Evaluatierapport friend4friend. Friendf4friend is een maatjesproject in het kader van de maatschappelijke diensttijd waarbij Nederlandse jongeren samen met jonge nieuwkomers vrijwilligerswerk doen. Het project is gefinancierd via het actieprogramma Maatschappelijke Diensttijd, een programma van ZonMW Kernbegrippen van de maatschappelijke diensttijd zijn talentontwikkeling, ontmoeting en maatschappelijke impact. Bij friend4friend staat de ontmoeting centraal. Alle deelnemers geven aan waarde te hechten aan de ontmoeting met jongeren die ze normaal gesproken niet tegen zouden komen. De jongeren geven aan begrip te ontwikkelen voor jongeren in een andere maatschappelijke positie en met andere gewoonten. Het vrijwilligerswerk draagt bij aan de ontwikkeling van het zelfvertrouwen. Statushouders toegang tot de Nederlandse samenleving en oefenen de Nederlandse taal. Er ontstaan vriendschappen en jongeren blijven ook na de looptijd van het project contact met elkaar houden. Er blijkt sprake te zijn van gelijkwaardigheid en wederkerigheid tussen de jongeren. Op basis van de positieve resultaten, is een vervolgsubsidie toegekend.
DOCUMENT
In dit rapport wordt de impact van maatjesproject friend4friend beschreven voor de regio Noord-Nederland. Centraal staat de vraag hoe friend4friend Noord-Nederland bijdraagt aan de empowerment van de deelnemende jonge Nederlanders en jonge Nieuwkomers. Aan de hand van drie thema’s – verbinden (netwerkvorming), vertrouwen en versterken (veerkracht) – brengen we deze impact in beeld, gebaseerd op interviews met jonge Nederlanders en jonge Nieuwkomers.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft de uitkomsten van een kwalitatief onderzoek naar de opbrengsten van het mentorproject Take 2. Het onderzoek heeft plaatsgevonden onder jongeren, die vijf tot negen jaar geleden meededen aan het dit mentorproject. Het beschrijft de opbrengsten die zij zelf toeschrijven aan hun deelname in dit project. Het project is gestart in juli 2000 in de Utrechtse wijken Pijlsweerd, Ondiep en Zuilen door de Welzijnsstichting Portes en bestaat inmiddels tien jaar. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het lectoraat Participatie en Maatschappelijke Ontwikkeling (PMO) van de Hogeschool Utrecht (HU) in samenwerking met Portes (welzijnstichting) en Two Get There (initiatiefnemer van het project). Voorafgaand aan het onderzoek is een literatuurstudie uitgevoerd en op grond van deze studie ben ik tot de onderstaande vragen gekomen. De twee hoofdvragen die ik wilde beantwoorden met dit onderzoek waren: 1. Welke opbrengsten, in de zin van betekenis voor de mentee, op de persoonlijkheid (emotioneel kapitaal), omgang met anderen, sociaal netwerk (sociaal kapitaal), schoolloopbaan (academisch kapitaal) en vrije tijdsbesteding (cultureel kapitaal) kennen oud-deelnemers van Take 2 toe aan het maatjesproject waaraan ze zes tot negen jaar geleden deelnamen, en in hoeverre zien we deze toekenning in (objectieve) gegevens bevestigd? 2. Welke voorwaarden dragen bij aan het succes van Take 2?
DOCUMENT
Dit Living lab staat in teken van het bevorderen van sport en bewegen voor bewoners waarvoor het sportaanbod nu niet voldoende of moeilijk te bereiken is. Het project is hierbij opgedeeld in drie deelprojecten, waar we voor elke specifieke doelgroep (40-65 jaar) een werkwijze ontwikkelen om een duurzame samenwerking op te zetten.Doel Het overkoepelende doel is bewoners uit de doelgroep naar beweging en sporten toe te leiden. Door middel van design thinking methoden borduren we voort op de geïdentificeerde oplossingsrichtingen in fase 1. Deelproject 1: Het bouwen aan een groeiend platform waarin sportaanbieders en sporten gekoppeld worden en zo een flexibel sportaanbod te creëren. Verder willen we inzicht krijgen in wat er nodig is om de al werkende – sportplanner – app beter aan te laten sluiten bij haar gebruikers. Deelproject 2: Het opzetten van een duurzaam sportmaatjesproject voor mensen met een beperking (fysiek, verstandelijk of door bijvoorbeeld long COVID) in samenwerking met HU-studenten, de buurtsportcoach aangepast sporten en minimaal één werkplaatsdocent van de HU met als doel de sportdeelname voor deze doelgroep te vergroten. Deelproject 3: Het verbinden van de hulpvraag met het beweegaanbod verbinden en daarmee aan te sluiten op de behoeften van deze doelgroep. Bewegen wordt ingezet als middel en door een inclusief co-design ontwerpproces zal dit aanbod passend gemaakt worden. Het bereiken van de doelgroep en het uitvoeren van kleine pilots staat centraal. Resultaten uit de eerste fase De behoefte van de doelgroep (40-65 jaar) op het gebied van bewegen en gezondheid is in kaart gebracht. Er is inzicht verkregen in de complexiteit van de doelgroep met de uitkomst dat het belangrijk is oog te hebben voor de verschillende subgroepen binnen de doelgroep. Er zijn drie deelprojecten opgezet aan de hand van deze subgroepen; de sporter met behoefte aan een flexibel sportaanbod, de sporter met een fysieke beperking en de groep waar een zodanige complexe hulpvraag speelt dat sport kan worden ingezet als middel ter bevordering van het welzijn van deze groep. Er is een nieuw netwerk ontstaan waarin de nadruk ligt op inwonerparticipatie. Looptijd 31 december 2019 - 01 februari 2022 Aanpak In het Living Lab zal gewerkt gaan worden met de Design thinking methode. Ook zullen ervaringsdeskundigen op het gebied van eenzaamheid en een verbeterde leefstijl ingezet worden. Het levert een kruisbestuiving op tussen dorpsteams, buurtsportcoaches, en (ervaringsdeskundige) inwoners. Relevantie van het project Dit project zal vernieuwend zijn voor beleidsmedewerkers, social workers en sportprofessionals die zich bezig houden met de onderwerpen gezondheidsbevordering en preventie. Ook past het op een nieuwe wijze ervaringsdeskundigen toe in het outreachend werken. Cofinanciering Dit project ontvangt een cofinanciering van ZonMw.
Het PD-voorstel richt zich op het verbeteren van de ondersteuning van mannen met ongeneeslijke prostaatkanker in de palliatieve fase. De stip op de horizon is een samenleving waarin deze patiënten thuis optimaal worden ondersteund in gezondheid en welzijn, met een soepele samenwerking tussen zorgprofessionals, sociaal werkers, naasten en vrijwilligers – zonder versnippering of bureaucratie. Vanwege het dreigende zorginfarct in 2040 en een toenemende zorgvraag, is integrale samenwerking tussen de domeinen gezondheid en welzijn noodzakelijk. Patiënten met uitgezaaid prostaatkanker worden geraakt op alle levensgebieden; daarom is naast medische zorg ook sociale ondersteuning cruciaal. Sociaal werkers zijn betrokken via individuele begeleiding en het versterken van de sociale basis in wijken (zoals maatjesprojecten en gezamenlijke activiteiten). Verpleegkundigen hebben vaak beperkte kennis van deze sociale basis, waardoor samenwerking met sociaal werkers onvoldoende van de grond komt. Zonder deze integratie dreigt versnippering, overbelasting en verminderde kwaliteit van leven voor patiënten. Met samenwerking ontstaat gezamenlijke verantwoordelijkheid en versterking van de sociale basis, wat leidt tot betere kwaliteit van leven en zorg. Het PD-traject beoogt systemische veranderingen op drie niveaus: 1. Verandering van systeemkenmerken: samenwerking tussen zorg en welzijn stimuleren, inclusief een verandering in beroepshouding. 2. Verandering op systeemniveau: ondersteuning anders organiseren door laagdrempelig samenwerken te bevorderen en beleidsmatige invloed aan te wenden. 3. Aanpassingen in de praktijk: interprofessionele samenwerking verankeren in opleidingen en praktijk, o.a. via proeftuinen, MDO’s en co-creatie.
In een maatjesproject wordt een deelnemer met een ondersteuningsbehoefte gekoppeld aan een vrijwilliger die deze ondersteuning kan bieden. Een professionele organisatie zorgt voor de werving, training, koppeling en ondersteuning van de maatjes. In een tijd van toenemende druk op de formele zorg en een toegenomen beroep op vrijwilligers, is de groeiende populariteit van maatjesprojecten niet verrassend. En juist in een tijd waarin leefwerelden steeds meer van elkaar gescheiden zijn, bieden maatjesprojecten mensen de mogelijkheid om ‘buiten de eigen bubbel’ te komen en ‘anderen’ te leren kennen. De ambitie van maatjesprojecten is om positieve veranderingen te realiseren. Maar welke impact hebben zij nu eigenlijk en hoe kunnen ze deze impact vergroten? Meerdere maatjesprojecten gaven aan dat hier een belangrijke kennisbehoefte voor hen ligt. Waar eerder onderzoek uitkomsten beschrijft voor deelnemers met een ondersteuningsbehoefte – zoals beter welbevinden, meer sociaal contact, en horizonverbreding – is er veel minder bekend over de uitkomsten voor vrijwilligers die hen ondersteunen. En hoewel bredere maatschappelijke impact vaak aannemelijk wordt geacht, is onderzoek hiernaar beperkt. In dit onderzoeksvoorstel, met als titel ‘Maatjes met Impact’ beschrijven we hoe wij aan deze kennisbehoefte willen bijdragen, met als centrale onderzoeksvraag: Welke impact hebben de maatjesprojecten op de deelnemers, de vrijwilligers en de bredere samenleving, en hoe kunnen de organisaties van de maatjesprojecten deze impact vergroten? We kijken op drie manieren naar impact. Eerst bekijken we impact vanuit 1) doeltreffendheid, dat gaat over vooropgestelde en beoogde doelen en 2) betekenisgeving, dat de bredere veranderingen omvat die betrokkenen zelf ervaren. Vervolgens stappen we over naar 3) vakmanschap: hoe kunnen maatjesprojecten verder professionaliseren en hun impact vergroten. We zetten hiervoor verschillende methoden in, zoals Theory of Change sessies, de Effectencalculator, interviews en vragenlijsten. Regelmatige leersessies faciliteren dat maatjesprojecten leren hoe zij hun eigen impact kunnen vergroten, en leren van elkaars ervaringen.