Hoe wordt de breed geïmplementeerde mobiele technologie didactisch ingezet door leerkrachten en hoe kan deze inzet versterkt worden? Om op deze vragen antwoord te kunnen geven, hebben we een verkennend onderzoek uitgevoerd bij Atlant Basisonderwijs in de regio IJmond. Op basis van deze verkenning kunnen geïnformeerde beslissingen genomen worden ten aanzien van het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van de innovatieve didactische inzet van mobiele technologie op de scholen die onder hetzelfde bestuur vallen. Het pedagogisch-didactisch model iPAC waarbij mobiel leren wordt ingezet ten behoeve van gepersonaliseerd leren, samenwerkend leren en authentieke leertaken, was bruikbaar om leerpraktijken te beschrijven. Vervolgens zijn we met focusgroepen in gesprek gegaan. In dit rapport zijn de bevindingen terug te lezen.
Abstract: Electronic and electrical waste (e-waste) is growing fast. The purpose of this study is to examine young consumers’ purchase intention of refurbished electronic devices (REDs) such as laptop, tablet, mobile phone and game console. From literature review the factors that influence young consumers’ purchase intention were identified as ‘environmental awareness’, ‘social acceptance’, ‘seller/brand reputation and availability’, and ‘affordability and value’. For each factor a few statements were developed and used as independent variables in a questionnaire. One statement was added about purchase intention as dependent variable. A Pearson correlation coefficient test us showed a clear positive correlation of ‘environmental awareness’ and ‘affordability and value’ with the intention to purchase REDs, but not for the other two factors. This analysis contributes to knowledge on young consumers’ perceptions of refurbished electronic devices and can inform the design of innovative value propositions and new business models for REDs that contribute to a circular economy
MULTIFILE
Centraal staat de vraag van vijf basisscholen hoe de breed geïmplementeerde mobiele technologie didactisch wordt ingezet door leerkrachten en hoe deze inzet versterkt kan worden. Op basis van deze verkenning kunnen geïnformeerde beslissingen genomen worden ten aanzien van het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van de innovatieve didactische inzet van mobiele technologie op de scholen. De huidige situatie is in kaart gebracht aan hand van de iPAC vragenlijst. Vervolgens zijn de resultaten besproken in focusgroepen met leerkrachten, leerlingen en de leidinggevenden. Uit het onderzoek blijkt dat de inzet op dit moment veelal gebonden is aan de gangbare onderwijsmethodesoftware, instructie van de leerkracht en voor het digitaal maken van verwerkingsopdrachten in het klaslokaal. Maar leerkrachten zien zeker meer kansen en benoemen in het rapport ondersteunende factoren.
Jaarlijks worden in Nederland bijna 40 miljoen ICT-apparaten afgedankt. Denk daarbij aan desktops, laptops, servers, printers en smartphones. Een groot deel van deze ICT-apparaten wordt op dit moment ingeleverd bij de milieustraten van afvalverwerkers in diverse gemeenten verspreid over Nederland. Vanaf daar gaan ze in hoofdzaak naar recycling, verbranding of stort. Het percentage kritieke grondstoffen dat vanuit recycling van ICT-apparaten kan worden herwonnen is nog steeds zeer laag. Studies tonen echter aan dat afgedankte ICT-apparaten vaak nog diverse mogelijkheden bieden voor hergebruik, reparatie of upgrade van het product of hergebruik van specifieke componenten. Om deze mogelijkheden om te komen tot hogere circulariteit te kunnen benutten moeten de afgedankte ICT-apparaten worden beoordeeld en vervolgens moet hergebruik van het product of de componenten mogelijk worden gemaakt. De milieustraten van afvalverwerkers hebben hiervoor niet de tijd, kennis en technologie in huis, maar gespecialiseerde verwerkers van ICT-apparaten wel. Door de afgedankte ICT-apparaten te verplaatsen van milieustraat naar een gespecialiseerde verwerker ontstaat er mogelijk hogere circulariteit, maar veranderen er ook logistieke stromen. Dit project heeft als doel om inzicht te krijgen in de resultaten die kunnen worden geboekt door een beoordeling en verwerking door een daarin gespecialiseerd bedrijf toe te voegen aan het proces vanaf de milieustraat. Dit inzicht richt zich met name op de mate van circulariteit die kan worden gerealiseerd, de organisatie van de logistieke stromen, het realiseren van toegevoegde waarde voor de samenwerkende partners en het verlagen van de milieu-impact in de circulaire keten. Tot slot heeft dit project als doel een theoretisch raamwerk te ontwikkelen waarin de economische en geografische schaalbaarheid van circulaire ketens van ICT apparaten worden verbonden met hun maatschappelijke impact. Doel is het maximaliseren van lokaal en regionaal hergebruik, reparatie of upgrade van producten en hergebruik van componenten.
Re-Uniform Tijdens dit project onderzoekt de Saxion Hogeschool, The Bin, Amsterdam UMC, locatie AMC (hierna te noemen AMC) en Van Moer Bedrijfskleding hoe er van gebruikte ziekenhuiskleding nieuwe producten gemaakt kunnen worden. Het AMC heeft 7000 man personeel en 2500 studenten in de locatie, daarmee in het magazijn rond de 30 rolcontainers met afgekeurd textiel. Onder deze 20.000 artikelen vallen: doktersjassen en verpleging uniformen, zoals broeken polo’s en jassen. Tot nu toe is er geen passende plek om deze een tweede leven te geven. Wegens de duurzaamheidsambities van het AMC hebben zij de wens te weten wat de potentie is van deze materialen. In de eerste plaats als nieuw materiaal binnen het ziekenhuis, of anders als input voor een andere partij. Hun leverancier Van Moer, bedrijfskleding, die de te onderzoeken productsoorten levert, is ook betrokken. Zij willen hierin ook graag haar kennis vergroten en op inspelen met de producten die zij aan het ziekenhuis leveren. Binnen het ziekenhuis spelen twee ontwikkelingen waar dit project zich op richt. Ten eerste is het ziekenhuis in transitie om van wegwerpproducten naar re-use te gaan. In dit project gaan wij onderzoeken of het mogelijk is om van hoogwaardig afgekeurd textielmateriaal van 65/35% polyester/katoen, zoals doktersjassen en verplegingsuniformen, nieuwe re-use producten te maken, welke waar mogelijk opnieuw ingezet kunnen worden in het ziekenhuis. Hierbij willen wij onderzoeken of disposable producten vervangen kunnen worden door deze re-use producten. Ten tweede gaat het ziekenhuis in het eerste kwartaal van 2022 de inkoop van ziekenhuiskleding opnieuw aanbesteden. Dit project geeft daarin een unieke kans om ervoor te zorgen dat het goed verwerken van het product aan het einde van de levensduur verwerkt wordt in de aanbesteding door de vereisten die daaraan worden gesteld mee te nemen in de uitvraag en beoordeling.
Our country contains a very dense and challenging transport and mobility system. National research agendas and roadmaps of multiple sectors such as HTSM, Logistics and Agri&food, promote vehicle automation as a means to increase transport safety and efficiency. SMEs applying vehicle automation require compliance to application/sector specific standards and legislation. A key aspect is the safety of the automated vehicle within its design domain, to be proven by manufacturers and assessed by authorities. The various standards and procedures show many similarities but also lead to significant differences in application experience and available safety related solutions. For example: Industrial AGVs (Automated Guided Vehicles) have been around for many years, while autonomous road vehicles are only found in limited testing environments and pilots. Companies are confronted with an increasing need to cover multiple application environments, such restricted areas and public roads, leading to complex technical choices and parallel certification/homologation procedures. SafeCLAI addresses this challenge by developing a framework for a generic safety layer in the control of autonomous vehicles that can be re-used in different applications across sectors. This is done by extensive consolidation and application of cross-sectoral knowledge and experience – including analysis of related standards and procedures. The framework promises shorter development times and enables more efficient assessment procedures. SafeCLAI will focus on low-speed applications since they are most wanted and technically best feasible. Nevertheless, higher speed aspects will be considered to allow for future extension. SafeCLAI will practically validate (parts) of the foreseen safety layer and publish the foreseen framework as a baseline for future R&D, allowing coverage of broader design domains. SafeCLAI will disseminate the results in the Dutch arena of autonomous vehicle development and application, and also integrate the project learnings into educational modules.