Dit artikel is het derde deel van een drieluik over media, sport en ethiek in BVVS-Netwerk. In het eerste deel hebben we allerlei ontwikkelingen met betrekking tot de sportmedia in beeld gebracht (julinummer BVVS-Netwerk). In het tweede deel is het fenomeen 'mediasport' behandeld. In dit afsluitende artikel behandelen we een aantal ethische aspecten van sportmedia en mediasport. In dit artikel zullen de volgende zaken aan de orde komen: - de ethische invloed van sportmedia op de sportwereld; - de ethische invloed van de sportmedia op de sportmediaconsument; - de ethische invloed van de sportmedia op de samenleving en op de jeugd; - sportsterren als rolmodel en de bijdrage van de sportmedia daarbij.
DOCUMENT
De socioloog Ruud Stokvis definieert mediasport als 'de door sport- marketing- en omroeporganisaties op commerciële basis voor televisie geconstrueerde topsport, zoals die aan het kijkerspubliek wordt aangeboden." Dit artikel is het tweede deel van een drieluik over media, sport en ethiek. In het eerste artikel zijn allerlei ontwikkelingen met betrekking tot de sportmedia in beeld gebracht (julinummer BVVS-Netwerk). In dit artikel besteden we aandacht aan 'mediasport'. Als afsluiting behandelen we in een volgend nummer van BVVS-Newerk (juni 2007) een aantal ethische aspecten van sportmedia en mediasport, waarbij we ook nadrukkelijk de rol van de sportjournalistiek zullen belichten. De opzet van dit artikel is als volgt: eerst maken we duidelijk wat 'mediasport' is. Daarbij geven we aandacht aan kenmerken, opkomst en ontwikkeling van mediasport. Vervolgens introduceren we het begrip spectacularisatie': het aantrekkelijk maken van de mediasport. Daarna laten we zien wat de rol is van de sportmedia bij spectacularisatie. We ronden af met de rol van sportorganisaties bij spectacularisatie
DOCUMENT
Dit artikel is het eerste deel van een drieluik over media, sport en ethiek. In dit artikel gaan we dieper in op de sportmedia. In een vervolgartikel (het decembernummer van BVVS-Netwerk - 2006) zullen we aandacht besteden aan 'mediasport': "de door sport-, marketing- en omroeporganisaties op commerciële basis voor televisie geconstrueerde topsport, zoals die aan het kijkerspubliek wordt aangeboden." Vervolgens zal in een afrondend artikel (BVVS Newerk juli 2007) aandacht worden gegeven aan de ethische aspecten van sportmedia, waarbij we ook nadrukkelijk de rol van de sportjournalistiek zullen belichten. Dit artikel zal verschijnen in het BVVS-netwerk van juni 2007.
DOCUMENT
In deze derde, geheel herziene herdruk komen de volgende onderwerpen aan de orde: betalen voor informatie, undercoverjournalistiek, verborgen camera, bronbescherming. Welke regels en discussies zijn er omtrent de privacybescherming van verdachten en veroordeelden? En hoe zit het met slachtoffers van ernstige delicten? Hoe gaan de media om met racistische uitingen en extremistische groeperingen? Wanneer publiceer je schokkende beelden? Waar liggen de grenzen bij digitale manipulatie van nieuwsfoto's? Welke ethische kwesties dienen zich aan in de internetjournalistiek en op weblogs? Waar liggen de morele grenzen voor communicatiedeskundigen en reclamemakers? Welke ethische vragen zijn er rond amusementsprogramma's? Elk hoofdstuk wordt afgesloten met enkele studeer- en discussievragen.
DOCUMENT
Waarop berust de vakethiek van de journalist, wat houdt ze zoal in en wie ziet toe op de naleving ervan?
DOCUMENT
Het boek geeft een systematische inleiding in de ethiek van sportorganisaties en de disciplines die daarin een belangrijke rol spelen zoals sportmarketing, sportmarketingcommunicatie, sportsponsoring en sportmedia. De methode is ontwikkeld met het oog op de competenties die samenhangen met de beroepsprofielen van bachelors en masters die opleiden voor functies binnen sportorganisaties: sportmarketeers, sportmanagers, sporteventmanagers, sportcommunicatiedeskundigen en sportbeleidsmedewerkers. Inhoud: H1 Wat is ethiek? H2 Wat is sportbusinessethiek? H3 Wat mogen we van een sportorganisatie verlangen op ethisch gebied? H4 Strategische sportmarketing en ethiek H5 Tactische sportmarketing en ethiek H6 Sportmarketingcommunicatie en ethiek H7 Sportsponsoring en ethiek H8 Media, sport en ethiek H9 Stappenplan ethiek en sportbusiness H10 Debatteren over sportbusiness In Sportbusiness en ethiek worden tientallen spraakmakende cases behandeld zoals FC Barcelona en Unicef, de OMO Buitenspeelbond, de Heineken Luidsprekerhoed, Feyenoord en een grote geldschieter, SuperKicks, Nike en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, het RABO Wielerplan, de Nijmeegse Wandelvierdaagse van 2006, Joey Cheek en Right To Play, Richard Krajicek en het ABN AMRO World Tennis Toernooi, etc. Auteur van deze uitgave is Jan de Leeuw, secretaris van de Businessclub Vrienden Van SPECO (BVVS) en hogeschooldocent voor ethiek aan de opleiding SPECO van FEHT. Aan deze uitgave werd meegewerkt door Mohammed Allach (MaroquiStars en VVV Venlo), Marcel Beerthuizen (TBWArand Experience Company), Sven van den Berg (Fontys SPECO), Maarten van Bottenburg (W.J.H. Mulierinstituut en Fontys SPECO), Paula Etman (Right To Play), Huub Evers (Fontys Hogeschool Journalistiek), Ronald Jeurissen (Nijenrode Business Universiteit), Jacinta Kannekens (TDL), Thijs Kemmeren (Fontys SPECO), Tessa Kocken (NCDO-Sport), Bert Nederlof (Voetbal International), Fred Peters (Nederlandse Culturele Sportbond), Marcel Sturkenboom (NOC*NSF), Carole Thate (Johan Cruyff Foundation), Wim de Vries (Fontys Economische Hogeschool Tilburg), Hans Westerbeek (La Trobe University Melbourne) en Raf Willems (Stichting 'Meer dan Voetbal') Ook SPECO-afgestudeerden waren betrokken bij de totstandkoming van dit boek: Arjen de Ruyter (20Knots), Femke Tack (Life Fitness) Wouter Takes (FC Klap), Edgar de Veer (Global Sports Communication) en Barbra Wegkamp (WP Sports Media, VI).
DOCUMENT
Het regelen van je digitale nalatenschap is nog iets wat in de kinderschoenen staan, en weinig mensen denken eraan wanneer ze familiezaken regelen bij een notaris. Basale dingen als ‘wat gebeurt er met mijn e-mailaccount, social media of dating-app profielen’ zijn vaak niet geregeld.
LINK
Voor veel mensen is het internet inmiddels een medium dat niet meer weg te denken valt uit hun dagelijks leven. Wereldwijd gaat het aantal mensen dat beschikt over een internet-aansluiting, naar de 500 miljoen. In ons land maken ruim acht miljoen mensen minstens eenmaal per kwartaal gebruik van het internet. Een groot gedeelte van deze mensen gebruikt het web ook voor hun informatievoorziening. Dat kan door digitale kranten te raadplegen; vrijwel alle dagbladen hebben een online versie waartoe men wereldwijd toegang heeft en die (nu nog) gratis toegankelijk zijn. Daarnaast zijn er talrijke nieuwssites die niet zijn voortgekomen uit de traditionele dagblad- of omroepsector en die, enkel drijvend op inkomsten uit reclameboodschappen, dagelijks hun algemeen of gespecialiseerd nieuws brengen. Zo is inmiddels naast de dagblad-, radio- en televisiejournalistiek een nieuwe, vierde vorm van journalistiek ontstaan met eigen kenmerken als interactiviteit en hypertextualiteit. Brengt deze nieuwe vorm van journalistiek ook nieuwe morele vragen met zich mee die kenmerkend zijn voor deze manier van journalistiek bedrijven? Of zijn het de klassieke kwesties, nu in een elektronisch jasje? En hoe gaat de journalistieke beroepsgroep om met eventuele nieuwe vragen? Welke antwoorden hierop zijn inmiddels geformuleerd? Welke vormen van zelfregulering zijn of worden ontwikkeld? Dat zijn de vragen die centraal staan in de publicatie "Internetjournalistiek, nieuwe ethische vragen?" van Huub Evers, hoofddocent media-ethiek aan Fontys Hogeschool Journalistiek Tilburg en docent communicatie-ethiek aan de UvA.
LINK
De geruchtmakende uitzending van Peter R. de Vries op 3 februari 2008 over de raadselachtige verdwijning van Natalee Holloway heeft naast psychologische en strafrechtelijke ook media-ethische vragen opgeroepen. Zo is er de vraag wanneer je in een informatief programma gebruik mag maken van de verborgen camera. En mag je iemand interviewen wanneer je merkt dat hij stoned is? Moet zo iemand niet tegen zichzelf in bescherming worden genomen? Wat te doen wanneer je als redactie tot de conclusie komt, dat iemand een pathologische leugenaar is? Moet je dat dan niet minstens expliciet in de uitzending melden? Zonder twijfel was er sprake van wat wel 'trial by media' genoemd wordt: los van de strafrechtelijke schuld en veroordeling is er de veroordeling door de media bij wijze van volksgericht. Voor het grote publiek is Joran van der Sloot de schuldige. De schandpaal staat niet meer op het marktplein, maar in onze huiskamers.
LINK
Dit is het verslag van een internationale conferentie voor vertegenwoordigers van faculteiten journalistiek en communicatie in katholieke universiteiten. De driedaagse, eind mei 2008 gehouden in Rome, had als thema "De identiteit en missie van faculteiten journalistiek en communicatie in katholieke universiteiten. Samen met de hele kerk kijken naar de toekomst van de communicatie". Er waren ongeveer negentig deelnemers uit veertig landen. Zij vertegenwoordigden samen ruim vijftig instituten. De Aziaten en Afrikanen waren in de meerderheid. Opvallend weinig deelnemers waren er uit Oost-Europa. Twee dingen vielen van meet af aan op. De plaats van de katholieke kerk in de samenleving en in de universitaire wereld is in de meeste landen volstrekt anders dan in het seculiere Nederland. Opvallend was eveneens het grote verschil in visie op journalistiek. In een aantal landen (Birma, Zimbabwe) is journalistiek letterlijk een levensgevaarlijke onderneming.
DOCUMENT