‘Toekomstgericht werken’ is het nieuwe credo in de ondersteuning van kwetsbare jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar. De aanpak biedt mooie aanknopingspunten, maar voor veel jongeren zit de uitdaging vooral in weten wat ze nú nodig hebben of moeten doen om dit te realiseren.
LINK
Jongeren waarderen hulp vooral als zij concrete resultaten ervaren. Dit vraagt om alerte hulpverleners die in staat zijn te zien waar deze jongeren dagelijks mee te maken hebben.
LINK
Deze brochure is bedoeld voor medewerkers die in hun dagelijks werk met jongeren te maken hebben. Je hoeft geen financieel expert te zijn om over geld te praten. Het belangrijkste is om aan te sluiten bij wat jongeren willen en kunnen. Onverstandig met geld omgaan veroorzaakt veel problemen en zorgt voor ernstige moeilijkheden om maatschappelijk mee te doen. Daarom is vergroten van financieel bewustzijn juist voor deze groep extra hard nodig. Wie worden bedoeld met kwetsbare jongeren? Dat zijn jongeren die, om wat voor reden dan ook, moeite hebben om zelfstandig verstandige keuzes te maken en het risico lopen om op het gebied van geldzaken in de problemen te komen. Bijvoorbeeld door een ontwikkelingsachterstand, gedragsproblemen of de situatie thuis. De risico’s zijn bijzonder groot onder jongeren met een licht verstandelijke beperking. Zij zijn zeer kwetsbaar, en overzien de gevolgen niet van schulden. Zij worden makkelijker slachtoffer van financieel misbruik. Deze jongeren worden nog wel eens over het hoofd gezien als kwetsbare groep. Daarom wordt in deze brochure extra aandacht besteed aan deze groep. Wat zijn de valkuilen en verleidingen voor jongeren? Hoe houd je rekening met jongeren met een licht verstandelijke beperking? En hoe raak je in gesprek over geld? Deze brochure geeft handvatten om vaker het gesprek aan te gaan met jongeren over geld. En het belangrijkste gereedschap daarbij is ieders eigen deskundigheid. De sleutelwoorden zijn: structureel en dichtbij
DOCUMENT
Inleiding: Sinds 2015 zijn alle gemeenten in Nederland verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van hun burgers. De invoering van de Jeugdwet, Participatiewet en WMO hebben ervoor gezorgd dat gemeenten zorg dragen voor, respectievelijk, de ondersteuning van jongeren tot 23 jaar, voor ondersteuning van burgers bij het vinden van een plaats op de arbeidsmarkt en de zorg voor niet zelfredzame burgers. De drie wetten komen samen bij de ondersteuning van de maatschappelijke participatie van jongeren en jongvolwassenen tot 27 jaar met psychische of gedragsproblemen.
MULTIFILE
In deze publicatie geven we een beschrijving van de strategie die Koplopers gehanteerd heeft en we delen onze ‘lessons learned’. Met behulp van een ervaringsdeskundig Jongerenteam is drie jaar lang participatief actieonderzoek gedaan naar psychische kwetsbaarheid. Onder begeleiding van coaches en onderzoekers hebben jongeren op gelijkwaardige wijze met andere jongeren, studenten en professionals gesproken over psychische kwetsbaarheid en hebben samen met hen belemmerende en bevorderende factoren onderzocht. Het resultaat leest u in het drieluik van publicaties - Koplopers: lessons learned, Koplopers: factoren in participatie en het digitale magazine Koplopers: kwetsbaarheid is de kracht.
LINK
RAAK-project in de aandachtswijk Caberg Malpertuis in Maastricht waarin middels het maken van kunstzinnige creaties door de buurtkinderen en ondersteuning van de buurtbewoners (o.a. ouders en leerkrachten) werd gewerkt aan grotere leefbaarheid en gezamenlijkheid in de buurt.
DOCUMENT
In deze deelrapportage worden resultaten weergegeven die afkomstig zijn uit interviews die met 28 buurtsportcoaches zijn gehouden die zich richten op kwetsbare burgers. Dit zijn burgers met een laag inkomen, lage SES, mensen met een migratieachtergrond en/of met een afstand tot de arbeidsmarkt. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag (zoals benoemd in de inleiding, hoofdstuk 1) zijn vragen gesteld over de organisatie van het werk, de aanpak die buurtsportcoaches voor deze doelgroep hanteren, de activiteiten die zij aanbieden en de resultaten daarvan, en de samenwerking die ze aangaan. Daarnaast wordt ingegaan op belemmerende en bevorderende factoren in de werkzaamheden, de resultaten van de inzet en de manier van monitoren en evalueren. Resultaten: Nagenoeg alle buurtsportcoaches die zich richten op kwetsbare burgers werken in een team. Het overgrote deel ervaart veel vrijheid in de werkzaamheden en weet wat hij/zij voor taken heeft. Veel doelen zijn geformuleerd op effectniveau waarbij sport als middel wordt ingezet. Deze buurtsportcoaches gaan actief op zoek naar de doelgroep. Hun aanpak baseren ze veelal op eigen ervaring en kennis van anderen. Deze buurtsportcoach werkt veel samen met andere organisaties. De waardering die de buurtsportcoach krijgt, alsook steun en draagvlak voor de functie, vrijheid in werkzaamheden en zichtbaarheid in de wijk zijn factoren die bevorderend werken op de werkzaamheden van de buurtsportcoaches. Belemmerende factoren zijn met name gelegen in cultuurverschillen en in traagheid van processen. De buurtsportcoach zelf dient over een heel scala aan kennis, vaardigheden en kwaliteiten te bezitten. De buurtsportcoaches geven zowel resultaten weer op prestatie- als op effectniveau, zoals het verbeteren van de leefstijl, vergroten van zelfredzaamheid of beter welbevinden van de deelnemers. Daarnaast hebben zij expliciet oog voor individuele successen die worden geboekt. Maatwerk is essentieel voor deze doelgroep. Een groot deel van de mensen die worden bereikt behoort tot de inactieven. De manier van registratie en monitoring varieert enorm, sommigen registreren wekelijks, anderen doen dit veel minder frequent. Aangegeven wordt dat tijd en middelen om te monitoren soms ontbreken of dat de proceskant moeilijk te meten is. Conclusie en aanbevelingen: Verreweg de meeste doelen zijn geformuleerd op effectniveau of op prestatieniveau. Uit de interviews blijkt dat deze effecten vaak een individueel traject betreffen, waarbij sport als middel wordt ingezet. Het proces daartoe lijkt echter wel sterk resultaatgericht, namelijk het bereiken van juist die burgers die de inzet het hardst nodig hebben. Kwaliteit gaat hierbij boven kwantiteit. Werkzame principes voor de aanpak van de buurtsportcoach die zich richt op kwetsbare burgers lijken: actief op zoek gaan naar de kwetsbare burgers, maatwerk leveren en vraaggericht werken, een vertrouwensband opbouwen, inzet van rolmodellen en tot slot laagdrempelige activiteiten. Dat de kwetsbare burgers soms lastig vindbaar zijn en cultuurverschillen die worden ervaren belemmeren soms de werkzaamheden. Voor dit type buurtsportcoach wordt specifiek aanbevolen om ondersteuning te bieden bij monitoring en evaluatie, scholing te verzorgen in complexiteit van de doelgroep en scholing te verzorgen in verschillende typen organisaties waarmee de buurtsportcoaches samenwerken.
MULTIFILE
Eenzaamheid is niet exclusief voor ouderen. Ook jongeren treft het en de gevolgen voor hun leven zijn ingrijpend. Wieteke Hiemstra en Sigrid Ackerman, beiden werkzaam bij jeugd-GGZ RIOzorg, zochten naar een praktische interventie om eenzaamheid onder jongeren te signaleren en aan te pakken. Vanuit de Amsterdamse werkplaats KeTJAA ontwikkelde onderzoeker Sanne Rumping een e-learning bleek soelaas te bieden.
DOCUMENT
In welke werelden bewegen jongeren zich? Waar hechten zij waarde aan? Wat betekenen sociale media voor hen en hoe maken zij er gebruik van? Leefwerelden van jongeren gaat over het dagelijkse leven van jongeren: thuis, op school, met hun vrienden en als grootgebruikers van media en digitale cultuur. Het boek is geschreven vanuit het perspectief van jongeren, zichtbaar gemaakt via voorbeelden en illustraties uit (inter)nationaal wetenschappelijk onderzoek, berichtgeving in de (sociale) media en websites. Het eerste deel van het boek gaat over het leven van jongeren thuis. Hierbij wordt ingegaan op de rol van het gezin, vriendschappen, jeugdcultuur, uiterlijk, seks en liefde. Het tweede deel beschrijft het leven op school, een plek waar alle jongeren naartoe gaan en jongeren met andere achtergronden tegenkomen. In deel drie staat de rol van media en de digitale cultuur centraal. Hier gaat het over hoe jongeren hun levens vormgeven met behulp van ‘nieuwe’ en ‘oude’ media; en hoe die media onderwerp en aanstichter zijn van mythevorming en morele paniek over jongeren. Dit boek is bedoeld voor (toekomstige) professionals die te maken hebben met uiteenlopende groepen jongeren. Het is geschikt voor de hbo-opleidingen pedagogiek, social work, sociaal juridische dienstverlening en de lerarenopleidingen. Het boek is te koop bij Uitgeverij Coutinho.
LINK