A method to analyze the sound environment and its relation with typical professional tasks is described in which structured non participative observations are combined with audio recordings. First results of a field study are reported, directed towards the day shift of hospital nurses, working at a surgical ward. With this method we want to contribute context specific outcomes which we consider a prerequisite for the design of dedicated laboratory experiments which can reveal insights transferrable to natural work settings. In our reading of the literature we see many studies on task-sound interaction with one or more of the following shortcomings: 1. The sound conditions used in the experiment are not representative for the dedicated environment. 2. The experimental task is not representative for tasks performed in the dedicated environment. 3. The task-sound interaction is such that subjects are instructed to ignore environmental sounds while in real life they first need to attach meaning to each sound in order to decide whether it is (ir)relevant. It is our expectation that the proposed method helps design experiments that overcome these shortcomings.
Guest blog (Dutch) on music education at Cultureel-Kapitaal-website of LKCA.
Veiligheidszorg draait om beïnvloeding van gedrag, percepties en emoties van mensen. Langzaam maar zeker begint in de veiligheidzorg de idee te ontstaan dat die beïnvloeding (ook) kan plaatsvinden langs andere wegen dan de tot nu toe gebruikelijke. Bijvoorbeeld via directe beïnvloeding van de zintuigen. Op diverse andere vakgebieden zijn immers al interessante resultaten met deze manier van beïnvloeding geboekt. Op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties initieerde het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid daarom een ontwikkelproject. Doel daarvan is praktisch uitvoerbare manieren te vinden om via zintuigbeïnvloeding bij te dragen aan veiligheid en veiligheidsbeleving in de (semi) openbare ruimte.
In de SPRONG-groep Gastvrije Transities, bundelen een achttal lectoraten van NHL Stenden Hogeschool, Breda University of Applied Sciences, HZ University of Applied Sciences en Hogeschool InHolland hun krachten. Samen richten zij zich op het initiëren, faciliteren en versnellen van urgente transities in het gastvrijheidsdomein. Dit domein bestaat uit velerlei (veelal kleinschalige) ondernemers, bedrijven en andersoortige organisaties op het terrein van vrijetijd, toerisme, cultuur, horeca en (verblijfs)recreatie. Deze sector levert niet alleen een significante bijdrage aan de Nederlandse economie in termen van omzet en werkgelegenheid, maar speelt ook een cruciale rol binnen een maatschappelijke transitie richting een autonome, duurzame, digitale en inclusieve economie en het streven naar brede welvaart. Om deze rol te kunnen vervullen, dient het gastvrijheidsdomein haar (huidige) negatieve sociale gevolgen (lawaai, afval, stijgende huizenprijzen, drukte) en milieueffecten (broeikasgassen, plastics, afnemende waterkwaliteit, ruimtegebrek) te reduceren. Er is dringend behoefte aan nieuwe producten en diensten, maar ook aan nieuwe manieren van organiseren en reguleren, om deze sector in staat te stellen een positieve bijdrage te leveren aan klimaat, biodiversiteit, cultureel erfgoed, landschap en leefbaarheid in (lokale) gemeenschappen. De SPRONG-groep Gastvrije Transities neemt daarom het voortouw om in vier regionale transitiearena’s – samen met ondernemers, beleidsmakers en andere belanghebbenden – op interactieve, ontwerpende en experimenterende wijze te werken aan vier overkoepelende transitiethema’s: klimaatneutraal, brede welvaart, healthy region en regeneratieve gebiedsontwikkeling. Optimale inrichting van deze transitiearena’s, kennisdeling en het versnellen van leereffecten en transformatie op domeinniveau wordt gefaciliteerd door een landelijk transitieforum. Dit forum ondersteunt consortium- en netwerkpartners in het bevorderen van praktische mogelijkheden en voorwaarden voor opschaalbaarheid en repliceerbaarheid van succesvolle praktijken. Tezamen stellen deze transitiearena’s en dit transitieforum de SPRONG-groep Gastvrije Transities in staat een voortrekkersrol te nemen in het aanjagen en versnellen van een continue en doelgerichte beweging van veranderen richting een duurzaam, toekomstbestendig gastvrijheidsdomein.
In Nederland staat gehoorschade als gevolg van lawaai in de top 3 van meest voorkomende beroepsziekte. In de sector onderwijs, worden met name gymdocenten en zwemonderwijzers herkend als risicogroep voor het optreden van gehoorschade. Gehoorschade behoort tot de categorie moeilijkwaarneembare arbeidsrisico’s. Dit zijn risico’s waarvan de risicoperceptie beperkt is. Wanneer schade aan het gehoor ontstaat is dit onomkeerbaar, de schade is niet meer te herstellen. Gezondheidseffecten kunnen onder meer bestaan uit vermoeidheid, tinnitus, klachten over stemgebruik en hoofdpijn. Met ingang van 2023 moeten alle kinderen in het primair onderwijs minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs krijgen door een vakleerkracht. De urgentie om gehoorschade aan te pakken wordt daardoor nog groter. De Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) heeft in 2020 onderzocht hoe de vakleerkrachten bewegingsonderwijs de akoestiek van de sportzalen ervaren. Maar liefst 56% van de ondervraagde vakleerkrachten uit het primair bewegingsonderwijs ondervond hinder van de akoestiek en onwenselijke geluidbelasting. Hoewel er in 2005 een norm voor de akoestiek is opgesteld, voldoen veel gymzalen hier niet aan. Het is daardoor onduidelijk of de (Arbo-)omstandigheden van de vakleerkracht en leerlingen voldoende geborgd zijn. De bestaande norm betreft alleen de zaaleigenschappen én wordt gemeten in een lege zaal. Deze is daarom niet representatief voor de geluidbelasting van de vakleerkracht in de praktijk. Met het werkveld en de klankbordgroep is uitgebreid verkend waar de vakleerkrachten in de praktijk behoefte aan hebben. De resultaten van het onderzoek van de KVLO en de gesprekken met het werkveld geven aanleiding om te onderzoeken wat de werkelijke geluidbelasting in de praktijk is. Doel van de KIEM-aanvraag is om vakleraren bewegingsonderwijs inzicht en betekenis te geven in de geluidbelasting in de praktijk. Dit doen we door zaaleigenschappen en geluidbelasting te visualiseren. Resultaten van dit onderzoek worden in een vervolgonderzoek uitgediept.
Met ingang van 2023 krijgen alle kinderen in het primair onderwijs minimaal twee uur per week bewegingsonderwijs door een vakleerkracht. Voor de vakleerkrachten bewegingsonderwijs betekent dit een aanzienlijke uitbreiding van het aantal lesuren. Echter zijn de werkomstandigheden niet altijd optimaal, zeker niet wat akoestiek betreft. Sportaccommodaties voldoen vaak niet aan de normen voor een goede akoestiek, waardoor de leraren aan hoge geluidsniveaus worden blootgesteld. In de praktijk komen er regelmatig klachten betreffende geluidsoverlast in sportaccommodaties. Blootstelling aan hoge geluidsniveaus kan op lange termijn voor onherstelbare gehoorproblemen zorgen. Daarnaast zijn er ook secundaire effecten en hebben veel vakleerkrachten stemproblemen, vermoeidheid en concentratieverlies als gevolg van de rumoerige werksituatie. Met dit onderzoek willen we een bijdrage leveren aan het realiseren van een gezonde werkomgeving voor vakleerkrachten bewegingsonderwijs in het primair onderwijs. Preventie van beroepsslechthorendheid begint met kennis over- en bewustzijn van de risico’s die (teveel) blootstelling aan geluid met zich mee kan brengen. In dit onderzoek gaan we daarom inventariseren wat de kwaliteit van het gehoor is, wat de geluidsniveaus zijn waaraan vakleerkrachten worden blootgesteld, wat de relatie is tussen de akoestische parameters van de sportaccommodatie en de geluidsniveaus tijdens de les, hoe de geluidsniveaus inzichtelijk gemaakt kunnen worden en wat de impact van geluid is op het welbevinden, de communicatie en de didactiek van vakleerkrachten. Daarbij wordt er ook een applicatie ontwikkeld die de geluidsniveaus inzichtelijk maakt. Tenslotte brengen we de opgedane kennis en inzichten samen in voorlichtingsmateriaal voor studenten en vakleerkrachten met als doel om een gezonde werkomgeving voor de vakleerkrachten bewegingsonderwijs te realiseren.