In de adolescentie en jongvolwassenheid zetten jongeren stappen om hun eigen plek in de samenleving te verwerven. Voor jongeren die kampen met psychosociale problematiek is dit geen vanzelfsprekendheid. Deze jongeren kunnen moeilijkheden ondervinden bij het afmaken van een opleiding, het vinden en behouden van werk, zelfstandig gaan wonen, omgaan met geld en het aangaan en onderhouden van sociale contacten die vragen om professionele ondersteuning. De vraag hoe deze ondersteuning het beste vormgegeven kan worden krijgt de laatste tijd veel aandacht. Gemeenten en organisaties voor jeugdhulp ontplooien verschillende initiatieven om tot een beter geïntegreerd aanbod te komen. Over wat de meest wenselijke invulling is van professionele begeleiding is echter weinig onderzoek voorhanden. Het onderzoek in deze rapportage is onderdeel van een groter onderzoek in de regio Amsterdam met als doel bij te dragen aan de verbetering van de ondersteuning van jongeren met psychische of gedragsproblemen in hun pogingen om een eigen plek te vinden in de maatschappij.
Samenvatting Een deel van de jongeren die in het jongerenwerk participeert ontvangt specialistische jeugdzorg, vanuit bijvoorbeeld verslavingszorg, jeugdreclassering, jeugd-ggz of intensieve gezinsbehandeling. Hoewel professioneel jongerenwerk voor een brede groep jongeren in kwetsbare situaties positief bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie, is er weinig bekend over de betekenis van het jongerenwerk voor jongeren die specialistische jeugdzorg ontvangen. Voor dit verkennende onderzoek zijn interviews afgenomen met: 1) zeven jongeren (16+) die specialistische jeugdzorg ontvangen en in jongerenwerk participeren; 2) zeven jongerenwerkers en 3) zes jeugdhulpverleners werkzaam in specialistische jeugdzorg. Een thematische analyse maakt inzichtelijk dat het jongerenwerk op vijf manieren van betekenis is voor jongeren in specialistische jeugdzorg. Jongerenwerkers zijn ten eerste toegankelijke gesprekspartners die deze jongeren motiveren om problemen serieus te nemen en daarbij professionele hulp te accepteren. Het jongerenwerk biedt deze jongeren daarnaast een omgeving om 2) betekenisvolle relaties op te bouwen, 3) hun zelfbeeld en eigenwaarde te versterken, 4) hun maatschappelijke participatie te vergroten en 5) ondersteuning te vinden om hun zelfstandigheid te vergroten. De resultaten maken inzichtelijk dat het jongerenwerk ook voor deze specifieke groep jongeren groeikansen biedt voor hun persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie. Daarnaast leert dit onderzoek dat participatie van deze doelgroep in het jongerenwerk een positieve invloed kan hebben op de jeugdhulpverleningsprocessen en -resultaten. Hiermee bieden de resultaten gemeenten en de jeugdzorg een beter begrip van hoe het jongerenwerk als preventieve voorziening van betekenis is voor jongeren in specialistische jeugdzorg en een bijdrage kan leveren om de druk op de jeugdzorg te verlichten.
MULTIFILE
Het project ‘Meedoen en erbij horen’ past uitstekend bij de kennisagenda van het kUS. Het project richtte zich op de maatschappelijke participatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking. Het project kon gerealiseerd worden dankzij een subsidie uit de Startimpuls JOIN, een onderdeel van de route Veerkrachtige en Zinvolle Samenlevingen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). De problematiek van deze jongeren wordt dikwijls onderschat. Hierdoor ontbreekt het soms aan adequate ondersteuning bij hun persoonlijke ontwikkeling. Participatie in school, werk en sociaal contact stagneert, wat gepaard kan gaan met schooluitval, gedragsproblemen en verslaving. En daardoor dreigend sociaal isolement.
De ingezette brede welvaart als maatschappelijke opgave vraagt om een inclusieve arbeidsmarkt en dwingt arbeidsmarktactoren daarvan werk te maken. Een inclusieve arbeidsmarkt is nodig vanwege de alsmaar veranderende arbeidsmarkt die vraagt om flexibiliteit, adaptiviteit en wendbaarheid van iedereen die wil en kan werken. Toch laat onderzoek naar de implementatie van de Wet banenafspraak bij de overheid zien dat doelen niet worden gehaald, stelt het SCP vast dat de huidige Participatiewet onvoldoende aansluit bij wat bijstandsgerechtigden nodig hebben en laat UWV-onderzoek zien dat er nog te veel mensen aan de zijlijn staan. Om doelgroepen met een ondersteuningsbehoefte volwaardig te kunnen includeren op de arbeidsmarkt, is betere samenwerking nodig tussen (professionals van) arbeidsmarktactoren van gemeenten, UWV, arbeidsorganisaties/werkgevers, sociale partners, kennisinstellingen en ervaringsdeskundigen. Het SPRONG-programma All4Talent richt zich op arbeidsmarktprofessionals, arbeidsorganisaties en samenwerkingsverbanden die er alles aan willen doen om een inclusieve arbeidsmarkt te realiseren, in bijzonder voor doelgroepen met een - al dan niet specifieke - ondersteuningsbehoefte. Het consortium heeft de ambitie om een ‘All4Talent-toolbox’ te ontwikkelen, die bestaat uit nieuwe kennis, best practices, producten en diensten alsook andere vormen van samenwerking. Met die toolbox zijn zowel publiek als private arbeidsmarktprofessionals (changemakers) beter in staat om barrières weg te nemen die arbeidsinclusie in de weg staan. All4Talent wordt uitgevoerd door de SPRONG-groep Hogeschool Arnhem Nijmegen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool Windesheim die al langjarig en stevig met elkaar zijn verbonden én consortiumpartners uit verschillende Arbeidsmarktregio’s die dezelfde ambities en doelen nastreven. All4Talent gaat in deze Arbeidsmarktregio’s fungeren als regisseur van alle inclusievraagstukken op de vier belangrijke transitiedomeinen van de arbeidsmarkt, namelijk: school-werk, arbeidsbeperkt-werk, werkloos-werk, niet-werkend naar werk en school-werk. De onderzoeksinfrastructuur wordt gevormd door leergemeenschappen: onbenut arbeidspotentieel, inclusieve organisaties, inclusieve arbeidsmarkt, wendbare professionals en inclusieve technologieën waarlangs nieuwe kennis in projecten wordt ontwikkeld. All4Talent-sluit aan bij de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen.
Kunstenaars zijn in staat om hun verbeeldingskracht in te zetten om onze blik te richten op nuances die we doorgaans makkelijk lijken te missen. Ze benaderen hun thematiek veelal uit een primaire intuïtie, maar zijn tegelijk in staat om middels een onderzoekende houding op nieuwe inzichten ten behoeve van maatschappelijke vraagstukken te komen. Een belangrijke factor hierin is dat kunstenaars zich niet laten leiden door pragmatisme of toepasbaarheid – zij zijn belangeloos en ontwikkelen geen letterlijke oplossing of direct toepasbaar product. Maar uit hun onderzoek en resultaat kunnen wel degelijk een onverwachte observaties, reflecties, waarden en resultaten tevoorschijn komen die in samenwerking met een onderzoekspraktijk vertaald kunnen worden naar concrete en opschaalbare methodes. Een van de centrale benaderingen van het lectoraat is de vorm van artistieke onderzoeksresidenties: kunstenaar-onderzoekers werken binnen een maatschappelijk gesitueerde context met wat ter plekke voorhanden is. Een basisregel is dat de residenties, hun vormen en doelen van onderaf ontstaan en hun eigen route volgen. Deze artistieke openheid is een methode op zichzelf. Met deze KIEM-aanvraag slaan het lectoraat Artistic Connective Practices, Wij West en ContourdeTwern de handen ineen om een jaar lang in Tilburg-West de verbinding met de gemeenschap, wijkbewoners, medewerkers en vrijwilligers te onderzoeken en te versterken. Door middel van artistiek onderzoek experimenteren de partijen met verschillende manieren van samenzijn ten behoeve van de sociale cohesie en leefbaarheid, met als doel hier concrete methodes voor toekomstig wijkgeörienteerd artistiek residentiewerk uit te destilleren. Wij West organiseert activiteiten vanuit de behoefte van de wijk en ondersteunt lokale initiatieven. ContourdeTwern is een welzijnsorganisatie met de focus op burgerparticipatie. Het lectoraat Artistic Connective Practices (Fontys Academy of the Arts Tilburg) richt zich op het begrip ‘artistieke connectiviteit’ als een lens naar artistiek onderzoek in relatie tot de maatschappij.
Steeds meer podiumkunstenaars ontwikkelen een artistieke uitvoeringspraktijk die bewust en actief verbinding maakt met de grote maatschappelijke transformaties; m.n. de omwenteling dat wij, mensen, onszelf moeten gaan begrijpen als deel van een groter aardesysteem. Klank, licht en beweging zijn dan niet alleen middelen, waarmee bijvoorbeeld het verhaal van klimaatverandering verteld wordt, maar klimaatverandering is een aanleiding om anders naar klank, licht en beweging zelf te gaan kijken. Toch vormen deze artistieke vernieuwingen voor de sector ook een probleem. Om te zorgen dat kunstenaar en publiek elkaar vinden moet er gecommuniceerd worden. Echter, de bestaande marketingcommunicatie in de het culturele veld voorziet momenteel niet in die behoefte. Daarom is praktijkgericht onderzoek nodig naar de vraag hoe professionele artistieke praktijken, die vernieuwende vormen van publieksinteractie ontwikkelen om maatschappelijke transformaties te bevorderen, zichzelf overtuigender en effectiever kunnen positioneren in het culturele veld? Uit een verkenning blijkt dat zowel makers als publiek kijken en luisteren zelf in feite al een vorm van publieksparticipatie vinden, en dat dit ook een middel is om diepgaande veranderingen in zowel individuele (cultuur)beleving als bredere maatschappelijke processen mogelijk te maken. Bovendien stelt het publiek al tijdens de voorstellingen continu verwachtingen bij en er zijn grote verschillen in de wijze waarop met niet vervulde verwachtingen wordt omgegaan. Alle betrokken erkennen dat deze bevindingen een kennishiaat blootleggen: er is meer en vooral andersoortige kennis nodig over publieksbeleving om een passende marketingcommunicatie te ontwikkelen voor dit type artistiek werk. Kennis die meer recht doet aan het onvoorspelbare en ambigue karakter van vernieuwend aanbod en een andere taal oplevert om hierover te spreken. Door de onderstroom van verwachtingen, die van invloed zijn op de publieksbeleving, zichtbaar en deelbaar te maken, ontstaan er nieuwe, concrete handvatten voor de marketingcommunicatie van culturele organisaties die podium werk maken of presenteren.