Hoofdstuk 6 in Kansen in kunst. Het landelijk onderzoek dat Kunst Inclusief gehouden heeft onder ateliers en centra voor de kunsten in Nederland laat zien dat er onder de betrokken instellingen vele samenwerkingsvormen zijn. Uit de resultaten blijkt echter dat de centra voor de kunsten relatief veel met andere centra voor de kunsten samenwerken en zorgateliers met andere zorgateliers. Het komt aanzienlijk minder voor dat zorgateliers en reguliere centra voor de kunsten samenwerken. Slechts 10% van de instellingen die deelnamen aan het landelijke onderzoek geeft aan dat er onderling contact is. Genoemde belemmeringen voor samenwerking zijn onder andere slechte ervaringen in het verleden, een te groot verschil in visie en organisatiecultuur en angst voor concurrentie (Loeffen e.a., 2009).
Hoofdstuk 5 in: Plekken van Hoop en verandering. Samenvatting van het boek: Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijke opgaven op onder andere het gebied van armoede, duurzaamheid, veiligheid, welzijn en zorg. Deze complexe en taaie vraagstukken kunnen veelal niet door één of twee partijen van bovenaf worden opgelost. Ze vragen om een nieuwe aanpak met een grotere rol van de direct betrokkenen. Op steeds meer plekken in Nederland zien we dan ook dat groepen van diverse personen en organisaties met elkaar werken aan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel, buurt- of wijkniveau. Zij bundelen hun krachten in nieuwe samenwerkingsverbanden om zo lokaal het verschil te maken. Deze samenwerkingsverbanden zorgen ten opzichte van het verleden voor verschuivende rollen, taken en (machts)verhoudingen. Er ontstaat een nieuw speelveld met deels nieuwe spelers en spelregels. Hoe je dit samenspel tussen burgers, ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeenten precies vorm moet geven, wordt nu uitgeprobeerd en ontdekt. Hoe verhouden bijvoorbeeld de burger en de professional zich tot elkaar? Welke complexe afhankelijkheden zijn er tussen de andere partijen? Heeft iedereen een gelijkwaardige stem? Tegen welke knelpunten lopen deze samenwerkingen op? Wat zijn belangrijke leerpunten en hoe kunnen we het leren over en binnen deze plekken optimaliseren? Samenvatting hoofdstuk: Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn. Het beeld dat ouderen zorg nodig hebben, in isolement kunnen raken en kwetsbaar zijn is gangbaar, maar eenzijdig. In het Utrechtse project De Kunst van Delen stelt men juist de kwaliteiten en talenten van ouderen centraal door hen actief te betrekken bij een kunstprogramma met jongeren. Het blijft echter nog een zoektocht in welke mate ouderen bij dit soort trajecten het voortouw kunnen nemen en welke procesbegeleiding wenselijk is.
Kunst kan in haar rijkheid en variëteit worden ingezet om een inclusieve samenleving te bevorderen. Maar hoe doe je dat? Want ook het werken met kunst kan mensen uitsluiten. In het onderzoek naar het project De Kunst van Delen is gezocht naar de do’s en don’t’s bij het inzetten van kunst door sociale en culturele professionals gericht op een inclusieve relatie tussen ouderen en jongeren in de stad Utrecht. Wat betekent dit voor het sociaal werk en de verdere professionalisering ervan?
LINK
De subsidie wordt aangevraagd voor verkennend onderzoek om in gezamenlijkheid (met meerdere partners) een artistiek onderzoeksplan te schrijven. De volgende twee vragen staan centraal. 1: Wat is de impact van nieuwe technologie (bv digitalisering, artificial intelligence) op ‘samenleving’? Oftewel hoe gaat nieuwe gemeenschapsvorming of commoning in zijn werk onder invloed daarvan? 2: Hoe gaat de architectuur en de stedelijke ruimte vormgegeven worden onder invloed van die nieuwe technologie anticiperend op die nieuwe gemeenschapsvorming? In de maanden mei tot oktober 2018 zullen we met de partners, vanuit het Zeeburgereiland (volledig nieuw en snel veranderend) dit plan verkennen, ontwikkelen, uitschrijven en publiekelijk lanceren. We zullen een aantal samenkomsten organiseren om elkaars belangen te inventariseren en vervolgvragen uit te werken als: wat is de toekomstige vormgeving van gebouwen in de overgangszone tussen privé en openbaar? Wat is de impact van de nieuwe, door technologie gedreven stad voor het individu, voor bezoekers, bewoners, gebruikers? Hoe toegankelijk wordt de nieuwe stad, de straat en de bebouwing, hoe ‘poreus’, hoe inclusief? Wat is de rol van onderwijs en van de kunsten in die toekomst? Zeeburgereiland wordt de proeftuin. Kunst en design nemen nu vaak een kritische positie in tegenover de technologische vernieuwing, die is waardevol, maar kunst en design kan ook makend bijdragen aan een betere, door technologie bepaalde toekomst. Het project zal daarmee experimenteren, het potentieel onderzoeken en de voorstellen uitwerken naar concrete toepassingen, en tegelijk naar succesvolle en minder succesvolle utopische projecten uit het verleden kijken van kunstenaars en ontwerpers. Met het artistic research project wordt door het lectoraat Kunst en Publieke Ruimte aan de Rietveld Academie aangesloten op een traditie in de kunsten die beelden maakt van een utopische samenleving. Het wil het wiel niet heruitvinden, en zal aansluiten bij kennis vanuit internationaal, wetenschappelijk onderzoek naar commoning, planologie, kunstgeschiedenis, -theorie en stadssociologie.