Service of SURF
© 2025 SURF
To achieve emission reduction targets and to improve local air quality of cities, the uptake of Electric Freight Vehicles (EFV) is essential. Knowledge concerning why companies do adopt EFV is lacking. Research about the diffusion of innovations and the market of EFV shows that frontrunner companies with an innovative or early adopting mindset are adopting (or willing to adopt) EFV. Increase in demand of EFV by such companies can help take a step forward towards mass production of EFV and eventually reduction in purchase cost of EFV. The main objective of this paper is to get insights into the decision-making attributes of frontrunner companies. A qualitative approach was used and 14 interviews were conducted among frontrunner companies delivering goods in the city of Amsterdam. Results show that innovators and early adopters are all motivated by socially or environmentally positive effects of EFV. Strategic motives played a role for all companies who already adopted EFV. All companies wanted to adopt EFV but technical limitations, due specialrequirements for the goods transported, are a reason to not adopt EFV. Getting insights into the preferences of frontrunner companies, the (local) authorities can adjust their policy, schemes and sustainability campaigns to attract more companies adopting EFV. Manufacturing companies can use the insights from this research to adapt their vehicle technology to answer needs of the potential customer for faster adoption rate.
This paper explores current and potential future use of fast charging stations for electric passenger vehicles. The aim of the paper is to analyse current charging patterns at fast charging stations and the role of fast charging among different charging options. These patterns are explored along the lines of the technical capabilities of the vehicles and it is found that with increasing battery capacity the need for fast charging decreases. However, for those vehicles with large charging capacities there are indications that fast charging is perceived as more convenient as these are used more often. Such results indicate a larger share for fast charging if charging capacities increase in the future. Results from a spatial analysis show that most fast charging is done at a considerable distance from home, suggesting mostly ‘on the road’ charging sessions. Some fast charging sessions are relatively close to home, especially for those without private home charging access. This shows some future potential for fast charging in cities with many on-street parking facilities.
In Nederland verliest de auto in de steden terrein. Met hoge parkeertarieven, autoluwe binnensteden en milieuzones spannen overheden zich in om de bewegingsvrijheid voor de stedeling te behouden en zorg te dragen voor ‘schone lucht’. Light Electric Vehicles worden nadrukkelijk en in toenemende mate gezien als een waardevol en toepasbaar alternatief voor het individueel personenvervoer in de stad en ontwikkelen zich daarmee als een belangrijke schakel in de stedelijke mobiliteit. In Nederland biedt de Beleidsregel voor aanwijzing van bijzondere bromfietsen een kader voor de veiligheidseisen van diverse LEV’s. Tot medio 2019 bood deze Beleidsregel echter geen ruimte voor E-Steps. Met de recente vernieuwing van deze regelgeving zijn deze E-Steps nu wel toegestaan maar verschillende specifieke veiligheidseisen weerhouden mkb’s er vooralsnog van om een aanvraagprocedure voor aanwijzing (goedkeuring) te starten. Dit verkennend onderzoek richt zich op het wegnemen van de aarzeling door mkb’s een leidraad te bieden voor het vinden van alternatieve technische oplossingen voor enkele, veel gehoorde problemen met technische eisen. Een samenwerking van twee fabrikanten/distributeurs van E-Steps, de brancheorganisatie voor elektrische mobiliteit en het Lectoraat van de Automotive afdeling van de HAN zullen in dit project praktisch onderzoek doen om de genoemde problemen te duiden en een aanzet te geven voor alternatieven die passen binnen de Beleidsregel. Daarmee wordt de weg vrij gemaakt voor de verdere ontwikkeling van LEV’s, de innovatie van de stedelijke mobiliteit en de toegang tot de markt voor een groeiende sector van het mkb in Nederland. Tenslotte zal, in overeenstemming met het Klimaatakkoord, de achterliggende positie van de LEV branche in Nederland ten opzichte van andere Europese landen hersteld kunnen worden.
Mobiliteitshubs in of aan de rand van de stad voor goederen- en personenvervoer worden vaak genoemd als sleutel tot een succesvolle transitie naar een autovrije stad of zero-emissie zone. In dat kader zijn bij verschillende steden hubs geplaatst met uiteenlopende functies en specificaties. Onder ondernemers, van ontwikkelaars tot aanbieders van vervoersconcepten, heerst echter onzekerheid over het succes van deze hubs. Waardoor wordt het veronderstelde succes beïnvloed? Is het de locatie, de parkeergelegenheid, de connectie met andere hubs of zijn bijvoorbeeld de faciliteiten of het aanbod aan voldoende en geschikte LEV’s doorslaggevend voor het succes van een mobiliteitshub? De consortiumpartners zijn ieder op een eigenwijze en met specifieke activiteiten betrokken bij de ontwikkeling van hubs. Vanuit kennis en ervaring bieden zij samen een breed pakket aan diensten en producten die nauw verbonden zijn met het ontwerp, de bouw en de faciliteiten van hubs. Juist vanuit deze actieve rol ondervinden zij onzekerheid en onduidelijkheid met betrekking tot de eisen die aan een succesvolle hub verbonden zijn. Dit onderzoek is een verkenning van de kritische succesfactoren van hubs. De onderzoeksvraag is: welke kritische succes factoren moeten in elk geval aanwezig voor het optimale succes van een mobiliteitshub c.q. deze te laten voldoen aan de behoefte van gebruikers, en welke rol spelen LEV’s hierin? Kennis en ervaringen van betrokken partners zal leiden tot een selectie aan KSFs die vermoedelijk bijdragen aan het succes van hubs. Met veldonderzoek, interviews, desk research en analyse zal vervolgens duidelijk worden welke factoren inderdaad doorslaggevend zijn. Dit resultaat wordt verwerkt tot een toolkit voor ontwikkelaars en andere betrokken bedrijven die een leidraad zal bieden voor de cruciale keuzes voor de opzet van hubs.
Welke kennis over ‘het delen van LEV’s’ is nodig voor een waardevolle bijdrage aan de ontwikkeling van dit kennisdomein ten behoeve van de markt? Dit plan beschrijft de wijze waarop een kennisagenda rondom het delen van Light Electric Vehicles, ofwel LEV’s, wordt opgesteld. Uiteindelijk doel is een aanzet te maken voor het opzetten van een kenniscentrum voor het delen van LEV’s. Elektrische brommobielen, elektrische stepjes en voertuigjes voor elektrische stadsdistributie. Alle vallen ze onder de noemer Light Electric Vehicle, ofwel LEV. Vanwege hun compacte formaat, lichte bouw en duurzame aandrijving zijn ze zeer geschikt om problemen rondom uitstoot en bereikbaarheid op te lossen. Beperkte kennis over de beschikbaarheid, toepassingsmogelijkheden en regelgeving zorgt ervoor dat de toepassing van dit type voertuig achterblijft bij het potentieel. Een maatregel die veel wordt gehanteerd om duurzaamheid en bereikbaarheid te garanderen is deelmobiliteit. Het delen van voertuigen zorgt voor minder verkeersoverlast en zorgt ervoor dat mensen alternatieven kiezen voor hun eigen auto. Zeker in deze coronacrisis blijkt deelmobiliteit een aangenaam alternatief voor het openbaar vervoer. Deelvervoer wordt echter veelal verpakt in bestaande auto’s, terwijl deze daar niet per definitie geschikt voor zijn. LEV’s hebben de potentie om een goed alternatief te bieden voor bestaande deelauto’s, maar ook voor voertuigen die vanwege hun formaat, uitstoot of geluid niet passen in leefbare woongebieden. Op basis van een opgestelde kennisagenda verzamelt het Kenniscentrum voor LEV kennis en informatie over LEV’s en delen. Het helpt overheden, marktpartijen en gebruikers kennis te vergaren over LEV en het delen ervan. Zo geeft het Kenniscentrum inzicht in het ware potentieel van deze voertuigcategorie.