This paper assesses the impact of perceived HRM practices on organisational citizenship behaviour (OCB) and whether leader membership exchange (LMX) mediates this relationship. The required research data were retrieved from four different departments within a logistics and supply chain management organisation. The results show that there is a significant relationship between the HRM practices as perceived by a subordinate and their level of organisational citizenship behaviour. The relationship that subordinates have with their frontline manager (LMX) acts as a significant mediator. In the final section, of this paper the findings are discussed and recommendations for future research and practical implications are given.
Sportverenigingen in Nederland dragen bij aan een gezonde leefstijl, sociale cohesie en inclusieve sportdeelname. Ondanks dat de sportparticipatie toeneemt, hebben de clubs het moeilijk om hun ledental op peil te houden. Diverse ontwikkelingen spelen daarbij een rol. De focus van het onderzoek in dit proefschrift richt zich op twee maatschappelijke ontwikkelingen, ‘individualisering’ en ‘digitalisering’. In zeven studies wordt antwoord gegeven op twee onderzoeksvragen: 1) hoe het clubgevoel van leden van sportvereniging kan worden geconceptualiseerd in termen van definitie, voorspellers en opbrengsten en 2) hoe sociaalnetwerksites van sportverenigingen kunnen bijdragen het ontwikkelen van het clubgevoel van leden? Die studies vormen samen een multimethode onderzoek. Resultaten laten zien dat clubgevoel verwijst naar de gevoelsband van leden met hun club op basis van participatie, relevantie en de sociale wereld van de club. Clubgevoel hangt samen met bindingsaspecten zoals de intentie om je in te zetten voor de club en te blijven. Sociaalnetwerksites van sportverenigingen kunnen helpen om dit clubgevoel te ontwikkelen, bij voorkeur door de kanalen in te zetten voor informatie en interactie over de club, de sport en de leden. De online kanalen vormen samen de virtuele community van de vereniging die, afhankelijk van de aanpak door de club en de leden, verschillende verschijningvormen kan hebben. Met hun virtuele community bieden sportverenigingen, naast de accommodatie, ook een ónline ontmoetingsplek voor sport en andere activiteiten waarmee ze het clubgevoel onder hun leden kunnen bevorderen. Met dit proefschrift geeft Nanny Kuijsters inzichten voor de ontwikkeling van virtuele community’s voor verenigingen, professionals en geïnteresseerden in de georganiseerde sport.
The Challenge Me intervention aimed to indirectly involve parents in a school-based intervention, by challenging primary school children to perform physical activity (PA) and nutrition-related activities with their parents. The aim of this study is to gain insight in whether this was a feasible strategy to engage children and parents, especially those of vulnerable populations. An exploratory cross-sectional study design was applied. Four primary schools implemented the intervention. Data consisted of challenges completed (intervention posters) and child and family characteristics (questionnaires and anthropometric measurements). Associations between challenges performed and child and family characteristics were assessed using linear regression analysis. Of the 226 study participants, 100% performed at least one challenge, and 93% performed at least one challenge involving parents. Children who performed more PA challenges were often younger, a sports club member, lived in higher socioeconomic status neighbourhoods, of Western ethnicity and from larger families. Regarding nutrition challenges involving parents, younger children performed more challenges. There was no difference in intervention engagement regarding gender, weight status, PA preference, healthy nutrition preference, or the Family PA and Family Nutrition Climate. Challenge Me has potential in involving parents in a school-based intervention. However, certain characteristics were associated with higher involvement