Ict is vrouwenwerk. Je krijgt geen vuile handen en je hoeft er de deur niet voor uit. De omgekeerde wereld? Niet in Maleisië. Vrouwen zijn daar goed vertegenwoordigd in de ict-sector en driekwart van de ict-studenten is vrouw. Dat zijn cijfers waar wij hier alleen van kunnen dromen. Maar het is geen rozengeur en maneschijn. Vrouwen in Maleisië hebben, ook in de ict, een achtergestelde positie. De strijd voor gendergelijkheid in de ict is universeel. Dat bleek tijdens het internationale congres 'Research on Women in ICT' in Kuala Lumpur. Een feest van herkenning in een wereld van verschil.
DOCUMENT
Om potentiële kopers in een vroeg stadium in stelling te brengen voor het maken van duurzame keuzes bij het aanschaffen of laten bouwen van een nieuwe woning, is het belangrijk om te weten welke factoren hierbij een rol spelen. In een samenwerkingsverband tussen de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool Groningen zijn deze factoren door middel van een literatuuronderzoek en een vooronderzoek in de praktijk onderzocht. Kennis is een belangrijke factor die in beide onderzoeken naar voren komt. Dit houdt in dat mensen eerder overgaan tot duurzame keuzes als ze weten wat die duurzame keuzes zijn en hoe ze die kunnen maken. In de praktijk blijkt dat potentiële kopers aangeven meer kennis te willen hebben. Hiernaast dienen mensen ook gemotiveerd zijn om duurzame keuzes te maken. Beide onderzoeken laten zien dat de waarden die men heeft van belang zijn. Belangrijke waarden blijken comfort, milieuvriendelijkheid en geld te zijn. Deze laatstgenoemde, geld, blijkt zowel motiverend als demotiverend te kunnen zijn: Men ziet de hoge investering als een groot nadeel, maar de lagere maandlasten en waardestijging als grote voordelen. Doordat er weinig onderzoek is gedaan naar het aanschaffen van duurzame woningen en de steekproef van het praktijkgerichte onderzoek van beperkte omvang was, is het van belang dat er in de toekomst verder onderzoek uitgevoerd wordt. Vervolgonderzoek zou meer licht kunnen schijnen op de vraag welke waarden van doorslaggevend belang zijn en hoe deze waarden effectief aangesproken kunnen worden. Met deze informatie kunnen aspirant kopers gestimuleerd worden bewuste, weloverwogen keuzes te maken voor een woning die wat betreft duurzame maatregelen optimaal aansluit bij hun specifieke situatie en behoeften.
DOCUMENT
In recent years, the importance of sustaining social innovation initiatives, onceinitiated, has gained increasing attention and, in particular, the role that design(ers) can play in this process. However, both the academic study and the practice of design and social innovation are currently lacking sufficient insight into how initiatives are sustained outside of experimental or academic settings and rarely move beyond the involvement of designers and/or researchers. The paper shares experiences from practitioners from Asia-Pacific that are operating in the real world, highlighting their precarious working conditions. The significance of building and maintaining healthy social relations in essential in this context, as these enable the weaving of a strong social fabric around the initiatives that will provide necessarily shelter and to endure long after the practitioners’ involvement. Therefore, facilitating the creation of meaningful social relations should be the key objective for design, instead of designing artefacts.
DOCUMENT
Van Hall Larenstein is een duurzame University of Applied Sciences, waar studenten worden opgeleid tot ambitieuze en innovatieve professionals en praktijkgericht onderzoek wordt uitgevoerd om een belangrijke bijdrage te leveren aan een duurzame wereld. Samen met partners uit het werkveld draagt VHL met onderzoek en kennisvalorisatie bij aan innovatieve en duurzame ontwikkelingen. De focus ligt hierbij op circulaire landbouw, water, gezond voedsel & gezonde voeding, bodem en biodiversiteit. Vanuit de verschillende lectoraten zijn deze thema’s uitgewerkt in onderzoekslijnen. Thema’s die de uitdagingen raken die onderdeel zijn van dé internationale duurzaamheidsagenda voor 2030: de Sustainable Development Goals (SDG’s). In dit boekje staan diverse aansprekende en illustratieve voorbeelden van afgesloten en lopende projecten uit binnen- en buitenland die gekoppeld zijn aan de SDG’s. Resultaten leveren niet alleen een bijdrage hieraan, maar ook aan het onderwijs.
DOCUMENT
Van 17 tot 26 november 2016 werd door medewerkers van het Lectoraat Rehabilitatie een werkbezoek afgelegd aan de Westkaap in Zuid Afrika. Eén onderdeel van het bezoek was de deelname aan het wereldcongres van de World Psychiatric Association, waarbij ook zelf een symposium over Begeleid Leren werd verzorgd. Een ander onderdeel waren werkbezoeken aan diverse (rehabilitatie)activiteiten in Wellington en omgeving.Het doel van het bezoek was om kennis over Begeleid Leren verder te verspreiden en om de al bijna 18 jaar bestaande samenwerkingsrelatie tussen het lectoraat Rehabilitatie en rehabilitatie- en herstelprogramma’s in de Westkaap te vernieuwen.
DOCUMENT
Den Haag en Genève zijn beide gastheer van vele Internationale Organisaties (IO’s) en non-gouvernementele organisaties (ngo’s). West-Europese, middelgrote steden kampen met toegenomen concurrentie op het gebied van het gastheerschap van organisaties als gevolg van de globalisering. Het doel van dit artikel is om Den Haag en Genève te vergelijken op het gebied van hun beleid ten aanzien van IO’s en ngo’s. Dit artikel behandelt de volgende onderzoeksvraag: Hoe is het beleid van Den Haag en Genève op het gebied van aantrekken en behouden van IO’s en ngo’s veranderd en op welke wijze kan de concurrentiepositie van beide steden worden verbeterd? De uitkomsten: Genève richt zich meer op het behouden terwijl Den Haag daarnaast ook focust op het aantrekken van organisaties. Genève is een omnivoor terwijl Den Haag zich vooral richt op thema’s als Vrede en Recht. Verbeterpunten zijn: internationale bereikbaarheid en medische voorzieningen (Den Haag), de woningmarkt en het parkeerprobleem (Genève), kinderopvang en het scheppen van discussiecentra (beide).
DOCUMENT
In 1999 werden de gratis kranten Metro en Spits in Nederland gelanceerd. Behalve die twee titels werden ook zes andere gratis dagbladen in Nederland gestart tussen 2000 en 2008. In 2007 bereikte de totale gratis oplage een hoogtepunt van bijna twee miljoen per dag. In dit artikel wordt de geschiedenis van de deze categorie kranten beschreven tegen de Europese achtergrond waar ook sprake is van een ‘levenscyclus’ met een snelle opkomst en een sterke sanering die tijdens de economische recessie inzette. Daarnaast wordt ingegaan op de voorlopers van deze mediasoort, op de lezers van gratis kranten en de gevolgen die gratis kranten op de totale krantenoplage in Nederland heeft gehad. Halfway the first decennium of the 21st century free newspapers in the Netherlands had a circulation of almost two million and were responsible for a third of the total newspaper circulation. Four national titles competed. They saw a quick rise and also a sudden decline after 2008. In 2015 only one national model remains. In this article we analyse this development against the European background as several countries in Europe show the same picture. Also the historical context of the global rise of free newspapers – going back to the late 19th century – and kickstarted in 1995 by Metro Sweden -is provided. As free newspapers rely only on advertising for income, a combination of economic recessions and fierce competition can be lethal. Free newspapers mainly compete among themselves which explained the sudden decline in the number of titles and circulation after 2008. Also the rise of digital media could be harmful for free newspapers as they provide a attractive alternative for young readers, the target group for free newspapers. There always has been a high overlap between the readership of free and paid newspapers, suggesting low substitution. Free newspapers seem to follow a pattern of a classic ‘life cycle’ model.
MULTIFILE
Kinderen buiten beeld. De leefsituatie van ongedocumenteerde kinderen in Nederland Dit artikel werpt licht op de omstandigheden waaronder kinderen zonder verblijfsstatus (ongedocumenteerde kinderen) opgroeien in Nederland en niet in beeld zijn bij de overheid. Het betreft uitgeprocedeerde kinderen en kinderen die nooit een asielaanvraag hebben ingediend. In beide gevallen gaat het om kinderen die met hun ouders een bestaan in de illegaliteit opbouwen. De data zijn afkomstig uit een studie naar de woon- en leefsituatie van 29 illegale kinderen tussen 6 tot 19 jaar oud. De kinderen benoemen problemen die gedeeltelijk samenvallen met die van andere kinderen in Nederland, ook kinderen die in armoede opgroeien. De problemen van ongedocumenteerde kinderen werken echter zwaarder door. Ook staan zij onder grote psychische druk. Ze leven met het geheim van hun juridische status, zijn bang door de politie te worden opgepakt, weten niet wie ze kunnen vertrouwen en ervaren hun toekomst als ongewis.
DOCUMENT
Meisjes en vrouwen vormen een onbenut potentieel voor ict-opleidingen en -functies. De instroompercentages van vrouwelijke studenten verschillen per type ict-opleiding, maar is gemiddeld laag. Ook in vergelijking met andere (Europese) landen blijft Nederland achter wat betreft de participatie van vrouwen in ict. De relatieve afwezigheid van meisje en vrouwen in ict in Nederland was altijd al opvallend, maar vormt in deze tijd een steeds urgenter economisch probleem. De prognoses laten zien dat er binnen enkele jaren weer een groot tekort aan ict'ers is. Dat tekort vormt een bedreiging voor de Nederlandse ambitie om een sterke kenniseconomie te worden en om te behoren tot de Europese voorhoede op het terrein van onderwijs, onderzoek en innovatie. Nu de overheid, werkgevers en het onderwijs de handen ineen slaan om wezenlijke veranderingen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt door te voeren om het negatieve imago van ict te doorbreken, is het zaak dat het genderperspectief hierbij vanaf het begin wordt meegenomen. Immers, alleen wanneer de vernieuwingen ook oog hebben voor en rekening houden met relevante verschillen tussen meisjes en jongens, zullen er meer meisjes gaan instromen in ict-opleidingen. Zo niet, dan richt het beleid zich als vanzelf op de grootste gemene deler, en in de ict-opleidingen en -functies zijn dat jongens en mannen. Voor meisjes en vrouwen is dat beleid dan niet of veel minder effectief. In de afgelopen jaren is veel kennis met betrekking tot 'meisjes/vrouwen en ict' ontwikkeld. Er waren pilots en projecten in Nederland, maar ook experimenten in het buitenland. In dit startdocument passeren veel van deze inzichten de revue.
DOCUMENT
Voor ict-opleidingen aan hogescholen en universiteiten valt er bij de meisjes nog veel te winnen. Er kiezen namelijk veel minder meisjes dan jongens voor een ict-vervolgopleiding. De voorlichting ook op meisjes afstemmen is noodzakelijk, maar niet voldoende. Het gaat niet alleen om de 'verpakking'. En het is ook niet zo dat meisjes vaker voor ict kiezen als ze beter geïnformeerd zijn. Juist ook de inhoud, de onderwijskundige vormgeving en de cultuur van ict-opleidingen moeten aantrekkelijk zijn, willen meisjes ervoor kiezen, willen ze de opleiding met succes doorlopen en uiteindelijk hun entree maken op de ict- arbeidsmarkt. Kortom, de instroom van meer meisjes is belangrijk, maar ook de doorstroom en een succesvolle uitstroom naar de arbeidsmarkt. Tips om te zorgen voor meer instroom van meisjes staan in het startdocument van Ict-STER. Dit kennisdocument richt zich op het verbeteren van de doorstroom en het verminderen van tussentijdse uitval van meisjes. Om effectieve strategieën te bedenken is het nodig om de onderliggende problemen te begrijpen. Hoofdstuk 1 beschrijft inzichten uit (recent) onderzoek op het gebied van gender en ict. In hoofdstuk 2 staan strategieën om te zorgen voor meer diversiteit in opleidingen. Per aspect staat beschreven wat instellingen kunnen doen om hun ict-opleiding aantrekkelijker te maken voor een brede doelgroep. Na de beknopte conclusies in hoofdstuk 3 volgt hoofdstuk 4 met een set 'do's' en 'don'ts' in de vorm van aanbevelingen. Voor wie zich verder wil verdiepen in het onderwerp gender en ict, is aan het einde een uitgebreide literatuurlijst opgenomen.
DOCUMENT