Sinds ik zo’n vijf jaar geleden bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA) kwam werken belandde ik van de ene bijeenkomst in de andere waar ‘leefwereld en systeemwereld’ over tafel vlogen. Zowel binnen, als ook buiten de hogeschool was er bijna geen ontkomen aan. In beleidstukken, op discussiebijeenkomsten en in het onderwijs stelden ambtenaren, burgers, experts op allerlei terreinen en docenten vast dat de kern van de problematiek welke die ochtend of middag centraal stond, was terug te brengen tot de ‘kloof’ tussen de ‘systeemwereld’ en de ‘leefwereld’. Mijn verwondering was groot en mijn nieuwsgierigheid gewekt. Want hoe werd dit begrippenpaar, afkomstig uit een van de meest complexe theoretische verhandelingen van de 20e eeuw van de Duitse socioloog en filosoof Jürgen Habermas, zo gemeengoed?
LINK
De overgang naar volwassenheid verloopt voor veel jongeren niet vanzelf. Dit geldt zeker voor jongeren die moeilijkheden ervaren op een of meerdere leefgebieden, zoals in de relatie met ouders of vrienden, op gebied van school, werk of financiën, jongeren die worstelen met psychische of lichamelijke klachten of het gebruik van verdovende middelen. OJOV – Ondersteuning Jeugd in Overgang naar Volwassenheid – is een onderzoeksprogramma dat middels onderzoek naar de leefwereld en het perspectief van jongeren bijdraagt aan het verbeteren van de begeleiding van en hulp aan oudere jeugd en jongvolwassenen met ondersteuningsbehoeften. In deze rapportage worden de resultaten gepresenteerd van de semigestructureerde interviews met jongeren van 16 en 17 jaar die in het kader van het OJOV-onderzoek zijn afgenomen. Voor al deze jongeren geldt dat ze gebruik maken van een vorm van professionele hulp voor ondersteuning op een of meerdere leefgebieden.
MULTIFILE
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Hedendaagse maatschappelijke uitdagingen vereisen duurzame oplossingen die structurele veranderingen bewerkstelligen. Ervaring leert dat traditionele methoden en expertise vaak tekortschieten om de toenemende complexiteit aan te pakken en zo blijvend systeemverandering te realiseren. Het blijkt niet eenvoudig om actoren uit de leefwereld en systeemwereld op één lijn te krijgen. Veelal ontbreekt een focus op gezamenlijke waardecreatie, wordt het potentieel van samenwerking niet benut of blijft gezamenlijk leren achterwege. Dit voorstel helpt changemakers door het anders te organiseren middels een ontwerpende aanpak die richting geeft aan transities en verder gaat dan het toepassen van tools. Centraal staat de waarde van codesign in transitievraagstukken. Het voorstel bouwt voort op een grootschalig train-the-trainer programma ontwikkeld voor, met en door een honderdtal Europese changemakers. Hierin werden enerzijds de unieke vaardigheden van deze changemakers blootgelegd en anderzijds een actieve leergemeenschap van changemakers met een groeiend repertoire aan ontwerpmethodieken gerealiseerd. SE.Lab, een vooraanstaande changemaker uit de beroepspraktijk, werkt samen met veel partijen op en tussen verschillende systeemlagen om transitievraagstukken aan te pakken. Waar SE.Lab de potentie ziet om binnen deze complexiteit verbindingen te leggen, zien de individuele actoren dit nog niet. Ook spreken zij niet altijd dezelfde transitietaal. Dit projectvoorstel biedt SE.Lab ruimte, tijd en middelen om samen met TU Delft experimenten op te zetten om daadwerkelijk anders te organiseren in de context van zorg, wonen en welzijn. Door gedurende een periode van een jaar op gestructureerde wijze anders organiseren te faciliteren en dit nauwlettend te monitoren, tonen we de waarde van een alternatieve, co-creatieve transitieaanpak op en tussen diverse systeemlagen aan. Hierdoor demonstreren we niet alleen de waarde van ontwerpen 'voor' of 'met' andere changemakers, maar realiseren ook een groeiend netwerk van changemakers. 'Door' anders te organiseren illustreren we een verandering in het zorgdomein die duurzaam geborgd is.
Maatschappelijke opgaven als de energietransitie zijn complexe vraagstukken. Technologische innovaties moeten worden ingepast in veelal bestaande stedelijke omgevingen, en voor een succesvolle transitie moeten ook bewoners de voorgestelde veranderingen omarmen. Architecten, stedenbouwkundigen, en planologen spelen vaak een belangrijke rol in dergelijke processen. Ze zijn gewend om verschillende perspectieven bij elkaar te brengen en sociale en economische factoren te verbinden met ruimtelijk ontwerp. Ook spelen ze een belangrijke rol als verbeelders: met ontwerpend onderzoek, maquettes en tentoonstellingen verkennen ze mogelijke toekomsten. Daarmee jagen ze ook het publieke debat aan. Deze professionals geven aan dat de huidige transitie-opgaven een toenemende complexiteit met zich meebrengen. Zij stellen dat traditionele visualisatietools zoals maquettes niet meer toereikend zijn om de wisselwerking tussen verschillende aspecten van de energietransitie goed inzichtelijk te maken. Met nieuwe tools als digital twins kan dat deels wel. Maar die schieten weer op een andere manier te kort: ze zijn gebaseerd op analyse en verwerking van harde data en richten zich vooral op technologische en infrastructurele processen van de systeemwereld. Daardoor missen ze de aansluiting bij de leefwereld van bewoners, waarin ook zachte waarden een belangrijke rol spelen. Om bewoners te kunnen betrekken bij de energietransitie zijn betrokken partijen daarom op zoek naar nieuwe tools waarmee ze verschillende scenario’s rond complexe transitieopgaven kunnen verbeelden, en de implicaties ervan begrijpbaar en bespreekbaar kunnen maken op het niveau van de leefwereld. Dit onderzoeksproject verkent het ontwerp van zo’n tool: Transition-Scapes. Dat zijn interactieve tentoonstellingsvormen met als doel toekomstscenario’s rond de (energie)transitie te verbeelden en voorstelbaar te maken. Met ontwerpende professionals, tentoonstellingsmakers, experts op het gebied van de energietransitie, onderzoekers en studenten gaan we een desingframework ontwikkelen voor het ontwerp en gebruik van zo’n tool.