De Franstalige term 'acquis' staat voor een document waarin 'verworven kennis' en 'ervaring' overzichtelijk bij elkaar wordt gebracht. De onderwijsraad wil in de vorm van een 'acquis' de balans opmaken van tien jaar adviezen en verkenningen op het gebied van ''besturing en organisatie van onderwijs'. Eerder heeft de onderwijsraad zelf een dergelijk acquis gemaakt op het gebied van onderwijs en sociale samenhang (Onderwijsraad, 2007). Het gaat om de volgende onderzoeksvraag: wat heeft kennis en beleidsvorming over bestuur en organisatie van onderwijs bij de Onderwijs in 10 jaar tijd opgeleverd?
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft onderzoek naar de rol die Enterprise Architectuur kan hebben bij het verduurzamen van een organisatie van hoger onderwijs. Hierbij zijn de volgende producten opgeleverd: - Een overzicht van relevante literatuur met betrekking tot Enterprise Architectuur en Duurzaamheid. - Een overzicht van de rol die Enterprise Architectuur speelt in geselecteerde organisaties en instellingen voor Hoger Onderwijs. - Een validatie van de beschreven ‘best practices’. - Lesmateriaal over de rol van Enterprise Architectuur en Duurzaamheid. Uit het onderzoek blijkt dat de rol van Enterprise Architectuur bij het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen op dit ogenblik nog gering is. Wel zien de geïnterviewde architecten en duurzaamheidscoördinatoren op termijn een grotere rol weggelegd voor Enterprise Architectuur.
DOCUMENT
Het Ministerie EZK en Topsector Energie hebben NWO gevraagd een onderzoek uit te zetten naar de marktorganisatie van het Nederlandse energiesysteem in 2050 en tijdens de energietransitie. Deze organisatie regelt de governance van het systeem o.b.v. een politieke visie (het Nationale Plan Energiesysteem), juridische afbakening en economische prikkels. Het onderzoek herontwerpt de marktorganisatie omdat het energiesysteem in 2050 grotendeels zal bestaan uit andere energiedragers dan momenteel. Daar horen andere productie-, transport- en afleversystemen bij met een passende marktorganisatie. Het marktontwerp wordt gemaakt o.b.v. best beschikbare kennis; de rol van de hogescholen is om de verbinding met de marktpraktijk te borgen.
Nederlandse zorgorganisaties hebben - mede door de corona-uitbraak - te maken met personeelstekorten, oplopend verzuim, een hoge werkdruk en een toename van psychische klachten onder medewerkers. In 2019 gaf bijna 44 procent van alle zorgmedewerkers aan een hoge tot zeer hoge werkdruk te ervaren. Psychische klachten onder zorgmedewerkers zijn in 2018 met 40% toegenomen en 37% heeft een burn-out gehad. En sinds de corona-uitbraak ervaart 70% van de zorgmedewerkers een toename in mentale belasting. Een belangrijk risico voor de psychische gezondheid zijn ook slaapproblemen. Gegeven bovengenoemde ontwikkelingen is het van groot belang dat zorgorganisaties investeren in de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers. Werkplekinterventies spelen hier een belangrijke rol in, omdat ze de gezondheid, vitaliteit en welbevinden van medewerkers kunnen vergroten. Innovatieve werkplekinterventies richten zich steeds vaker op werkdruk en slaap. Onderzoek naar het effect van dit soort interventies op de vitaliteit van zorgmedewerkers is echter schaars. En daarbij ondervinden organisaties vaak nog belemmeringen bij het implementeren van dit soort interventies. Veelgenoemde belemmeringen zijn: 1) het ontbreken van integraal gezondheidsbeleid; 2) onvoldoende (financiële) middelen; 3) onvoldoende communicatie en 4) tijdgebrek. Inzoomend op de provincie Utrecht zien we bij de zorgorganisaties aangesloten bij Utrechtzorg (arbeidsmarktorganisatie voor Zorg en Welzijn) eenzelfde beeld. Ook zij hebben te maken met personeelstekorten, oplopend verzuim, een hoge werkdruk en een toename van psychische klachten onder medewerkers. Dit project heeft daarom als doel om: 1) zorgorganisaties aangesloten bij Utrechtzorg te ondersteunen bij het succesvol implementeren van een gecombineerde werkplekinterventie gericht op werkdruk en slaap; 2) de effectiviteit van deze gecombineerde werkplekinterventie op de vitaliteit van zorgmedewerkers te onderzoeken en 3) de hiermee opgedane kennis en ervaring te delen met de gehele Nederlandse zorgsector.