De gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022 blonken niet uit in opkomst. Het opkomstpercentage was net iets boven de 42%, het laagste in jaren. Onder jongeren was de opkomst nog lager. Hoe kan dit? We praten jongeren in de politiek met jongeren uit de politiek, namelijk: Jens Bosman van DWARS (GroenLinks) en Tom Scheepstra van CDJA (CDA). Hoe ziet een dag bij zo’n politieke jongerenorganisatie eruit? Wat kunnen jongeren waarmaken in de politiek en wat vinden zij belangrijk? Veel jongeren zijn politiek actief; in actiegroepen en jongerenorganisaties richten zij zich vaak op grote wereldthema's als klimaatverandering en diversiteit. In de lokale politiek is vaak minder interesse. In deze aflevering praten we over de visie van jongeren op de verhouding tussen lokaal, nationaal en Europees niveau.
MULTIFILE
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
De resultaten van het onderzoek naar de Lokale Energie Initiatieven in de provincie Groningen
DOCUMENT
Dit rapport legt uit hoe lokale voedselinitiatieven en andere buurtprojecten kunnen helpen om gezond eten beter bereikbaar te maken voor mensen met een laag inkomen in Almere. Geld is niet de enige reden waarom dit moeilijk is; ook afstand, kennis en sociale factoren spelen een rol. Oplossingen zijn betere samenwerking, meer informatie en aanpassingen in de omgeving. Zo kunnen lokale initiatieven en de overheid helpen. Het doel is dat gezond eten voor iedereen bereikbaar wordt.
DOCUMENT
Paper voor Politicologenetmaal. Informatievoorziening over lokale politiek was traditioneel de taak van de lokale en regionale media waarbij kranten, huis-aan-huisbladen, lokale - en regionale omroep een belangrijke rol speelden. De rol van deze media wordt langzamerhand kleiner omdat oplagen dalen en de concurrentie van nieuwe digitale media toeneemt. De vraag die in deze bijdrage centraal staat, is welke bijdrage traditionele en nieuwe digitale media leveren aan de informatievoorziening op lokaal (gemeentelijk) niveau. Worden de hoog gespannen verwachtingen op dit terrein daadwerkelijk ingelost? In twee Nederlandse gemeenten in de provincie Utrecht (Leusden en Bunschoten) is deze problematiek getest door alle mediakanalen te inventariseren en gedurende één week de inhoud van deze kanalen te checken op de aanwezigheid van nieuws en informatie die over bestuurlijke politieke aangelegenheden gingen. Uit de resultaten bleek dat er een indrukwekkend aantal print- en audiovisuele media en digitale kanalen aanwezig is in beide plaatsen maar dat veel van deze media geen enkele bijdrage leverden aan de informatievoorziening op politiek gebied. Met name de nieuwe digitale media lieten het afweten, zij bevatten geen nieuws of geen origineel nieuws; hun bijdrage – voor zover aanwezig – beperkte zich tot het doorgeven van nieuws dat elders was verzameld. Ook traditionele media droegen maar matig bij aan de informatievoorziening, er werd sterk geleund op institutionele bronnen zoals gemeente en politieke partijen voor de berichtgeving.
DOCUMENT
Het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht doet onderzoek naar de maatschappelijke effecten van de lokale aanpak extremisme. Centraal staat daarbij de vraag: beschikken eerstelijnswerkers over de nodige kennis en begrip om de mate van bereidheid voor (gewelddadig) extremisme en terrorisme van een individu te beoordelen? Vandaag komt het tweede rapport uit in een reeks van drie. Het verkennende onderzoek richt zich op risico-inschattingen van lokale veiligheidsprofessionals aangaande de volgende vraag: in hoeverre is een jongere over wie signalen van vermeende radicalisering binnenkomen, bereid om geweld te gebruiken? In de meeste gevallen gaat het wellicht om vijandige uitingen of gedrag, maar niet om jongeren die voornemens zijn om daadwerkelijk gewelddadige acties te ondernemen. Als zodanig beslissen eerstelijnsprofessionals bij het adresseren van risico’s of bedreigingen tegelijkertijd ook over het recht op vrijheid van meningsuiting. Dan is het wel van groot belang om in kaart te brengen hoe vermeende signalen gewogen en geduid worden op gemeentelijk niveau.
DOCUMENT
Onderzoek van het Lectoraat Samenlevingsvraagstukken van de Gereformeerde Hogeschool waarin een antwoord wordt gezocht op de vraag: Welke factoren stimuleren en belemmeren vrouwen binnen de ChristenUnie om a) politiek actief te willen zijn (motivatie), en b) daadwerkelijk politiek actief te worden?
DOCUMENT
Waar vinden burgers informatie over lokale politiek? Wordt de rol van nieuwe media groter dan die van traditionele media? Zijn websites alleen een doorgeefluik van krant, televisie en radio, of bieden ze extra mogelijkheden? Dragen nieuwe onafhankelijke kanalen bij aan nieuwsvoorziening en discussies, of kopiëren ze alleen content van anderen? Wordt de discussie over lokale politiek heftiger nu er nauwelijks drempels zijn bij online publiceren?
LINK
In veel onderzoeken naar en aanpakken in de energietransitie in Nederland, met name die waar bewonersinitiatieven een rol spelen, wordt vertrouwen als een belangrijke factor beschreven. In dit onderzoek wordt onderzocht welke bronnen van vertrouwen een rol spelen bij (de ontwikkeling) van lokale energie-initiatieven en hoe zich dat verhoudt tot de ontwikkeling van de technologie. Drie casussen (Terheijden (Traais Energie Collectief) en Den Haag, Vruchtenbuurt (Cooperatie Duurzame Vruchtenbuurt en Sterk op Stroom) zijn geanalyseerd op basis van de ANT-fasering: problematazation, interessement, enrollment en mobilization. Het is gebleken dat verschillende bronnen van vertrouwen en aspecten van techniek niet afhankelijk zijn van de fase in de netwerkontwikkeling maar als een constante in de drie geanalyseerde initiatieven zichtbaar zijn, het gaat om: • Mensen als bron van vertrouwen (Persoonlijke eigenschappen, Gedrag, Gedeelde normen en waarden/wereldbeeld) • Organisaties als bron van vertrouwen (Regels, Organisatie-Gedrag) • Het technische aspect learning to rethink: o Co-evolution o Discontinuous change o Multi-actor approach o Degree of organization o Long term view Bij de start van alle drie de initiatieven was er sprake van aansluiting zoeken bij bestaand vertrouwen in de lokale situatie. Dit is de basis van alle netwerkontwikkeling. Het succes van deze drie initiatieven zit juist in het verbinden van de bronnen van vertrouwen in mensen (hun persoonlijke eigenschappen, gedrag en wereldbeeld) en in de organisatie (organisatiegedrag) van het lokale energie-initiatief. Daarnaast is de vraag welke rol technologie speelt in relatie tot vertrouwen in de ontwikkeling van lokale energie initiatieven. Juist omdat het hierbij om de ontwikkeling van de energie initiatieven gaat en omdat hierbij sprake is van netwerkontwikkeling is gekozen voor ANT. Dit biedt de mogelijkheid om technologie als actor mee te nemen in de analyse van de ontwikkeling van het (energie initiatief) netwerk. Belangrijke vragen hierbij zijn; welke mogelijkheden van non human actoren worden toegepast en welke randvoorwaarden horen daarbij, bijvoorbeeld in de vorm van vereiste gedragsverandering van human actoren. Het uitgangspunt in deze studie is de transitie van fossiele naar hernieuwbare energie. Fossiele energie heeft een grote energie dichtheid en leent zich daarom goed voor actoren in de vorm van bulk technologieën, bijvoorbeeld in centraal opgestelde energiecentrales. Energieopwekking geconcentreerd en op afstand werkt vervreemdend en past niet meer goed in de huidige maatschappij (afnemend vertrouwen). Hernieuwbare energie kan ook in bulk-vorm worden toegepast, bijvoorbeeld in centraal opgestelde concentrated solar power plants op plaatsen met grote zonintensiteit. Hernieuwbare energie wordt echter vooral geassocieerd met decentrale opwekking. De decentrale energie opwekeenheden kunnen in modulaire systemen worden samengevoegd, en daar hangen specifieke voordelen aan voor end-users: de gemakkelijke toegankelijkheid en het beschikbare end-use potential. Dit vereist natuurlijk wel dat in het netwerk een geïntegreerd modulaire systeem wordt ontwikkeld. Dit kan alleen in een collectief, waardoor de human actors gedwongen worden samen te werken. Drie belangrijke processen hierbij zijn: formation of technical identity, configurational work en community building. Deze drie processen spelen een rol in de verschillende fasen van de netwerkontwikkeling. Daarnaast kunnen de genoemde technische learning to rethink aspecten over het geheel van de netwerkontwikkeling worden onderscheiden. In alle drie de bestudeerde casussen gaat het om decentrale modulaire energie systemen waarbij de toegankelijkheid is geborgd, maar waarbij het end-use potential alleen bij SoS centraal staat. Het geheel overziend leidt tot de conclusie dat technologie in collectieve vorm human actors dwingt tot samenwerking en dat daarbij vertrouwen tussen de actoren voorwaardelijk is. In alle drie de bestudeerde casussen wordt dit onderkend; het samenwerkingsproces wordt centraal gesteld en alle actoren worden betrokken (“iedereen doet mee”). Het feit dat het end-use potential bij Terheijden en Warm in de wijk nu niet centraal staat kan op termijn negatief uitpakken voor het vertrouwen, vooral als blijkt dat het achteraf niet gemakkelijk te realiseren is (lock in). In het algemeen kan over techniek nog het volgende worden gezegd. De geschiedenis heeft geleerd hoe human actors effectief om kunnen gaan met de actor techniek. Een belangrijke activiteit daarbij is ordening/structuur aanbrengen, en dit kan in verband worden gezien met organisaties als bron van vertrouwen (regels en organisatie-gedrag). In systeemkundige termen gaat het om; grenzen stellen, afbakenen, denken in materie-, energie- en informatiestromen, onderscheiden van functionaliteiten, input, output, opslag, omzetten, verbinden en regelen/besturen. In alle drie de bestudeerde casussen wordt deze ordening zorgvuldig toegepast, wordt informatie hierover gedeeld met alle actoren en worden alle actoren voldoende betrokken bij de besluitvorming. Dit draagt het bij aan vertrouwen bij alle actoren. Nog één keer terug naar het begrip “ontwikkeling”: De drie bestudeerde casussen hebben een unieke dynamiek en horizon, dit wordt vooral door de aard van de techniek beïnvloed. Sos loopt ver vooruit op de huidige stand van de techniek (en regelgeving) en is vooral een ICT-technische uitdaging, Terheijden en Warm in de wijk lopen in de pas met de techniek, maar moeten met de schop in de grond in een bestaande situatie. De manier waarop de drie organisaties bijbehorende problemen onderkennen en hiermee omgaan is een voorbeeld van organisaties als bronnen van vertrouwen. In de conclusie zijn de drie casussen als praktijkvoorbeelden beschreven. In Terheijden gaat het over de ontwikkeling van een warmtenetwerk voor het gehele dorp. Het wordt gebaseerd op hernieuwbare bronnen in de directe omgeving. Voor de initiatiefnemers en de bewoners is het belangrijk om “het zelf te gaan doen”. In Warm in de wijk gaat het ook over de ontwikkeling van een warmtenet, maar in dit geval in een woonwijk in Den Haag. Leidend hier is het uitgangspunt van een “open warmtenet”. Er moet een scheiding worden aangebracht tussen netwerk en warmtebronnen. Bij SoS gaat het over de toekomst van ons elektriciteit systeem. Er is nog een lange weg te gaan, maar uiteindelijk moet dit resulteren in een “goed werkend democratisch energisysteem”. Deze drie voorbeelden kunnen andere energie initiatieven inspiratie bieden omdat het beschrijvingen zijn van de ontwikkeling gericht op vertrouwen in relatie tot de gekozen technologie.
DOCUMENT
Jongeren die zich door de politiek niet gehoord voelen, ondernemen zelf actie, buiten de stemhokjes en het parlementaire debat om. Jongerenwerkers kunnen hen hierbij helpen vanuit de aloude empowerment gedachte.
DOCUMENT