Rapport naar aanleiding van een stage, uitgevoerd onder leiding van P. Ruardij, voor het hoofdvak dierecologie vanaf mei tot december 1986 aan de Landbouw Universiteit Wageningen.Het Eems-Dollard ecosysteem model, ontwikkeld door BOEDE, het latere EON, wordt uitgebreid met een aantal processen die het gedrag van anorganisch- en methylkwik in een ecosysteem beschrijven, te weten:—verticaal transport—adsorptie/desorptie—methylering—biologische accumulatieVoor dit laatste proces worden de in het Eems-Dollard model berekende metabolisme processen van de verschillende groepen organismen t.a.v. opnameen respiratie van koolstof gebruikt om de hoeveelheid in het organisme accumulerende kwik te berekenen. Een extra opnameterm is noodzakelijk:kwikopname via het ademhalingsoppervlak. Om het bestaande Eems-Dollard model te kunnen gebruiken als een biologisch accummulatie modelmoet het fysisch-chemisch gedeelte uitgebreid worden. Deze uitbreiding bestaat uit een chemisch evenwicht module (absorptie-desorptie, precipitatiedissolutie).Voor het biologisch gedeelte wordt een verregaande aggregatie voorgesteld.
LINK
Zijn we te laat? Deze vraag drong zich op aan journalist en schrijver Frank von Hebel tijdens zijn reis naar Spitsbergen. Hij nam deel aan de SEES-expeditie (Scientific Expedition Edgeøya Svalbard) op het expeditieschip Ortelius. Onder leiding van het Arctisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen onderzochten vijftig wetenschappers de gevolgen van klimaatverandering voor de wereld van gletsjers, toendra’s en ijsberen.Spitsbergen is het snelst opwarmende gebied ter wereld. Het kwik stijgt er elke tien jaar gemiddeld met een graad Celcius. Von Hebel zag met eigen ogen hoe de beschaving zich meer en meer opdringt aan het ooit ongerepte landschap dat in 1596 werd ontdekt door Willem Barentsz. De gletsjers trekken zich met schrikbarende snelheid terug, de permafrost slinkt zienderogen en jaarlijks haalt men 20.000 kilo afval van de stranden. Zelfs de Wereldzadenbank kwam door smeltwater even blank te staan. Maar ook onze eigen geschiedenis dreigt door de opwarming van de aarde letterlijk en figuurlijk weg te spoelen. Expeditie Spitsbergen neemt de lezer mee in de bijzondere wereld van deze archipel en maakt duidelijk dat klimaatverandering een veelkoppig monster zal zijn.
LINK
Binnen het projectonderwijs wordt nog vaak drooggezwommen. Enerzijds door de verstrekte projectopdrachten anderzijds door de suboptimalisatie van oplossingen. Deze zijn namelijk sterk afhankelijk van de verbonden modules en docenten. In de praktijk zijn de oplossingen echter altijd een afweging van tijd, geld en kwaliteit. Onze Human Engineers leren om daar op een goede manier mee om te gaan. Dit door de integratiemodule Integrated Product Development (IPD). IPD is een multidisciplinair project waarbij studenten van verschillende Fontys Instituten werken aan de commercikle en technische uitwerking van een bedrijfsopdracht. Marktonderzoek, doelgroep bepaling en productspecificatie zijn een vast onderdeel van een IPD project evenals het ontwerpen en bouwen van een prototype en het financieel onderbouwen van een Go/NO go advies aan de ondernemer. Het project vindt plaats in het laatste onderwijssemester, net vssr het afstuderen en is dus te zien als een open project met een bedrijf als opdrachtgever. De Human Engineering studenten zijn in deze projecten de verbindende schakel. De specialisten in de projectgroepen, de technische studenten, willen nogal eens zoeken naar mooie oplossingen vooral in technische zin. Daarbij gaan ze vaak volledig voorbij aan het belang van de ondernemer (winst maken) en het belang van de klant (kwaliteit en bedieningsgemak). Ook het projectwerk heeft een enorme sprong vooruit gemaakt door het team uit te breiden met Human Engineers. De Human Engineering studenten focussen vooral ook op het halen van targets (kosten) en deadlines (tijd), het maken en nakomen van afspraken en de communicatie binnen de groep en naar buiten toe (ondernemer en klant). Huidige studenten en alumni geven aan dat het project zeer realistisch is en dat het vergelijkbaar is met problemen die ze in hun werk tegen komen. Zeker blijven doen is hun advies. Organisatorisch vergt het wel een en ander omdat er bijvoorbeeld afstemming dient te komen tussen de verschillende instituten met betrekking tot: beoordeling van de studenten, afstemmen van lesroosters en vergoeding voor docenten. Ook het onderhouden van bedrijfsrelaties om bijvoorbeeld aan de opdrachten te komen blijft een moeilijke, tijdrovende zaak.
DOCUMENT
Communicatieprofessionals slagen er niet in adequaat om te gaan met beroering in de publieke sfeer, in het bijzonder als deze zich op sociale media afspeelt. Dat onvermogen betaalt zich vaak duur uit want leidt tot grote maatschappelijke problemen (‘issues’), vertrouwensverlies, hoge kosten, grillig beleid en andere onverkwikkelijkheden. Vandaar de behoefte onder professionals dergelijke beroering voor te zijn. Belangrijkste doel van dit project is de ontwikkeling van een leeromgeving die hen daartoe in staat stelt. Het vermogen de beroering op sociale media, voor zover mogelijk, te begrijpen en te beheersen, begint bij inzicht in hoe die beroering tot stand komt, zich ontwikkelt en het beste benaderd kan worden. Cruciaal hierbij is het besef dat men er vroeg bij moet zijn, nog voordat de onrust op sociale media zich tot een issue ontwikkelt. Daarna is het veelal te laat. Vandaar het enorme belang oog te hebben voor de subtiliteit en complexiteit van taal. Immers heel vaak staat er niet wat er staat of zegt men niet wat men bedoelt. Maar het herkennen van de juiste bedoeling is een buitengewoon lastig proces dat via traditionele vormen van monitoring veelal onvoldoende tot stand komt. Voor een adequate omgang met potentiële issues zou dat echter wel moeten. De mogelijkheden daartoe maken de kern uit van de in dit project voorgestelde vorm van discoursanalyse en daarop gebaseerde leeromgeving. Voor zowel die discoursanalyse als de leeromgeving wordt gebruik gemaakt van AI technieken. Die technieken maken de leeromgeving ‘smart’, dat wil zeggen vol mogelijkheden tot interactie, automatische feedback, visualisaties en geavanceerde vormen van kennisverwerving. AI technieken worden in dit project ook ingezet bij het doen van discoursanalyse. Deels gebeurt dat door de communicatieprofessional zelf, tijdens het leerproces. Al doende leert hij niet alleen over het publiek debat maar draagt ook bij aan kennis en analyse daarvan.