Lectorale Rede. Een op waarden gebaseerde vastgoedstrategie stelt de onderneming in staat een competitieve strategie aan te gaan.De rode draad in het curriculum vitae van Jan Veuger (1966) is strategisch management van (maatschappelijk) vastgoed in het bedrijfsleven en de corporatiesector. Jan ronde zijn studie Master of Real Estate (MRE) in 2006 af op een onderzoek over governance van een woningcorporatie en samenhang van (kwaliteits)instrumenten. Hij is daarmee onderscheiden als beste student MRE in 2006. Jan is directeur van CORPORATE © Real Estate management, lector Maatschappelijk Vastgoed Kenniscentrum NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen, lid Committee of quality certificates (CKV) bij Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH), toezichthouder bij vier verschillende regionale maatschappelijke organisaties (130 tot 2000 werknemers) op het gebied van onderwijs, jeugd- en ouderenzorg. Verder is Jan visitator, voorzitter stichting Kwaliteit Ontwikkeling Verbetering Onderhoudsbedrijven Nederland (KOVON), Fellow of the Royal Institution of Chartered Surveyors (RICS), auteur van 7 boek(del)en, 33 artikelen, 4 syllabi en 49 (onderzoeks)rapporten.
Het Omgevingscanvas is relevant voor iedereen die plannen maakt met een ruimtelijke impact. Het Omgevingscanvas biedt ondersteuning bij projecten die de ambitie hebben om aan te sluiten bij en rekening te houden met de wensen en belangen van bewoners, gebruikers en andere betrokkenen bij een gebied.Op dit moment is dat misschien vooral nog een idealistisch motief, maar onder de Omgevingswet die in 2021 van kracht zal gaan, is dit niet meer vrijblijvend. Onder de Omgevingswet moet iedereen die een gebiedsontwikkeling wil realiseren, zelf voor legitimatie en draagvlak zorgen. Ruimtelijke afwegingen moeten dan nog meer dan nu integraal worden gemaakt. Of het nu om een klein buurtproject gaat of om een plan voor herstructurering van een bestaand gebiedje in de stad, gebruik van het Omgevingscanvas kan daarbij helpen.
MULTIFILE
Social work is a profession that is very much part of and contributes to an ever changing and evolving society. It is therefore essential that social work is able to respond to the diverse and dynamic demands that it may encounter in that society and in the future. The critique of social work is, however, present and growing. The profession can no longer deny or ignore the need to legitimize its value and effectiveness. In this article, a research project – entitled Procivi – aimed at developing a method of legitimizing social work is presented. The method developed in Procivi proposes a way of legitimizing social work through the development of reflective professionals. The method teaches professionals to take a research frame of mind towards their own practice and helps them develop a vocabulary to describe their work to different audiences. The paper discusses whether and how this method forms a viable way of legitimizing social work and as such could be an alternative for the growing demand for social work based on scientific evidence (evidencebased practice, EBP).
MULTIFILE
De overheid neemt steeds meer maatregelen in het kader van de veiligheid die tot gevolg hebben dat de privacy van burgers wordt ingeperkt. In hoeverre is de staat gelegitimeerd om dergelijke privacyinperkende maatregelen te nemen?Doel Het doel is om tot een afwegingsmodel te komen waarbij enerzijds wordt gekeken naar de waarde van privacy ten aanzien van de inperking en anderzijds wordt gekeken naar de verschillende factoren van veiligheid (Powell). Het model van Powell ten aanzien van de verschillende factoren van veiligheid is aangepast aan de context van het onderzoek. Daarnaast wordt de theorie van Dworkin ‘Rights as trumps’ gebruikt om tot een juiste afweging te komen. Resultaten Lees het artikel: The Value of Privacy and Surveillance Drones in the Public Domain: Scrutinizing the Dutch Flexible Deployment of Mobile Cameras Act in het Journal of Politics and Law Archives Vol. 10, No. 5 (2017) door Gerdo Kuiper en Quirine Eijkman. Looptijd 01 september 2012 - 01 augustus 2020 Aanpak De verschillende dimensies en waarde van privacy worden bekeken vanuit de geschiedenis van privacy in een Nederlandse en Amerikaanse context. Aan de hand van een historische- en een analytische beschouwing van het concept veiligheid wordt het model van Powell ten aanzien van de factoren veiligheid aangepast aan de context van dit onderzoek.
Graverij in oevers en waterkeringen door muskusratten, beverratten en binnenkort door bevers leidt in ons waterrijke Nederland tot aanzienlijke veiligheidsrisico’s, economische schade en structurele kosten. Vanwege zijn snelle opmars zal ook de bever, in navolging van de muskus- en de beverrat om beheersmaatregelen vragen, zij het andere want de bever is beschermd. Met een beter begrip van het gedrag en het terreingebruik van bevers is het wellicht mogelijk om ze zodanig te ‘sturen’ dat schade aan waterkeringen kan worden voorkomen. En waar doding van muskus- en beverratten noodzakelijk blijft, levert meer inzicht in het gedrag de mogelijkheid om dieren sneller en doelmatiger te vangen, hetgeen er voor zorgt dat er minder dieren gevangen en gedood hoeven te worden, dat er minder vangmiddelen ingezet hoeven te worden en dat er minder bijvangst is. De praktijkvraag van de waterschappen luidt dan ook: ‘Wat kunnen we leren van het gedrag en het terreingebruik van muskusratten, beverratten en bevers in Nederland teneinde graverij in waterkeringen en oevers te voorkomen’. Om het gedrag van deze dijkgravers beter in beeld te kunnen brengen ontwikkelen en gebruiken we zenders die zijn uitgerust met gps-locatie en gedragssensoren en die via LoRaWan kunnen worden uitgelezen. De belangrijkste onderzoeksvragen zijn: 1. Welke factoren beïnvloeden het dispersiegedrag van muskusratten, beverratten en bevers en bepalen de locatie van schuil- en nestplaatsen. Deze kennis draagt bij aan preventie (mitigatie van negatieve effecten) van graverij en kan gebruikt worden om vangstmethodes te optimaliseren. 2. Hoe kunnen we bestaande communicatie technologie en innovatieve methoden inzetten om voor real-time langeafstandscommunicatie (met weinig vermogen) toepassingen te ontwikkelen waarmee semi-aquatische knaagdieren kunnen worden gevolgd en hun gedrag in kaart kan worden gebracht.
Vier gemeenten in Noord-Brabant, het Landelijke Samenwerkingsverband Actieve bewoners, kennisinstelling Movisie en de Universiteit voor Humanstiek willen middels een ontwikkelonderzoek meer kennis opdoen en delen over hoe interacties verlopen tussen verschillende partijen in de nieuwe gemeentelijke constellatie waarin burgerinitiatieven een grotere rol krijgen bekeken vanuit criteria van democratische legitimatie en duurzaamheid van beleid. Dit past binnen huidig overheidsbeleid die burgers blijvend een grotere rol wil geven. Het beleid heeft hoge verwachtingen van burgerinitiatieven als bijdrage aan de kwaliteit van leven in buurten en wijken (nota Doe-democratie, 2013). De hoop is dat burgerinitiatieven niet alleen aanvullend zijn op beleid, maar ook delen van beleid overnemen; bijvoorbeeld via zorg coöperaties en zelfbeheer van publieke voorzieningen zoals buurthuizen. Er is naast duurzaamheid ook aandacht voor democratische legitimatie, omdat met het meer stem geven aan burgers de vraag ontstaat of de democratische waarden geborgd blijven. Op vier niveaus wordt onderzocht welke condities van belang zijn ten dienste van het ontstaan van die duurzame burgerinitiatieven die passen in een vernieuwde democratie, namelijk 1. Gemeenteraad en college en burgerinitiatieven 2. Ambtenaren en burgerinitiatieven 3. Burgers en burgerinitiatieven 4. Burgers onderling binnen burgerinitiatieven. Het gaat om vragen als moeten bestuurders zich bemoeien met de kwaliteit van bewonersinitiatieven? Voelen burgers buiten burgerinitiatieven zich ook betrokken bij initiatieven? Worden er democratische besluiten genomen binnen initiatieven? Middels interviews, participerende observaties en leerbijeenkomsten wordt kennis opgehaald bij bestuurders, ambtenaren, burgers binnen en buiten burgerinitiatieven. Daarnaast worden de leerbijeenkomsten gebruikt om opgedane kennis direct te delen.