Veel van onze favoriete voedingsmiddelen zijn gefermenteerd: brood, kaas, yoghurt, chocolade, koffie, olijven, salami, zuurkool, wijn, bier. De techniek van fermenteren is eeuwenoud en geniet een toenemende belangstelling. Wat gebeurt er in een product, tijdens een fermentatieproces, op het niveau van micro-organismen en moleculen? Hoe ontstaan de complexe smaken? Zijn gefermenteerde producten veilig en gezond? Welke rol kan fermentatie spelen in duurzame voedselproductie? Deze reader geeft antwoorden op deze vragen. Toepassing als onderwijsmateriaal (bovenbouw vo, mbo, hbo); bevat twee recepten en verwijzingen naar video’s en experimenten.Deze tekst verscheen in verkorte vorm in: Lugtenberg, Ben. (Red.) (2023). "Gezond met Microben".
DOCUMENT
Deze brochure richt zich op praktijkervaringen met het lokaal maken en toepassen van bokashi. De praktijkervaringen zijn geïnventariseerd aan de hand van interviews met betrokkenen in de bokashi-productieketen. Het aantal jaar ervaring met bokashi varieerde per geïnterviewde.
DOCUMENT
In het artikel staat beschreven hoe binnen de opleiding Applied Science van Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen in Eindhoven een Overall Toets ontwikkeld is die aansluit bij het competentiegerichte leren. In deze toets staat een casus over een actuele beroepssituatie centraal waarbij de vakgebieden chemie, biologie en technologie in de propedeuse geïntegreerd competentiegericht getoetst worden. De samenstellers laten zien hoe deze toets er uit ziet en geven aan wat de ervaringen er mee zijn.
DOCUMENT
Een pleidooi om het beoordelen van praktijkonderzoek over te laten aan deskundigen. De beoordelingsformulieren moeten korter en toegankelijker en de beoordeling moet toegepast worden op het geheel en niet op details. Met Bach en Zuurkool als metaforen.
MULTIFILE
This study aimed to evaluate technological (acidification, proteolysis, lipolysis, resistance to low pH, NaCl, and bile salts) and biopreservation (antimicrobial activity against foodborne pathogens) features of 1002 LAB by high throughput screening (HTS) methods. The LAB was isolated from 11 types of Brazilian artisanal cheeses (BAC) marketed in the main 5 producing regions. Remarkable intra-species variability in acidification rates have been found, which was most pronounced between isolates from Mina's artisanal cheeses, Caipira and Coalho cheeses. Lacticaseibacillus paracasei and Levilactobacillus brevis showed the fastest acidification rate; however, all isolates showed slower acidification rates than a lactococcal control strain (4.3 × lower). When testing inhibitory effects, > 75% of LAB isolates could inhibit the growth of Staphylococcus aureus ATCC 19095 and Listeria monocytogenes ATCC 7644. Two of these isolates, identified as Lactiplantibacillus plantarum and Lentilactobacillus buchneri, the sterile and neutral supernatants alone, were sufficient to inhibit L. monocytogenes growth. Principal component analysis (PCA) allowed the identification of functional groups based on proteolytic and lipolytic activity, osmotic stress resistance, and inhibition of L. monocytogenes. The type of cheese the isolates were recovered from influenced properties such as anti-listerial compounds and lipolytic enzyme production. The use of HTS and multivariate statistics allowed insights into a diverse set of LAB technological and biopreservation properties. These findings allow a profound knowledge of the heterogeneity of a large set of isolates, which can be further used to design starter cultures with varied and combined properties, such as biopreservation and technological features. Besides that, HTS makes it possible to analyze a vast panel of LAB strains, reducing costs and time within laboratory analysis, while avoiding the loss of information once all LAB are tested at the same time (differently from the traditional labor-intensive approach, in which a few numbers of strains is tested per time).
DOCUMENT
Er is toenemende aandacht voor bodemvruchtbaarheid door het gebruik van organisch materiaal, waaronder plantaardige reststromen zoals bermgras. Bokashi, een bodemverbeteraar gemaakt van deze reststromen, wordt gezien als een duurzame oplossing voor lokale kringlooplandbouw. Hoewel bokashi potentieel biedt, zijn de toepassingsmogelijkheden beperkt door wet en regelgeving. Er is ook zorg over mogelijke vervuiling (i.e. plastic, onkruiden, zware metalen) in bokashi, wat kwaliteitscontroles vereist. Samen met Mulder Agro, Wetterskip, NFW, deelnemende agrariers en Van Hall Larenstein hebben we sinds 2018 veldproeven lopen. Daarnaast hebben we gezamenlijk een blauwdruk opgezet waarin we onder andere de toepassingsmogelijkheden, wet en regelgeving en laatste kennis van de literatuur uiteenzetten.
DOCUMENT
Dit rapport is onderdeel van het project 'Bokashi: naar een betere onderbouwing en documentatie voor de praktijk' en het resultaat van het onderzoek dat is uitgevoerd binnen Werkpakket 3: 'Economische Waarde'. In dit werkpakket zijn de duurzaamheidsaspecten (economisch, sociaal en ecologisch) van organische stromen en het verwerken tot bodemverbeteraars nader gekwantificeerd, waarbij wij ons richtten op bokashi (gefermenteerde organische reststromen) en compost. Om het onderzoek zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de praktijk is ervoor gekozen om een kosten-baten analyse uit te voeren aan de hand van een concrete casus met een concrete vraag: het regionaal recyclen van organische stromen van de Reinigingsdienst (RD) Maasland. RD Maasland heeft als ambitie om in de komende jaren de organische stromen op regionaal niveau te recyclen en daarmee bij te dragen aan vitalisering van de bodem door het verhogen van het gehalte organische stof. Daarvoor kan de dienst zich richten op het toepassen van compost of bokashi. In het onderzoek hebben we daarom de toepassingsmogelijkheden van compost en bokashi naast elkaar gezet. Het rapport begint met een algemene beschouwing van praktijkervaringen met bokashi als potentieel alternatief voor compostering. Vervolgens wordt aan de hand van de casus RD Maasland ingegaan op de huidige organische stromen en de bewerking daarvan in een deelgebied van RD Maasland en worden de kosten en baten doorgerekend van de huidige ketens ten opzichte van alternatieve ketens met regionale bewerking. Daarbij richten wij ons op bermmaaisel/ bladeren en de productie van compost en bokashi voor de verbetering van de bodemvitaliteit. Ter inspiratie volgt een beschrijving van regionale bewerking van stromen door een samenwerking van gemeentes en agrariërs in Friesland. Daarna volgt een concluderende paragraaf, waarin een mogelijk pad wordt geschetst voor de ontwikkeling van circulair terreinbeheer in het werkgebied van de reinigingsdienst Maasland gebaseerd op economische en andere duurzaamheidsaspecten. Het rapport sluit af met een reflectie op de opschalings- en toepassingsmogelijkheden elders in Nederland.
DOCUMENT