QUESTIONS: What are the perceived reasons for people with chronic obstructive pulmonary disease (COPD) to be physically active or sedentary? Are those reasons related to the actual measured level of physical activity?DESIGN: A mixed-methods study combining qualitative and quantitative approaches.PARTICIPANTS: People with mild to very severe COPD.OUTCOME MEASURES: Participants underwent a semi-structured interview and physical activity was measured by a triaxial accelerometer worn for one week.RESULTS: Of 118 enrolled, 115 participants (68% male, mean age 65 years, mean FEV1 57% predicted, mean modified Medical Research Council dyspnoea score 1.4) completed the study. The most frequently reported reason to be physically active was health benefits, followed by enjoyment, continuation of an active lifestyle from the past, and functional reasons. The most frequently reported reason to be sedentary was the weather, followed by health problems, and lack of intrinsic motivation. Mean steps per day ranged between 236 and 18 433 steps. A high physical activity level was related to enjoyment and self-efficacy for physical activity. A low physical activity level was related to the weather influencing health, financial constraints, health and shame.CONCLUSION: We identified important facilitators to being physically active and barriers that could be amenable to change. Furthermore, we distinguished three important potential strategies for increasing physical activity in sedentary people with COPD, namely reducing barriers and increasing insight into health benefits, tailoring type of activity, and improvement of self-efficacy.
LINK
Het project 'Samen op weg naar een betere communicatie' vond plaats in het kader van de afstudeerfase van zowel de opleiding Verpleegkunde van Fontys Hogeschool Verpleegkunde, als de opleiding fysiotherapie van Fontys Paramedische Hogeschool, beide gevestigd te Eindhoven. Twee studenten verpleegkunde en twee studenten fysiotherapie hebben zich gericht op de doelstelling van het project 'Een multidisciplinair communicatieplan met als centraal onderwerp de vorderingen ens tand van zaken rondom de patient communiceren tussen fysiotherapie en andere disciplines, met het accent op de verpleging. Dit voor de afdelingen neurologie, algemene chirurgie, othopedie en longziekten van een ziekenhuis te Eindhoven.' Het project heeft voor elke afzonderlijke afdeling een aan de eisen en wensen van de betreffende afdeling aangepast rapportageformulier fysiotherapie opgeleverd, met een daarbijbehorende handleiding. De implementatie van de nieuwe rapportageformulieren is na afronding van het project in handen gekomen van het hoofd van de afdeling Kwaliteit en Milieuzorg van het betreffende ziekenhuis.
DOCUMENT
Het project 'Samen op weg naar een betere communicatie' vond plaats in het kader van de afstudeerfase van zowel de opleiding Verpleegkunde van Fontys Hogeschool Verpleegkunde, als de opleiding fysiotherapie van Fontys Paramedische Hogeschool, beide gevestigd te Eindhoven. Twee studenten verpleegkunde en twee studenten fysiotherapie hebben zich gericht op de doelstelling van het project 'Een multidisciplinair communicatieplan met als centraal onderwerp de vorderingen ens tand van zaken rondom de patient communiceren tussen fysiotherapie en andere disciplines, met het accent op de verpleging. Dit voor de afdelingen neurologie, algemene chirurgie, othopedie en longziekten van een ziekenhuis te Eindhoven.' Het project heeft voor elke afzonderlijke afdeling een aan de eisen en wensen van de betreffende afdeling aangepast rapportageformulier fysiotherapie opgeleverd, met een daarbijbehorende handleiding. De implementatie van de nieuwe rapportageformulieren is na afronding van het project in handen gekomen van het hoofd van de afdeling Kwaliteit en Milieuzorg van het betreffende ziekenhuis.
DOCUMENT
Mentale welzijn is een onderwerp dat, o.a. door de Corona pandemie, steeds meer zichtbaar is in de samenleving. Vaak wordt er gesproken over uitdagingen op de werkvloer of bij grote veranderingen in het leven, maar daarbij vergeten we nog wel eens de achteruitgaande trend in de mentale welzijn van jongeren. Zo blijkt uit het HBSC-onderzoek uit 2021 dat jongeren (de basisschool en voorgezet onderwijs) fors meer mentale problemen ervaren dan in 2017. De invloed van deze stress is ook later in het leven nog van significante impact: zo blijkt dat stress op jonge leeftijd (early life stress) een verhoogde kans op gezondheidsklachten zoals depressie, longziekten, harten vaatziekten en overgewicht met zich meebrengt. De GGZ en haar zorgprofessionals spelen een belangrijke rol in het aanpakken van deze uitdagingen. Echter, net zoals dat geldt voor de gehele zorgsector, lopen ze tegen een massief capaciteitsprobleem aan. De wachttijd om een professional te spreken kan wel tot een half jaar oplopen! Het is niet aannemelijk dat het tekort van personeel in de komende jaren opgelost gaat worden, dus moet er gekeken worden naar andere, meer schaalbare en gemakkelijk te gebruiken, toepassingen. Digitale middelen kunnen hier een essentiële rol in spelen! Binnen dit project wil het consortium haar expertise inzetten om te kijken of en hoe digitale technologie ingezet kan worden om het stressniveau van jongeren te verlagen. Specifiek gaan we kijken naar de mogelijkheden van virtual reality om bestaande behandelingen van jongeren op het gebied van stress te ondersteunen.
Aanleiding Jaarlijks wordt een groot aantal kinderen in Nederland ernstig ziek en een deel van hen verblijft voor langere tijd in het ziekenhuis. Het gaat (o.a.) om de afdelingen oncologie (kanker), hematologie (leukemie) en longziekten. Kinderen die lang in het ziekenhuis liggen en intensieve behandelingen ondergaan, ervaren veel stress, angst en pijn. Voor deze kinderen zou de inzet van robotdieren die in staat zijn tot sociale en affectieve interactie een aanvulling kunnen zijn op de huidige spelvormen met poppen of echte dieren. Robotdieren zijn altijd beschikbaar (in tegenstelling tot echte dieren), interactief, hun gedrag is op het kind af te stemmen en ze kunnen gemakkelijk schoongemaakt en gedesinfecteerd worden. Doelstelling Hoe kunnen professionals in de zorg voor kinderen op de afdelingen waar hoge eisen aan hygiëne worden gesteld, effectief robotdieren inzetten? Dat is de centrale vraag in dit RAAK-project. Het doel is een brede toepassing van robotdieren in kinderziekenhuizen te realiseren. Er vindt praktijkgericht onderzoek plaats, dat zich richt op afdelingen waar kinderen (tot 10 jaar) lang en veelal intensief worden behandeld. Robotdieren zullen op verschillende afdelingen van de deelnemende (kinder)ziekenhuizen worden ingezet. De gegevens die de onderzoekers verzamelen hebben betrekking op zowel de perceptie van de werkzaamheid als de praktische ervaringen van betrokken professionals en ouders. Beoogde resultaten Het onderzoek krijgt een praktische uitwerking in de vorm van een handleiding voor zorgprofessionals voor de inzet van robotdieren, suggesties voor therapeutische spelvormen, een workshop voor verpleegkundigen en pedagogisch medewerkers en een afsluitend seminar op het gebied van zorgrobotica. Nieuwe inzichten worden verwerkt in het hoger beroepsonderwijs.