In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
Het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht doet onderzoek naar de maatschappelijke effecten van de lokale aanpak extremisme. Centraal staat daarbij de vraag: beschikken eerstelijnswerkers over de nodige kennis en begrip om de mate van bereidheid voor (gewelddadig) extremisme en terrorisme van een individu te beoordelen? Vandaag komt het tweede rapport uit in een reeks van drie. Het verkennende onderzoek richt zich op risico-inschattingen van lokale veiligheidsprofessionals aangaande de volgende vraag: in hoeverre is een jongere over wie signalen van vermeende radicalisering binnenkomen, bereid om geweld te gebruiken? In de meeste gevallen gaat het wellicht om vijandige uitingen of gedrag, maar niet om jongeren die voornemens zijn om daadwerkelijk gewelddadige acties te ondernemen. Als zodanig beslissen eerstelijnsprofessionals bij het adresseren van risico’s of bedreigingen tegelijkertijd ook over het recht op vrijheid van meningsuiting. Dan is het wel van groot belang om in kaart te brengen hoe vermeende signalen gewogen en geduid worden op gemeentelijk niveau.
Waar vinden burgers informatie over lokale politiek? Wordt de rol van nieuwe media groter dan die van traditionele media? Zijn websites alleen een doorgeefluik van krant, televisie en radio, of bieden ze extra mogelijkheden? Dragen nieuwe onafhankelijke kanalen bij aan nieuwsvoorziening en discussies, of kopiëren ze alleen content van anderen? Wordt de discussie over lokale politiek heftiger nu er nauwelijks drempels zijn bij online publiceren?
LINK
Duurzame ontwikkeling staat hoog op lokale, nationale en internationale politieke agenda’s. Denk alleen al aan klimaatverandering, biodiversiteit, de stikstofcrisis, de gezondheidscrisis, de teloorgang van stilte en stiltegebieden en de ontwikkeling van de circulaire economie.Duurzame ontwikkeling bestaat nadrukkelijk uit aspecten op het gebied van milieu, mens en economie. Daarbij is het perspectief van de stakeholders in de sector, de bedrijven, overheden, omwonenden, klanten en belanghebbenden van groot belang.De gastvrijheidssector speelt hierin een dubbele rol: enerzijds creëren deze sector veel waarde uit natuurlijke hulpbronnen zoals juist de kwaliteit van natuur, biodiversiteit, landschap, stilte, schone lucht. Anderzijds speelt de sector een rol bij het ontstaan van klimaatverandering, stikstofoxiden, verlies van biodiversiteit en stilte.Het project beoogt voor bovenstaande problematiek een onderzoekagenda op te stellen. De onderzoekagenda geeft een systematisch overzicht van de problematiek, een vertaling naar de potentiële onderzoeksvragen en mogelijke resultaten.Partners: Hogeschool Zeeland (HZ), NHL/Stenden.
Participatieve methoden zijn een steeds meer erkende vorm om sociale, technische en politieke maatschappelijke uitdagingen te onderzoeken. Kunst, design en digitale media hebben potentieel voor het ontwikkelen van positieve relaties tussen verschillende belanghebbenden en nieuwe perspectieven op gedeelde (publieke) ruimtes. Een van die methoden is het creëren en faciliteren van gemedieerde dialogen. Dit instrument wordt gezien als belangrijk instrument om in gezamenlijkheid onze toekomst te bepalen en ruimte te maken voor diversiteit en verschillende perspectieven in gesprek. In dit project onderzoek ik hoe dit instrument optimaal vormgegeven en ingezet kan worden, en hoe digitale technologie daarin kan mediëren. In dit onderzoek verhoud ik me met name tot de participatory design aanpak en dialogic art aanpak. Hoewel deze aanpakken uit kunst en design zeer krachtig kunnen zijn, roepen het ontwerp en de inzet van digitaal gemedieerde dialogen ook vragen op. De centrale vraag is: Hoe kan de digitaal gemedieerd dialoog op een inclusieve manier gefaciliteerd worden in dialogic art practices en hoe kan gedeeld eigenaarschap gestimuleerd worden in het ontwerp van deze gemedieerde dialoog?
De uitvoering van klimaatadaptatie en de energietransitie stelt professionals van gemeenten voor nieuwe uitdagingen. Deze veranderingen hebben een grote impact op de leefomgeving van inwoners. Dit heeft geleid tot een groei van inwonersinitiatieven die bijdragen aan oplossingen, of opkomen voor de belangen van de lokale gemeenschap. Professionals van Zeeuwse gemeenten willen graag effectiever leren omgaan met inwonersinitiatieven. In dit project ontwikkelen we methoden (o.a. een serious game) om professionals uit de publieke sector beter te ondersteunen bij sociale aspecten van de transities. We hanteren hierbij twee handelingsperspectieven: • Responsief handelen: inzicht in waarden van inwonersinitiatieven en hierop goed kunnen reageren. • Uitnodigend handelen: gelegenheid scheppen voor inwoners om zelf initiatief te nemen. Het onderzoek heeft tot doel om deze handelingsperspectieven verder te ontwikkelen in co-creatie tussen professionals, inwoners, studenten en onderzoekers, en zodoende de effectiviteit van inwonersinitiatieven in het versnellen en verbeteren van klimaattransities te versterken. Dit doen we vanuit 3 werkpakketten: 1. Handelingsopties en survey: Op basis van wetenschappelijke literatuur worden handelingsopties in kaart gebracht, inclusief factoren die effectief inspelen op inwonersinitiatieven belemmeren of faciliteren. Dit wordt toegepast in een vragenlijst onderzoek onder professionals (Zeeland en landelijk). Tevens worden interviews gehouden met middenmanagement en politieke vertegenwoordigers. 2. Actie-onderzoek in 4 cases: Om te ervaren hoe handelingsopties toe te passen, ontwikkelen professionals, inwoners, onderzoekers en studenten, samen een nieuwe aanpak in 4 praktijksituaties. In een casusvergelijking worden de geleerde lessen samengebracht. 3. Leren en door-ontwikkelen: . In een lerend netwerk vindt uitwisseling en verdieping plaats binnen een brede groep professionals. Leren vindt plaats door het delen van ervaring, verdiepende sessies over de handelingsperspectieven en uitwerking in ‘doe en leerlabs’. De ontwikkelde kennis wordt samengebracht in de serious game ‘Inspelen op inwonersinitiatief’. Studenten en professionals kunnen hiermee leren afwegingen te maken voor het omgaan met inwonersinitiatief in klimaattransities.