Overheid, werkveld en opleidingen verwachten van hulp- en dienstverleners dat zij, naast hun taken in de behandeling en begeleiding van (groepen) clienten, meer tijd gaan besteden aan preventie van psychosociale of opvoedingsproblemen. In dit boek schetsen de auteurs vanuit een theoretisch kader op welke wijze preventie ingepast kan worden in het takenpakket van deze hulp- en dienstverleners. Daarbij leggen zij de nadruk op de noodzaak van een alerte houding voor het vroegtijdig signaleren van problemen en een modelmatige visie op preventie. Uitgebreid aan de orde komen de gereedschappen die de werker nodig heeft voor de uitvoering van een preventieproject: een model voor projectmatig werken, voorlichting, advisering, ondersteuning en netwerkontwikkeling. De achtergronden en toepassingen worden veelvuldig met casuistiek geollustreerd. Bovendien bieden de vragen en opdrachten uitstekende verwerkingsmogelijkheden voor iedereen die zich bezig houdt met hulp- en dienstverlening.
Wie verdere gezondheidswinst wil boeken, moet vooral ook inzetten op het verbeteren van het sociaal functioneren van mensen. Bij steeds meer zorgpartijen vindt deze stelregel aanhang. Zij richten een deel van hun eigen activiteiten op welzijn of zoeken de samenwerking met het sociaal domein. Een groeiend aantal evaluaties wijst uit dat de inzet op preventie van het Nederlandse welzijnswerk positieve effecten heeft op iemands gezondheid of goedkoper is dan een alternatieve inzet. Er is echter veel variatie in de effectiviteit. De vraag is dan ook: wat werkt?
LINK
Voor hen die het welzijnswerk (c.q. het sociaal domein) een warm hart toedragen is er goed nieuws. Een groeiend aantal evaluaties wijst uit dat de inzet op preventie van het welzijnswerk in de regel positieve effecten heeft op iemands gezondheid of goedkoper is dan een alternatieve inzet. In deze studie bekijken we de effecten van verschillende typen welzijnswerk (sociale wijkteams, schuldpreventie, jongerenwerk, ouderenwerk, collectieve interventies en sociaal ondernemerschap). Dit is een uitbreiding van een eerdere literatuurstudie (de Lange, Rözer, Huber, & Veldboer, 2021). Hiervoor hebben we organisch naar literatuur gezocht. In een overkoepelende rapportage vatten we de resultaten samen en bieden we een bredere blik (Rözer, Veldboer, & de Lange, 2022).
Zo’n 30% van de 65-plussers valt minimaal eens per jaar en door de vergrijzing zal dit percentage alleen maar toenemen. De gevolgen van een val zijn enorm, zowel voor de persoon die valt als voor de maatschappelijke zorgkosten. De aandacht voor valpreventie neemt dan ook toe. Valpreventieve beweeginterventies zijn effectief om het risico op een val te verkleinen. Otago is één van de drie erkende valpreventie beweeginterventies in Nederland. Naast face-to-face begeleiding door een fysiotherapeut, bestaat het programma uit kracht- en balansoefeningen in de thuissituatie. Bekend is dat de therapietrouw voor huiswerkoefeningen laag is. Nieuwe digitale toepassingen, zoals smartphone-apps, beogen duurzame uitvoering van de oefeningen te ondersteunen en kunnen in potentie het effect van valpreventie beweeginterventies bestendigen. De eerste internationale ervaringen met smartphone-apps ter ondersteuning van face-to-face valpreventie zijn positief. Het huidige project onderzoekt in hoeverre Otago aangeboden in een blended vorm bruikbaar is voor 65-plussers en betrokken fysiotherapeuten. Partners in het project zijn Kenniscentrum Letselpreventie VeiligheidNL en een ontwikkelaar van zorgoplossingen HealthTrain. De branchevereniging voor fysiotherapeuten vormt de klankbordgroep, welke uitgebreid wordt met een wisselende groep van vertegenwoordigers van fysiotherapiepraktijken en 65-plussers. Het nieuw te vormen consortium ontwikkelt gezamenlijk een blended variant van de Otago valpreventieve beweeginterventie in de vorm van een nieuw programma voor een bestaande smartphone-app, gebruikt in de geriatrische doelgroep. Na user-tests met een prototype van het nieuwe programma binnen de bestaande smartphone-app in een kleine groep 65-plussers en hun fysiotherapeuten, vindt een bruikbaarheidsonderzoek inclusief procesevaluatie plaats in een grotere groep (eind-)gebruikers. Het project besluit met het beschrijven van de projectresultaten in een Nederlandstalige publicatie en het beschrijven van aanbevelingen voor vervolgonderzoek naar de effectiviteit van een blended valpreventieve beweeginterventie voor de 1,1 miljoen thuiswonende 65-plussers in Nederland met een verhoogd valrisico.