. Lokale mkb-ers hebben ook een probleem: zij weten niet goed hoe zij op een gecoördineerde manier invloed kunnen uitoefenen op de activering van de publieke ruimte. Project Co-ReUs: 1) analyseert hoe de ruimte wordt gebruikt (nulmeting en Programma van Eisen voor de inzet van interactieve objecten; 2) ontwikkelt ruimtelijk-interactieve interventies in co-creatie met de drie mkb groepen. 3) deze worden op het plein geplaatst en nametingen brengen de effecten in beeld. Het resultaat is een actiegerichte Handleiding met Roadmap voor de ontwikkeling van responsieve publieke ruimtes.
Hogescholen voor de kunsten werken van oudsher nauw samen met praktijkpartners uit de culturele en creatieve industrie. De samenwerking met deze mkb’ers en ZZP’ers is veelal positief maar kent niet altijd het structurele karakter waarmee een duurzame onderzoeksrelatie kan ontstaan. Deze kans biedt de pilot Innovatietrainees. HKU, AHK en ArtEZ willen met het Innovatietrainee programma Creatief Talent Werkt bouwen aan een meer duurzame samenwerkingsrelatie met het mkb. Het kan de stap van opleiding naar werk op niveau voor onze studenten verkleinen. Tevens hopen we dat het instrument ertoe leidt dat we nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen smeden met bedrijven die zonder deze impuls de weg naar het onderzoek van de hogescholen niet wisten te vinden. Als laatste beogen we met de Innovatietrainees onze studenten een unieke toevoeging aan, en daarmee kwaliteitsimpuls van hun opleiding te bieden. De Innovatietrainees sluiten aan bij de onderzoeksthema’s en het onderzoeksbeleid van de drie kennisinstellingen. Deze zijn verschillend maar kennen een rode lijn: onderzoekstrajecten die inspelen op urgente maatschappelijke vraagstukken door middel van artistieke interventies en ontwerpstrategieën. Omdat er verschillen zijn in focus en aanpak biedt deze pilot (en een mogelijk vervolg) een unieke kans om van elkaar te leren. We haken daarbij alledrie aan op de KIA’s veerkracht en maatschappelijk verdienvermogen. Het traineeprogramma bestaat uit twee belangrijke bouwstenen: plenaire sessies en intervisie bijeenkomsten. Beide zijn gericht op uitwisseling van inzichten en ervaringen en inhoudelijke verdieping. Een belangrijk onderdeel is de vorming van een community rondom innovatievraagstukken in het mkb, met een focus op wat (toekomstige) creatieve professionals kunnen betekenen voor het innovatief vermogen van organisaties. Het mkb wordt hierbij ook direct betrokken. De intervisiegroepen worden thematisch ingedeeld waardoor de deelnemers van de verschillende partners elkaar kunnen ontmoeten. De pilot wordt met betrokkenheid van alle stakeholders op de verschillende niveaus van het programma gemonitord en geëvalueerd.
Om Brede Welvaart te realiseren zijn fundamentele veranderingen nodig in de economie. Organisaties en mensen zijn op zoek naar mogelijkheden om zelf bij te dragen aan deze systeemverandering. Partijen als MVO Nederland, Boijmans van Beuningen en Buitenplaats Brienenoord in Rotterdam zijn op zoek naar methodieken om mensen handelingsmogelijkheden te geven in die verandering. Hoe kun je in het klein bijdragen aan een verandering van iets zo allesomvattend en abstract als de economie? De lectoraten Economy in Common (Avans) en Artistic Connective Practices (Fontys) en changemaker/dansgezelschap The100Hands ontwikkelden een lecture performance over patronen van uitwisseling - Exchange - in de economie. Publiek en deelnemers gaven aan dat de voorstelling hen bewust maakte van vanzelfsprekende patronen van economische uitwisseling en de effecten daarvan op henzelf en de samenleving. De combinatie van denken, doen en verbeelden zorgt voor een doorleefde ervaring van wat anders kan, volgens een deelnemer aan de lecture performance in de Verkadefabriek, 's-Hertogenbosch: “Door tegelijkertijd aan bewustwording en herontwerp te werken, blijf je uit de machteloosheid die bewustwording alleen soms teweeg brengt.” Op basis van de vraag van de partners en de ervaringen van het publiek van de voorstelling willen we de lecture performance doorontwikkelen tot een methodiek die changemakers kunnen gebruiken om mensen en organisaties agency te geven in de transitie van de economie richting Brede Welvaart. Deze methodiek - een vorm tussen lezing, presentatie, verhalen, debat, workshop, beweging en collectieve reflectie - laat mensen en organisaties door ervaring, verbeelding en reflectie het systeem tegelijkertijd begrijpen én veranderen. Het geeft hen perspectief en handelingskracht om op kleine schaal in hun eigen omgeving verandering in gang te zetten, te versterken of te versnellen.