Substantial and continuous shifts in skills demands urge us to rethink education, labour market and reintegration policies and practices. In this article, we argue for a more skills based approach to (re)integration. This skills based (re)integration practice is based more on up-to-date, complete and validated skills sets of candidates, than on diplomas and other, more or less, outdated and incomplete proxies to one’s current skills. Such a new reintegration practice seems feasible if the actual and complete skills set of an individual becomes the starting point for both matching, guidance and (up/re)skilling efforts. Intersectoral mobility, alternative career pathways and suitable training and development routes can be designed on a more fine-grained skills basis, with occupations considered more as dynamic sets of tasks requiring specific skills. This new (re)integration practice presupposes a common skills language, which is being developed in the Netherlands, Competent NL. Sectoral and intersectoral experiments with skills instruments using this language, such as skills passports, are conducted to optimize their quality and effectiveness. Since first experiments with skills instruments seem promising, we argue that more room for experiment is required. So that integration in the labor market can be sustained and reintegration practices can be prevented.
In onze diensteneconomie draait het in arbeidsorganisaties steeds meer om het genereren en benutten van kennis. Kennis in de hoofden van mensen, niet te verwarren met informatie die je kunt opslaan in databanken. Kennis is als het ware de uitkomst van een aantal mentale processen, die zich binnen individuen of groepen afspelen. Die mentale processen vormen het denkwerk dat mensen verrichten. Niet handarbeid is cruciaal voor de moderne organisatie, maar denkarbeid. Arbeidsintensieve productie wordt overgeplaatst naar lagelonenlanden, maar ook de productiearbeid die hier over blijft zal in hoge mate kennisintensief zijn. Voor de werker worden daarmee zijn denkvaardigheden zijn belangrijkste competentie. Dit betekent dat banen verdwijnen en functies fluïde worden. het aantal zelfstandigen blijft groeien, en traditionele loopbanen verdwijnen. Loopbanen worden steeds meer toevallig en blijken pas achteraf. En toch is de een succesvoller dan de ander in het creëren van zijn loopbaan. Waar zit hem dat in? Voor de loopbaanprofessional ontstaat hierdoor de noodzaak zich te heroriënteren op zijn werk.
Overgenomen met toestemming uit Loopbaanvisie van oktober 2018 In het debat onder kennisprofessionals van Noloc is een interessante discussie ontstaan over de vraag of zelfregie in werk en loopbaan vrijheid en autonomie biedt, dan wel de sociale verschillen tussen werkenden en werkzoekenden vergroot. Tom Luken heeft in het vorige nummer van LoopbaanVisie het eerste standpunt verdedigd. Ik zal in dit artikel betogen dat zelfregie ogenschijnlijk een aantrekkelijk perspectief vormt, maar dat de vrijheid die ermee gepaard gaat ten eerste paradoxaal is, ten tweede altijd een ideologische lading heeft en tot slot dat niet iedereen even goed is toegerust voor zelfregie.
MULTIFILE