Binnen de eigen woning of het eigen hekwerk zijn burgers en bedrijven primair zelf aan zet om energie te besparen en te verduurzamen. Geen sinecure en vaak kostbaar. “Goed dat de overheid daarbij helpt. Echter, daarbuiten bepaalt de overheid het volledige spel. Beiden zitten aan elkaar vastgeklonken. In een complexe dynamische omgeving met een internationaal speelveld en voortdurend veranderende werkelijkheden, kansen en risico’s.”
LINK
Voor emissievrije transportsector is het van belang dat bedrijven kunnen beschikken over een goed netwerk om de batterij van hun elektrische vrachtwagen op te laden. In dat kader heeft een consortium van Decisio, EVConsult en Sweco ondersteund door de Hogeschool van Amsterdam een onderzoek uitgevoerd voor het ministerie Infrastructuur en Waterstaat: “Analyse Kosteneffectiviteit Electric Road Systems (ERS) voor Nederland”. Door middel van Electric Road Systems kan de batterij van een elektrische vrachtwagen worden opgeladen tijdens het rijden, bijvoorbeeld via een bovenleiding. Het is dus een vorm van dynamisch laden, wat een alternatief voor, dan wel een aanvulling op, het stationair laden bij een laadpaal is.
In Nederland draaien 600.000 industriemotoren in transport, scheepvaart en z.g. Non Road Mobile Machinery (m.n. land- en bosbouw machines en stationaire motoren). Zij verbruiken jaarlijks ongeveer 5 miljard liter diesel, 20%% van het totale dieselverbruik. Ook deze sectoren dienen hun CO2 uitstoot en stikstofuitstoot te reduceren. Kijkend naar mogelijke oplossingen is elektrificatie niet geschikt vanwege het hoge specifiek gevraagde vermogen + kosten. Waterstof is te duur en voor mobiele toepassingen te bewerkelijk. Gesteund door technologie-neutraal klimaatbeleid vanuit de EU (32% hernieuwbare brandstoffen in 2030, waar elektrificatie niet mogelijk is), definieert de sector een voorkeur voor hernieuwbare methanol als marsroute richting emissiereductie. RAAK-MKB project Schoon Schip levert eind 2023 een werkend prototype methanol-conversiekit en manual voor een kleine industriemotor op. Mede door dit succes, groeide het consortium en ontstond een nieuwe vraag: Hoe kan de sector van industriemotoren lokale emissies van het huidige motorenpark van Stage III motoren naar Stage V niveau- en de Well-to-Wheel CO2-uitstoot verlagen met gebruik van hernieuwbare methanol als brandstof? De huidige stand van de techniek laat zien dat in grote (scheepvaart) motoren (<10.000Kw) dual-fuel en uitlaatgasnabehandeling vorm krijgt, voor kleinere industriemotoren is deze techniek nog nauwelijks beschikbaar. De HAN beantwoordt deze marktvraag in 4 werkpakketten om effectieve conversie van een stageIII motor naar StageV emissies te realiseren. Ze maakt hier een vertaalslag van de wetenschap en kennis bij grote zeevaartmotoren, naar (kleinere) industriemotoren. Dit gebeurt door te onderzoeken binnen welke kaders (economisch, emissies, prestaties en levensduur) een prototype motor te ontwikkelen klaar voor lange duurtesten. Brandt Schoon combineert opgedane motorenkennis met kennis uit de academische wereld om tot een betrouwbare toepassing van methanol in de binnenvaart te komen. Het gaat er om tot een werkende praktijkoplossing te komen voor het gebruik van hernieuwbare methanol in het bestaande park van 600.000 industriemotoren.
Als gevolg van de energietransitie wordt het steeds moeilijker om energieaanbod en -vraag op elkaar af te stemmen en ontstaan problemen op het elektriciteitsnet. Energieopslag biedt een oplossing: duurzame energie wordt opgeslagen op momenten dat er aanbod en weinig energievraag is en beschikbaar gesteld wanneer er weinig aanbod en veel vraag is. Lokale opslag biedt een kans om lokale uitval van het elektriciteitsnet te voorkomen en geeft meerwaarde aan duurzame energie. Opslag in waterstof is uitermate geschikt voor zowel toepassingen op MW-schaal (windparken), voor seizoensopslag en voor toepassingen waar distributie relevant is. De wens van bedrijventerreinen om te verduurzamen biedt een kans om gericht aan oplossingen voor lokale energieopslag in waterstof en bijbehorende toepassingen te werken. In dit project werkt de HAN samen met MKB-bedrijven, Saxion, TU Delft, lokale overheden en een aantal overige partners aan het ontwikkelen en optimaliseren van een energieopslagsysteem gebaseerd op waterstof en bijbehorende waterstoftoepassingen op en voor bedrijventerrein IPKW in Arnhem. Beschikbare windenergie van in aanbouw zijnde turbines langs de Rijn bij IPKW vormen de aanleiding voor het ontwerpen, modelleren, construeren en testen van een (geschaald) energieopslagsysteem gebaseerd op de productie, en opslag van waterstof. Specifieke toepassingen op het industriepark worden geïnventariseerd, en waar mogelijk gerealiseerd en gemonitord, voor met name lokaal bedrijfstransport en elektriciteitslevering. Scenario’s voor ontwikkeling en toepassing van de technologie ontwikkeld en haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Kennis en expertise worden ontwikkeld om het proces van optimale implementatie van waterstof voor energieopslag in een energieketen met specifieke toepassingen op een bedrijventerrein te ondersteunen. Met dit project bouwen wij voort op de vele eerdere waterstofprojecten die bij de HAN zijn uitgevoerd en maken we gebruik van ons recent gerealiseerde shared facility HAN Waterstoflab op IPKW.
Fabrikanten van mobiele machines als rioolreinigers, graafmachines en aggregaten, hebben moeite om hun producten te verduurzamen. Relatief grote vermogens en lange bedrijfstijden, in combinatie met een beperkte toegang tot elektrische infrastructuur op de plek van inzet, maken batterij elektrische oplossingen minder geschikt. Nederlandse fabrikanten van mobiele machines laten hun oog daarom op waterstof vallen. Energiedrager waterstof, geproduceerd uit een duurzame bron, biedt via een brandstofcelsysteem op de machine en elektrificatie van de aandrijflijn de mogelijkheid grotere vermogens gedurende langere tijd zero-emission te realiseren. Grote fabrikanten van bijvoorbeeld personenauto’s of vrachtwagens zijn prima in staat de daarvoor benodigde kennis zelf in huis te halen en een dergelijke brandstofcelhybride aandrijflijn in enkele generaties door te ontwikkelen tot een commercieel product, volledig geoptimaliseerd voor de eigen toepassing. Mobiele machines kennen echter kleinere oplagen en dus ook kleinere fabrikanten, veelal MKB bedrijven, met bescheiden mogelijkheden. Zij kunnen ontwikkelingskracht halen uit samenwerking met vergelijkbare bedrijven met andere toepassingen. Een resultaat van zo’n samenwerking is bijvoorbeeld software om brandstofcelhybride aandrijflijnen te dimensioneren op basis van energievraagpatronen van de specifieke toepassing. Hoewel de toepassing anders is, kan de generieke dimensioneringssoftware prima worden gedeeld. Ook kunnen op module niveau hardware ontwerpen worden gedeeld om zo te versnellen met de realisatie van een eerste eigen brandstofcelhybride aandrijflijn. Het consortium van 25 partners met daaronder 16 MKB bedrijven streeft er dan ook naar dergelijke kennis en tools beschikbaar te krijgen voor de deelnemende partijen. Daarbij gewerkt op de volgende thema’s: dimensionering, verkrijgbaarheid componenten, besturing en energie management, veiligheid en vergunningen, de logistiek om waterstof bij de eigen toepassing te krijgen en de uiteindelijke kosten. Doelstelling van het consortium is om binnen het tweejarige project tot prototypen te komen, zodat projectresultaten kunnen worden gevalideerd en er al binnen de looptijd van het project een eerste kwantificeerbare emissie-reductie wordt behaald.