Binnen de revalidatie van patiënten met aspecifieke chronische lagerug pijn (CLRP) is het accent geleidelijk aan verschoven van eenbiomedische naar een bio-psychosociale revalidatie. Een benaderingbinnen de revalidatie is de cognitief somatische revalidatie. De positieveresultaten waren mede aanleiding voor dit promotieonderzoek. Decognitief somatische revalidatie heeft als doel het verminderen enonder controle houden van de ervaren beperkingen bij patiëntenmet aspecifieke CLRP. Binnen dit programma leeft de gedachte datnaast de beoordeling van de maximale en submaximale capaciteitook de ervaren inspanning van belang is voor een uitgebreider beeldvan het probleem van de patiënt en om de effecten van de cognitiefsomatische revalidatie te kunnen evalueren. De consequentie vandeze gedachtegang maakt dat er meetinstrumenten nodig zijn omzowel de fysieke capaciteit als ook de ervaren inspanning te kunnenbepalen. Tot op heden is het onduidelijk welke factoren bepalend zijnvoor het effect van de vermindering in ervaren beperkingen van depatiënten door het cognitieve somatische revalidatie programma. Ditonderzoek concentreert zich op het bepalen van de psychometrischeeigenschappen van de meetinstrumenten die zowel de fysieke capaciteitals ook de ervaren inspanning meten en de factoren die bepalendzijn voor de vermindering van de ervaren beperkingen van patiëntenmet aspecifieke CLRP die deel nemen aan een cognitief somatischerevalidatie programma.
Middels een RAAK-impuls aanvraag wordt beoogd de vertraging van het RAAK-mkb project Praktische Predictie t.g.v. corona in te halen. In het project Praktische Predictie wordt een prototype app ontwikkeld waarmee fysiotherapeuten in een vroeg stadium het chronisch worden van lage rugpijn kunnen voorspellen. Om chronische rugpijn te voorkomen is het belangrijk om in een vroeg stadium de kans hierop in te schatten door psychosociale en mogelijk andere risicofactoren op chronische pijnklachten te herkennen en hierop te interveniëren. Fysiotherapeuten zijn met deze vraag naar het lectoraat Werkzame factoren in Fysiotherapie en Paramedisch Handelen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gegaan en dit heeft aanleiding gegeven een onderzoek op te zetten waarin een dergelijke methodiek ontwikkeld wordt. De voorgestelde methodiek betreft een Clinical Decision Support Tool waarmee een geïndividualiseerde kans op chronische rugpijn kan worden bepaald gekoppeld aan een behandeladvies conform de lage rugpijn richtlijn. Hiervoor is eerst geïnventariseerd welke methoden fysiotherapeuten reeds gebruiken en welke in de literatuur worden genoemd. Op basis hiervan is een keuze gemaakt ten aanzien van data die digitaal verzameld worden in minimaal 16 fysiotherapiepraktijken waarbij patiënten gedurende 12 weken gevolgd worden. Met de verzamelde data worden met machine learning algoritmes ontwikkeld voor het berekenen van de kans op chroniciteit. De algoritmes worden ingebouwd in de Clinical Decision Support Tool: een gebruiksvriendelijke prototype app. Bij het ontwikkelen van de tool worden eindgebruikers (fysiotherapeuten en patiënten) intensief betrokken. Op deze manier wordt gegarandeerd dat de tool aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep. De tool berekent de kans op chroniciteit en geeft een behandeladvies. Daarnaast kan de tool gebruikt worden om patiënten te informeren en te betrekken bij de besluitvorming. Vanwege de coronacrisis is er een aanzienlijke vertraging in de patiënten-instroom (doel n= 300) ontstaan die we met ondersteuning van een RAAK-impuls subsidie willen inlopen.
Mensen met lage rugpijn-klachten komen het vaakst bij de fysiotherapeut. Zij moeten thuis oefeningen doen. Een grote groep volgt de beweeg- en oefenadviezen niet op. Met de integratie van een e-Exercise-app kan dit mogelijk veranderen. Daar heeft de doelgroep het meeste baat bij en de zorg wordt zo effectiever.Doel eHealth, geïntegreerd binnen de reguliere face-to-face behandeling (ook wel blended care genoemd), biedt nieuwe mogelijkheden om 'therapietrouw' te bevorderen. Daarnaast krijgt de patiënt ondersteuning bij gedragsverandering en het stimuleert de eigen regie. Zulke eHealth-applicaties voor blended care zijn nog zeer beperkt voorhanden en worden nog weinig gebruikt. In een eerder project is een prototype van de app e-Exercise ontwikkeld en onderzocht op bruikbaarheid. Binnen het huidige project wordt e-Exercise Lage Rugpijn in een gerandomiseerd onderzoek vergeleken met reguliere fysiotherapie. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 januari 2017 - 01 januari 2021 Aanpak Het UMC Utrecht ontwikkelde in 2016-2017 een eerste model e-Exercise Lage Rugpijn in samenwerking met NIVEL, HelloFysio, en de Academische Werkplaats eerstelijns Fysiotherapie. Patiënten, fysiotherapeuten en experts waren hierin nauw betrokken. Het ontwikkelde model van de e-Exercise Lage Rugpijn-interventie is in een pilotstudie met 40 deelnemers onderzocht op toepasbaarheid en bruikbaarheid. In een RAAK-PRO project verbetert het consortium de E-Exercise Lage Rugpijn op basis van ervaringen uit de pilotstudie. De verbeterde versie van e-Exercise Lage Rugpijn wordt in een cluster gerandomiseerde trial onderzocht op (kosten-)effectiviteit in vergelijking met gebruikelijke zorg, volgens de huidige richtlijn. We verwachten dat de blended interventie (kosten-) effectiever is in het verminderen van pijn, lichamelijk functioneren en het stimuleren van therapietrouw en zelfregie. Daarnaast verwachten we dat de kans op nieuwe periodes van rugklachten vermindert.
Lage rugpijn is de meest voorkomende klacht in de fysiotherapiepraktijk en heeft een aanzienlijke sociaaleconomische impact. Onderzoek laat zien dat gestratificeerde fysiotherapeutische zorg op basis van prognostische screening de (kosten)effectiviteit van de behandeling ten goede komt. De grootste uitdaging ligt echter in het bereiken van duurzame gedragsverandering bij de patiënt. Onderzoek laat namelijk zien dat de effectiviteit van de fysiotherapeutische behandeling in grote mate afhankelijk is van de mate waarin patiënten bewust hun gedrag en levensstijl veranderen en geadviseerde oefeningen, beweeggedrag en zelfmanagement vaardigheden (blijven) opvolgen. Het probleem is echter dat therapietrouw vaak relatief laag is. Eerder onderzoek heeft laten zien dat therapietrouwe patiënten een lager risico hebben op nieuwe episodes van rugpijn. E-health, geïntegreerd binnen de reguliere ‘face-to-face’ behandeling (blended care), biedt nieuwe mogelijkheden om therapietrouw te bevorderen en de patiënt te ondersteunen bij gedragsverandering en het stimuleren van zelfregie. Dergelijke e-health applicaties voor blended care zijn nog zeer beperkt voorhanden en worden nog weinig gebruikt. Het UMC Utrecht heeft onlangs een prototype e-Exercise lage rugpijn ontwikkeld in samenwerking met NIVEL, HelloFysio, en de Academische Werkplaats eerstelijns Fysiotherapie, waarbij de eerste fasen van de CEHRES Roadmap voor de ontwikkeling van eHealth applicaties is doorlopen. Patiënten, fysiotherapeuten, en experts waren hierin nauw betrokken. Het ontwikkelde prototype van de e-Exercise lage rugpijn interventie is in een pilot studie (n=40) onderzocht op toepasbaarheid en bruikbaarheid. Het consortium wil e-Exercise lage rugpijn in het beoogde RAAK-PRO project op basis van de pilot studie verbeteren en in een cluster gerandomiseerde trial de (kosten-)effectiviteit op de korte en lange termijn onderzoeken in vergelijking met gebruikelijke zorg (conform huidige richtlijn). Naar verwachting is de blended interventie (kosten-) effectiever in het verbeteren van pijn, fysiek functioneren, en het stimuleren van therapietrouw en zelfregie. Daarnaast zal naar verwachting de kans op nieuwe episodes van rugklachten verminderen.