Uit diverse onderzoeken is naar voren gekomen dat de oudere patiënt extra kwetsbaar is voor medicatiegerelateerde problemen en sneller last van bijwerkingen heeft dan jongeren.Naar de manier waarop ouderen omgaan met hun medicatie is echter nog weinig onderzoek gedaan. Het doel van deze studie was inzicht te krijgen in de manier waarop oudere patiënten hun geneesmiddelengebruik en de begeleiding en voorlichting daarbij organiseren. Tevens is onderzocht in hoeverre deze patiënten therapietrouw waren en of er een relatie was tussen de woonvorm en de wijze waarop patiënten hun medicatiegebruik organiseerden.
DOCUMENT
Oudere patiënten slikken, als ze meerdere chronische ziekten hebben, vaak heel wat pillen op een dag. Maar wie houdt bij patiënten die thuis wonen het overzicht over al die verschillende medicijnen? Van de bijwerkingen? En of die pillen wel doen wat ze moeten doen? Verpleegkundige Nienke Dijkstra (33) onderzocht hoe in de wijk wordt omgegaan met medicatie en keek naar de rol van verpleegkundigen daarbij.
LINK
Laaggeletterdheid is een probleem in de gezondheidszorg, bijvoorbeeld bij medicijngebruik. Voor een grote groep mensen is het lastig om zich staande te houden in de huidige gezondheidszorg; deze patiënten hebben moeite met het begrijpen van informatie over hun ziekte, met het vinden van hun weg in de zorg, met het begrijpen van de voorlichting die hun zorgverlener geeft en met zelfmanagement van chronische aandoeningen.
DOCUMENT
Werkboek 5 uit de reeks "Eigen Regie en Herstel" gaat over de voor- en nadelen van de effecten van medicijngebruik. Het Steun-Stress Kracht-Kwetsbaarheidsmodel welke factoren invloed hebben op het ontstaan van psychische klachten. Stress en kwetsbaarheid vergroten het risico op klachten. Medicatie kan de symptomen van psychische stoornissen onderdrukken. Als de klachten minder worden, neemt de ruimte voor herstel toe. Deze publicatie is een bewerkte, geautoriseerde vertaling van “Illness management and recovery: Personalized skills and strategies for those with mental illness” van Gingerich, S., Mueser, K. T., & New Hampshire-Dartmouth Psychiatric Research Center (2011). ISBN: 978-1616491062 Uitgever: Hazelden Foundation, Center City, MN 55012, USA.Nederlandse vertalingLaura Stalenhoef (Saxion, student TP)Marijke Brugman (Saxion; Netwerk IMR)Rieke Kamman (Dimence Groep)Grietje Meinen (RIBW Groep Overijssel; Netwerk IMR)Redactie/EditorAd Bergsma (Saxion Hogeschool)Hanneke Teunissen (Saxion Hogeschool)BewerkingAd Bergsma (Saxion Hogeschool)Ingrid Stevelmans (GGzE)Marijke Brugman (Saxion Hogeschool)Trudy Sterk (Zorggroep Apeldoorn en omstreken)Titus Beentjes (Dimence Groep)Jos Droës (Stichting Rehabilitatie '92)Petra Schaftenaar (Inforsa)Peter Pierik (Saxion Hogeschool)Kim Mueser (Department of Occupational Therapy, Boston University)Susan Gingerich (Independent Consultant, Philadelphia, PA, United States)IllustratiesIris de Rooij
MULTIFILE
Abstract Educational escape rooms (EERs) are live-action, team-based games used to teach content-related and generic knowledge and skills. Instead of students just playing the EER, we believed that giving them the opportunity to create their own EERs would augment the learning efects of this teaching method. We report on the feasibility, evaluation, and lessons learned of our assignment on an opioid epidemic-based EER. This original teaching method appealed to most students, but the workload was evaluated to be too high. Our lessons learned include the need for sufcient (extrinsic) motivation, careful explanation of the assignment, and small group sizes.
MULTIFILE
2:40 Interview met Nienke Dijkstra over de Rode Vlaggen app, die helpt bij het signaleren van geneesmiddelgerelateerde problemen.
LINK
Het doel van het dit onderzoek is om inzicht te krijgen in het gedrag van burgers in NoordNederland met betrekking tot het omgaan met ongebruikte medicijnen. Deze inzichten kunnen worden gebruikt om media-gedragsinterventies te ontwerpen die burgers stimuleren om ongebruikte medicijnen in te leveren bij een apotheek of de milieustraat. Het onderzoek is uitgevoerd door het lectoraat Transformational Media van NHL Stenden Hogeschool en maakt deel uit van het door SNN-gesubsidieerde project "Medicijnresten uit Water", een samenwerkingsproject van het Netwerk Medicijnresten uit water Noord-Nederland. Dit is een brede samenwerking van 20 partners uit de zorg-, water- en kennissector, geleid door het HANNN (Healthy Ageing Network Noord-Nederland), met als doelstelling om medicijnresten in het water te verminderen door een Mcross-sectorale samenwerking.
DOCUMENT
Verslag van het project Samenredzaam. Drie best practices, uitgevoerd door het Netwerk Utrecht Zorg Ouderen (NUZO) om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig en prettig te kunnen laten wonen in hun dagelijkse omgeving.
DOCUMENT
Doel onderzoek Het doel van voorliggend onderzoek is om in kaart te brengen welke kosten ontstaan door schulden en waar die kosten neerslaan. Kosten zijn in dit kader heel eng opgevat, te weten: ‘uitgaven in euro’s’. Iedereen die ervaring heeft met schuldenproblematiek of bekend is met mensen met schulden weet dat de kosten van schuldenproblematiek ook immaterieel zijn. De waarde van zaken zoals chronische stress, fysieke en mentale gezondheidsproblemen, gevoelens van schaamte en eenzaamheid zijn moeilijk in euro’s uit te drukken. Toch is in dit onderzoek geprobeerd de kosten van schuldenproblematiek zoveel als mogelijk in euro’s uit te drukken. Inzicht daarin is relevant omdat er in het publieke debat een stevige roep klinkt om de schuldenproblematiek terug te dringen. Het aanpakken van problemen vraagt niet alleen politiek en maatschappelijk draagvlak. Het vraagt ook investeringen. Zicht op kosten kan een bijdrage leveren aan de afwegingen welke investeringen gepleegd worden om met welke maatregelen en welke zekerheden dan ook een probleem aan te pakken. Schulden leiden tot substantiele kosten Om in beeld te brengen tot welke kosten schuldenproblematiek leidt en waar die kosten neerslaan, is een literatuurstudie verricht. Er is in kaart gebracht welke kosten schuldenproblematiek veroorzaakt. Indien beschikbaar zijn de kosten uitgedrukt in euro’s. In het totaal leverde het onderzoek 43 posten op waar schuldenproblematiek kosten veroorzaakt. Voor 19 posten geldt dat in beeld gebracht kon worden welke kosten daarmee gemoeid zijn. De optelsom komt uit op €8,5 miljard. Ruim de helft daarvan ligt bij werkgevers en ontstaat door lagere arbeidsproductiviteit en verzuimkosten. Ook voor oninbare vorderingen en kosten van uitkeringen worden hoge kosten geschat. Het is niet mogelijk om in te schatten welke waarde de 24 ontbrekende posten bij benadering hebben, maar het is duidelijk dat daar ook grote posten als (een deel van de) bijzondere bijstand, gezondheidszorg door specialisten en bijdragen van vrijwilligers en goede doelen bijhoren. De belangrijkste conclusie die dit onderzoek oplevert, is dat schuldenproblematiek leidt tot (zeer) substantiële jaarlijkse kosten op heel veel verschillende terreinen. Kanttekening Onder een berekening van de kosten van schuldenproblematiek ligt bijna onvermijdelijk de hoop dat als de schuldenproblematiek wordt opgelost al deze kosten worden bespaard. Dit is een illusie. In Nederland is veel terrein te winnen op zowel het voorkomen van schulden als het - als deze toch ontstaan - oplossen van schulden. Het is weliswaar aannemelijk dat een substantieel deel van de in dit onderzoek gepresenteerde kosten kunnen worden voorkomen door preventie van schuldenproblematiek én het tijdig oplossen van schulden. Tegelijkertijd is het ten aanzien van het oplossen schulden van belang om bij deze bijna onvermijdelijke en terechte hoop een kanttekening te plaatsen. Want, het wegnemen van schulden betekent niet automatisch dat alle in dit rapport opgevoerde kosten verdwijnen. Hier liggen drie oorzaken aan ten grondslag. Ten eerste, schuldenproblematiek kent vele achterliggende oorzaken. Het structureel oplossen van schuldenproblematiek vergt dat de achterliggende oorzaken van schuldenproblematiek worden aangepakt. Anders ontstaat immers het risico dat schuldenproblematiek verwordt tot een draaideurfenomeen. Ten tweede, schulden maken deel uit van een kluwen aan problemen. Binnen een kluwen aan problemen is het veelal niet mogelijk het precieze aandeel van de schulden aan te wijzen. Het wegnemen van schulden zal er niet per definitie toe leiden dat alle met de schulden samenhangende problemen verdwijnen (en dus dat die kosten wegvallen). Ten derde, het is van belang te realiseren dat sommige problemen lang kunnen doorwerken in het leven van mensen, zoals bijvoorbeeld mentale problemen (depressie, PTSS) die zijn ontstaan door schuldenproblematiek. 8 Beperkingen Bij het lezen van de resultaten is het van belang om drie beperkingen in het achterhoofd te houden. In de eerste plaats heeft het onderzoek veel inzicht opgeleverd in de kosten die schulden veroorzaken, maar is dat op veel deelterreinen niet gelukt. De opgenomen totale kosten vormen dan ook een stevige onderschatting. Ten tweede zijn maar voor een zeer beperkt deel van de kosten zijn de daadwerkelijke kosten van schuldenproblematiek beschikbaar. Voor het merendeel van de gepresenteerde kosten geldt echter dat het schattingen zijn. Tot slot is vanwege het gebruik van stevige aannames en/of het combineren van gegevens uit verschillende onderliggende bronnen gekozen voor optimale transparantie. Dat betekent concreet dat de berekeningen in onaangepaste vorm worden gepresenteerd, zonder update naar een recent jaar, afronding (met uitzondering van de overzichtstabel) of (niet op feiten gebaseerde) intervalschattingen. Relatie tot andere onderzoeken Het verrichte onderzoek is het eerste in haar soort. Niet eerder werd op deze manier in beeld gebracht op welke terreinen schuldenproblematiek welke kosten veroorzaakt en hoe deze kosten tot stand komen. Wel werden er eerder onderzoeken verricht naar de kosten van de aanpak van schulden of de kosten en baten van schuldhulpverlening. Het meest geciteerde onderzoek in dat kader is afkomstig van de Argumentenfabriek en dateert uit 20201. In dit veel geciteerde rapport staat dat de kosten van problematische schulden €17 miljard bedragen. De claim is gebaseerd op onderzoek door APE uit 20112. In dat onderzoek is de €17 miljard echter niet te herleiden. Andere onderzoeken hadden enkel betrekking op de kosten in bepaalde domeinen. In dit licht kunnen de rekensommen in het voorliggende rapport op basis van bestaande literatuur en data worden beschouwd als een belangrijke brede onderbouwing van de kosten van schuldenproblematiek in Nederland.
DOCUMENT
De Nederlandse samenleving staat voor de uitdaging om zorg en sociale ondersteuning toegankelijk en betaalbaar te houden. Het aantal zorgvragers, hulp,- en ondersteuningsbehoeftigen neemt toe. Daarbij geldt ook dat de complexiteit van deze hulpvragen verder toeneemt, terwijl het potentieel aan professionals, mantelzorgers en vrijwilligers flink daalt. Lokale overheden, het bedrijfsleven, kennisinstellingen, sociaal werk, welzijns-, en zorgorganisaties hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze uitdaging het hoofd te bieden. Belangrijke uitgangspunten zijn preventie, bevorderen van veerkracht en eigen regie, zelfredzaamheid, het bieden van gepersonaliseerde zorg, optimalisatie van de inzet van professionals en tijdige zorg en ondersteuning.Er wordt ingezet op verschillende oplossingsrichtingen voor het haalbaar en betaalbaar houden van de zorg, namelijk zorg aan huis en aansluiting op informele netwerken van inwoners. Het concept Buur & Zo past daar naadloos bij, het is een samenwerking tussen zorg, welzijn en logistiek en richt zich op de kwetsbare inwoners in de wijk. Buurtconciërges zijn een verbindende schakel in het concept, een vast en vertrouwd gezicht in de wijk. Door kennis van de aanwezige voorzieningen in de eigen buurt kan een buurtconciërge een inwoner helpen, door informatie te geven of een link te leggen met een sociaal werker verbonden aan het Preventie Team. Logistiek is daarbij een middel om bij mensen thuis te komen. Buurtconciërges richten zich van “mens tot mens” op inwoners, ze bezorgen goederen, maken een sociaal praatje, signaleren vragen en behoeften, vervullen kleine diensten en stimuleren om mee te doen aan activiteiten in de wijk om zo de sociale cohesie en sociale basisinfrastructuur te versterken. Het gaat hierbij vooral om het ‘voorliggende’ en sociale component en niet over zorg of Wmo. Een belangrijk onderdeel van de sociale basis is het voorliggende dat sterk inzet op de zelfredzaamheid van mensen en het leven dat ze willen leven, waardoor mensen zo laat mogelijk in beeld komen in het zorgdomein.Sinds de operationele start van Buur&Zo in februari 2021 zijn er liefst 3300 leveringen geweest door de buurtconciërges. Momenteel (november) zijn er circa 700 leveringen per maand voor de beide wijken waar Buur&Zo draait, gemiddeld komen de buurtconciërges 2x per week langs bij inwoners. Er zijn in deze relatief korte tijd bijna 400 unieke adressen in beeld gekomen. Van al deze leveringen is 80% echte contact momenten en 20% brievenbus leveringen. Niet alle contactmomenten zijn even uitgebreid de één duurt langer dan de ander, maar alle mensen worden gezien en gehoord. De 20% brievenbus leveringen blijven ook in zicht bij de buurtconciërges en er wordt geprobeerd om toch contact te leggen. Door aan te bellen, aandacht te geven en vertrouwen te winnen, worden de signaleringen steeds verder uitgebreid. Buurtconciërges gaan soms ook zonder levering even langs bij een bewoner om een praatje te maken, of om een eerder mogelijk verontrustend signaal even te checken. Omdat ze een vast gezicht zijn geworden herkennen de inwoners hen.Het concept Buur&Zo sluit zoveel mogelijk aan bij de bestaande sociale infrastructuur en zoekt samenwerking met de voorzieningen in de wijk. Deze verbinding cruciaal, datgene wat er op wijkniveau reeds aanwezig is, zoals buurtcentra en voorzieningen, activiteiten (in)formele zorg en professionele ondersteuning vanuit de sociale teams van de gemeente, vrijwilligersnetwerken en diensten wordt met elkaar verbonden.
MULTIFILE