Het nieuwe leren wordt gesitueerd in een context van ontwikkelingen in het denken over onderwijzen, opleiden en organiseren. Bi het nieuwe leren gaat het niet alleen om het leren van de leerlingen, maar ook om een paradigmaverschuiving in het denken over onderwijs; een rechtstreeks gevolg van paradigmaverschuiving in de wetenschap. Hierna wordt in vogelvlucht geïnventariseerd welke implicaties de theorieën over leren en ontwikkelen hebben voor het onderwijs en voor het ontwerpen van leerarrangementen. Daarna wordt de overstap gemaakt naar de complexe beroepspraktijk. Hoe kan deze het beste begrepen worden: door een reductie van die complexiteit en het zoeken naar algemeen geldende verklaringen achteraf of door een systeemdynamische analyse van die werkelijkheid en in dialoog met betrokkenen op zoek gaan naar werkzame principes en causal loops? In het vervolg worden twee tot nu toe in de literatuur over het nieuwe leren nog weinig aan bod gekomen aspecten geïntroduceerd. Hoe organiseren we het leren en hoe werkt dat bij een nieuwe generatie leerlingen? Dan wordt geprobeerd de slag te maken van de principes van het nieuwe leren naar het ontwerpen van leerarrangementen waarin dat nieuwe leren mogelijk wordt. Er wordt een voorlopig denkraam gepresenteerd, dat in de projecten binnen dit lectoraat een heuristische functie kan vervullen bij het verder zoeken naar ontwerpparameters. Tenslotte wordt het werkprogramma van het lectoraat en de kenniskring globaal geschetst.
De decentralisaties en hervormingen in het sociaal domein beogen een andere insteek van de ondersteuning van mensen. De meeste zorg en welzijn vindt meer plaats in de eigen kring van de bewoner, door mantelzorgers en vrijwilligers uit het netwerk van deze bewoner. Als dat niet meer gaat en te ingewikkeld wordt, is er kennis en kunde van beroepskrachten nodig. Vaak gaat het een en het ander in elkaar over, of spelen naast elkaar. Dan is het belangrijk dat er een goede samenwerking is en vertrouwen is, in elkaar en in de overtuiging dat samen goede oplossingen gevonden kunnen worden.
De Kamer van Koophandel Centraal Gelderland en Projecten LTO Noord hebben de opdracht binnen het Kenniscentrum van Saxion neergelegd om onderzoek te doen naar de succes- en faalfactoren omtrent de functieverandering van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen (VAB’s) naar ruimten voor ‘nieuwe’ economische activiteiten. De regio Achterhoek geldt hierbij als onderzoeksgebied. Het valt de Kamer van Koophandel en LTO op dat het aantal transities achter blijft ten opzichte van de belangstelling die blijkt uit een onderzoek onder MKB’ers.
MULTIFILE